Winterwandeling
13 januari j.l. heb ik ee wandeling van ongeveer 25 km georganiseerd over en rond de Posbank, een heuvelachtige gebied boven Arnhem.
De Posbank is een markant punt in het Herkhuizerveld, een onderdeel van de Veluwezoom dat, zoals de naam al zegt, aan de rand van de Veluwe ligt. Het gebied is ontstaan tijdens de laatste ijstijd toen door gletscher werking zand werd opgeworpen tot zogenaamde stuwwallen. Deze kunnen een redelijke hoogte bereiken, in het geval van de Posbank zelfs tot zo'n 110 meter. Enkele andere stuwwallen in Nederland zijn: de Sallandsche Heuvelrug, Montferland, de Hondsrug, de Utrechtse Heuvelrug en het Rijk bij Nijmegen. Kenmerkend zijn naast de uitgeslepen sprengen en diepe beekdalen de steile hellingen, vooral waar de stuwwal overgaat in het vlakke rivierlandschap.
De Posbank zelf is een bij dagjesmensen populair topje in een heideveld van waaruit men bij goed weer tot in Duitsland kan kijken. Het gebied is genoemd naar deheer Pos, een belangrijk figuur in de beginjaren van de ANWB. Hij was één van de eersten die die ervoor geijverd had om er een natuurgebied voor de gewone mens van te maken ipv een gesloten jachtgebied voor leden van het Koninklijk huis.
Dit is hem goed gelukt want het kan er zeer druk zijn op zonnige dagen, waarbij ook een hele schare motorrijders hun bikes komt showen. Vooral het gebied rond het uitzichtpunt is zeer populair. Ben je hier echter een paar honderd meter vandaan dan kun je aan het type schoen dat je tegenkomt al zien dat je medewandelaars op een wat intensievere manier van de natuur genieten dan de gemiddelde Posbankbezoeker. Maakt niet uit, ieder zijn meug.
Omdat ik niet wist hoe eenieder qua vervoer zat had ik als verzamelpunt het centraal NS station gekozen. Naast de landelijke bereikbaarheid ss een ander voordeel van dit punt dat je via een een aantal aan de achterkant gelegen parken op een mooie manier buiten de stad kunt komen. Ik stond al een paar minuten van mijn capuchino te genieten toen ik twee breedgeschouderde kerels op me af zag komen die duidelijk iets van me moesten. Beiden droegen een enorme hoed van waaronder 4 ogen mij doordringend aankeken. 'Richard Weustink?', lispelde de rechter hoed met een ietwat hese stem. Ik wist niet of het een vraag of een bevestiging dat dat mijn nieuwe identiteit was voor de rest van mijn leven. Ik kon niet anders doen dan 'ja' zeggen en naar de grond staren. Met 2 daverende klappen op mijn schouders, waarbij mij naast de moed ook de knieën in mijn schoenen zonken, sprak de kleinste van het tweetal 'Goed, dan gaan we een eindje met je wandelen'. Ik had net de film Dead Man Walking gezien en dacht niet meer aan de geuren en kleuren van moeder natuur. Ik slikte een keer en liep met kleine pasjes naar de uitgang.
Het moge duidelijk zijn, ik had mijn beide wandelmaatjes van die dag (Henk Veldman en Joop Gruijter) gevonden. Of beter gezegt, ze hadden mij gevonden. We hadden elkaar nog nooit eerder gezien en we begonnen dus met de gebruikelijke wat-voor-vlees-heb-ik-in-de-kuip- voorstel rondje. Ons vlees bleek al ras MKZ-vrij te zijn en al gauw togen we op pad richting de door mij beioogde natuurgebieden.
Het was een prachtige dag met een zonnetje aan een strakblauwe hemel, sterk genoeg om de sneeuw die er nog lag wat te doen smelten. Daarnaast zat er nog genoeg vorst in de grond om ons een drabberige tocht te bezorgen en we hadden onze gamaschen dan ook al voorgebonden. Dit was blijkbaar een koddig gezicht zo midden in stad want we trokken de nodige bekijks.
Na een paar minuten stevig doorstappen konden we de drukte achter ons laten en liepen we door park Sonsbeek, één van de vele parken die Arnhem rijk is.Het eerste gedeelte van het park bestaat voornamelijk uit geasfalteerde wegen. De afwisseling tussen doi en vorst hadden de aangetrapte sneeuw in een veraderlijk ijslaagje doen veranderen en zorgde voor menig hachelijk glijmomentje. Na een poosje veranderde de wegen in zandpaadjes en kon er weer normaal gestapt worden.
Het volgende punt van de tocht was genaamd "Hoogte 80" wat ligt op een hoogte van, u raadt het al, zo'n 80 meter. Het is een open terrein aan de rand van de stad vanwaar men over de IJselvallei in de Achterhoek kan kijken. Na even te hebben genoten van het uitzicht weer de benenwagen gepakt om nu echt de Veluwe in te duiken. Na een aantal smalle bospaadjes kwamen we aan bij kasteel Rosendaelwelke we even een blik waardig gunden en verder ging het weer naar ons uiteindelijke doel, de heidevelden rond de Posbank.
Aangekomen bij zo'n heideveld, het Rozendaalsche Veld,besloten we dat het tijd was voor een bakkie want we hadden al een acht-tal kilometers gehad. Al gauw kwamen de roestvaststalen thermos-kannetjes te voorschijn en dampte de oploskoffie ons geurig tegemoet. Het blijft vermakelijk te zien hoe voorbijgangers je verwonderd, en later jaloers, aanstaren wat voor lekkers je allemaal uit je rugzak haalt. 10 minuten en een boertje later de smoks weer opgevat en via een geleidelijk oplopend pad het eerste stuk hei doorgestoken om via een vlak, plateau achtige heideveld bij het Kerkepad uit te komen. Dit pad loopt van een aantal huisjes midden in he bos naar Rozendaal en was eind 19e eeuw aangelegd om de daar gehuisveste jachtopzieners een directe doorgang te bieden naar de kerk in Rozendaal.
Vlakbij in de Rheder- en Worth-Rheder heide ligt een observatiepost van Natuurmonumenten vanwaar je een mooi zicht hebt op een drinkpoel welke vaak bezocht wordt door een kudde Schotse Hooglanders. Blijkbaar was de pauze voorbij want we hebben geen kip noch koe gezien en boe nog bah gehoord. Even dachten we een van deze wandelende haardossen te hebben gespot maar deze bleef verdacht lang stil staan. Toen we verder liepen en via een ander pad dichterbij kwamen bleek het om een bord te gaan met de opschrift "Streng Verboden Toegang". Weg was onze avontuurlijke droom over wilde dieren in ruige terreinen. Verder ging het door het Woth-Rheder zand, waar overigens geen korreltje meer van te zien is door de dichte begroeiing naar de Posbank. Ik had vergeten een zandpad in te slaan en we liepen nu een stuk weer over asfalt. Lopen is een groot woord want het was meer geglibber over de aangekoekte ijslaag. Na een klein half uurtje zijn we toch nog op ons uitzichtpunt uitgekomen en hebben nog even genoten van het geboden panorama. Niet te lang, want het begon ondertussen weer af te koelen en de zon gaf duidelijk aan er binnen afzienbare tijd er de brui aan te willen geven. Het laatste stukje ging heuvelafwaarts richting het station van Rheden waar we de trein naar Arnhem terug pakten. In de buurt van Korenmarkt hebben we nog een hapje gegeten waarna eenieder zijns eigen weg ging.
Groet
Richard
De foto's bij dit verhaal zijn door Henk gemaakt.
|