Het is jammer dat handboeken GPS de zaken altijd onnodig ingewikkeld maken.
Stel je GPS setup in op UTM/UPS (position format) en WGS84(location format) en hij is geschikt voor gebruik met noorse kaarten. Hoe je dat doet zie je onder. Omrekenen van coordinaten is niet nodig.
Hoe je UTM coordinaten op de kaart leest vind je op
http://www.maptools.com/UsingUTM/quickUTM.html
Onderstaand vind je nog wat info (copyright) over je GPS, waarschijnlijk heb je er wat aan.
Belangrijke functies van je GPS (Garmin E-trex)
1. De setup
De setup is te bereiken door enkele malen op de page knop te drukken tot je op de “main menu” pagina bent. Met de joystick kan je het gewenste onderdeel selecteren. Van belang is vooral het onderdeel “units” of “eenheden”.
Selecteren coördinaatsysteem
Kijk op je topografische kaart van het gebied waarin je je bevindt welk coördinaatsysteem wordt gebruikt Ga op de units pagina naar “position format”. Kies het coordinaatsysteem van de kaart, voor Nederland “Dutch” of RD, Nederlands o.i.d., voor Noorwegen UTM/UPS
Selecteren kaartdatum
Kijk welke kaartdatum ten grondslag ligt aan het coördinaatsysteem van je topografische kaart.Ga naar setup-units setup.Ga naar Map Datum. Kies de Kaartdatum van je kaart (Nederland: Dutch, Noorwegen: WGS84) Je GPS is nu gereed voor gebruik in combinatie met je kaart.
Het gebruik van een verkeerde kaartdatum kan een fout in de aflezing van vele honderden meters veroorzaken. Controleer altijd op de standplaatscoördinaten die je GPS aangeeft overeenkomen met de coördinaten van je standplaats op de kaart!
.
2. Het bepalen van de coördinaten van je standplaats
Deze zijn af te lezen op je satellietscherm (opstartscherm)
3. Het vastleggen van de coördinaten van je standplaats.
Houd de joystick even ingedrukt. Je komt op de “mark waypoint” pagina. Geef het waypoint een naam (kies het veld door er met de joystick naar toe te gaan en hem dan even in te drukken). Eventueel kan je nog andere gegevens van het waypoint invoeren.
4. Het ingeven van waypoints die je van de kaart neemt.
Ga te werk als onder 3, maar verander de coördinaten in die van het punt wat je in wilt geven.
5. Het lopen naar een bepaald waypoint.
Zoek met de “find” toets de waypoints en selecteer het punt waar je naar toe wilt gaan. Selecteer de toets “Goto” en ga naar het navigatiescherm.
6. Het maken van een route
Ga naar het Main Menu en selecteer Routes. Kies “New”. Druk op de joystick om het eerste waypoint te kiezen. Kies dan “OK” en druk op de joystick. Herhaal deze handeling tot je alle punten hebt ingevoerd. Ben je een punt vergeten, dan kan je die invoegen voor een punt dat je selecteert.
7. Een route navigeren
selecteer Main page, Routes. Kies de te navigeren route. Kies “navigate”.
Om te stoppen doe je het zelfde, maar nu kies je “stop navigation”, of je kiest “stop” op de routepagina.
6. Het gebruik van de track back functie bij verdwalen.
Kies “tracks” op het Main Menu. Selecteer “save” en druk op de joystick. Selecteer nu de vastgelegde route. Kies “track back”. Kies “to beginning” (je staat namelijk aan het eind!) en ga naar het kompasscherm.
Hiermee moet je alles kunnen doen......
succes, Jaap