zo lijkt het heel erg makkelijk, in werkelijkheid is dat echter niet het geval.
De beschrijving die je geeft is een beetje incompleet. Ik heb geprobeerd om een zo compleet mogelijke omschrijving te maken.
Bij het vuur maken doormiddel van frictie komen een heleboel belangrijke dingen kijken.
de spindel (stok) moet recht(!) zijn, ongeveer net zo dik als je duim, ongeveer 20-30 cm lang, droog en van een zachte hout soort (bijv. berk, wilg, klimop e.d.)
de onderplank moet ongeveer net zo dik zijn als de spindel en ongeveer twee-drie keer zo breed en zo vlak mogelijk. Het beste is om hetzelfde materiaal te gebruiken als de spindel, dus ook droog.
het bovenstuk kan van diverse materialen gemaakt worden, hout (hard, bijv. eik), bot, steen e.d.
de boog moet een lichte, niet groene, stok zijn. Des te langer je boog des te langere slagen je kunt maken. Uiteraard zit hier een max. aan, een boog van ongeveer een meter is het beste. De boog moet niet te veel doorbuigen, is dat wel het geval dan zal je spindel op belangrijke momenten gaan slippen.
het koord moet ongeveel 0.5 cm dik zijn en van stevig materiaal gemaakt zijn. Het beste is natuurlijk touw van brandnetels maar parchute touw volstaat ook prima. De boog zo opspannen dat je er redelijk gemakkelijk de spindel tussen kunt zetten.
Gebruik een stukje schors, een blad, een stukje stof of iets dergelijks om je kooltje op te vangen.
Tondel, het belangrijkste is dat je tondel droog is. Voor tondel kun je materialen gebruiken zoals kattestaartpluijes, pluisjes van paardebloem, droge bladeren, pluisjes van distels, berkebast e.d. Het beste is om al deze materialen te mixen. Droog gras kun je gebruiken om onder het vogelnestje toe doen, dit vat redelijk snel vlam.
Hoe moet de spindel eruit zien?
De bovenkant moet zo spits mogelijk zijn, klein oppervlakte betekend weinig wrijving en dat is wat je wilt aan de boven kant. De onderkant moet een heel erg stompe punt zijn, groot oppervlakte, veel wrijving.
In de onderplaat maak je een klein ronde inkeping midden in de plank met behulp van je mes. Hierin moet de onderkant van de spindel vallen.
In het bovenstuk maak je ook een klein rondje met je mes, hier moet de bovenkant van de spindel invallen. Om de weerstand te verminderen kun je in het gemaaktje gaatje een beetje spuug, oorsmeer, gras of andere smeermiddelen doen.
Nu moet je in de onderplank een begin maken, plaats de spindel in het rondje en begin de boog op en neer te bewegen terwijl je druk op de spindel uitoefent. Ga hiermee door totdat je een rondje hebt wat net zo breed is als de spindel. Nu kun je een v-vormige inkeping in de onderplank gaan maken. Let op dat het puntje van de v in het midden van het rondje uitkomt.
Maak van je verzamelde tondel een soort vogelnestje, hierin leg je straks je kooltje.
Nu kan het echte werk beginnen.
Plaats je opvangstukje onder de v-inkeping. Met je linkervoet hou je het onderplankje op z'n plaats. doe de spindel in de boog, en de spindel in het rondje. Met je linkerhand houd je het bovenstuk vast en de spindel op z'n plaats (let op dat je niet te veel druk zet in het begin). Voor de stevigheid zorg je dat de binnenkant van je linkerpols tegen je linkerscheenbeen aangedrukt houd. Je zit verder op je rechterknie, je knie plaats je achter je linkervoet. Op deze manier hou je veel ruimte over om de boog te bewegen. Leun zo ver mogelijk naar voren, dit zorgt ook voor stabiliteit.
Met je rechterhand beweeg je de boog in een rustig tempo op en neer. Nu krijg je lichte rook vorming, nu moet je iets versnellen. Dit hou je vol todat je een dikke vette grijze rook krijgt. Nu moet je nog een keer of 15 snel op en neer bewegen en de druk op je spindel iets verhogen. Let op dat je spindel niet uit je boog vliegt.
Haal de spindel rustig van de onderplank af. Als het goed is komt er een beetje rook uit je v-inkepeing. Houd met een dennenaald of een dun stokje het kooltje in de v-inkeping tegen terwijl je de onderplank weghaald. Niet op het kooltje blazen. Door de inspaning die je geleverd hebt heb je veel speeksel in je mond en is je adem vochtiger dan normaal.
Door je hand op en neer te bewegen boven het rokende kooltje zorg je ervoor dat het kooltje zuurstof krijgt en langzamer groter wordt. Na een tijdje moet je kooltje zichtbaar rood gloeiend zijn.
Nu kun je het kooltje in je vogelnestje leggen en zachtjes beginnen te blazen. Als je vette dikke grijze rook hebt ben je op de goede weg. Door blijven gaan met blazen en ineens zal de vlam erin schieten.
Het is een beetje oefenen maar als het je lukt dan krijg je wel een behoorlijke kick.
Er zijn diverse sites waarop je info kunt vinden over vuur maken doormiddel van wrijving. Zoek maar een keer op fire en friction".
Veel succes iedereen. Verwacht niet dat je de eerste paar keer vuur hebt.