"Samen.."
Over verschillen en accepteren werd ik afgelopen voorjaar aan het denken gezet tijdens een tocht door de Eiffel. Mijn maatje Frits ( * zie verhaal Veluwe ), altijd bruisend van energie, Per, Peter, Petra en ik bezig met een driedaagse in voor ons redelijk onbekend gebied. Er stonden een aantal pittige beklimmingen op de route en 'krachten sparen' leek me niet onverstandig (ik hou het liefst wat reserve voor 'mocht het nodig zijn'). Per was fit maar Peter en Petra (het aardigste stel dat je ooit bent tegengekomen. Ik ken ze van mijn C-1 cursus en ze gaan dit jaar ook mee op C-2).. P&P dus… hadden een al tijd niet meer gelopen en wisten niet precies waar ze conditioneel stonden. Het weer was op een prachtige manier zeer wisselvallig. Een landschap, glimmend van de regen maar zonovergoten onder een inktzwart wolkendek waarop scherpe bundels zonlicht zich voortsnellende wolken projecteerde… dan weer hemelsblauw met een regenboog om vervolgens weer in diepe grijstinten dikke hagelstenen op ons hoofd te laten regenen. 4 seizoenen per uur. Affijn, dat was een beetje de setting. Na een paar uur genietend wandelen begon de eerste steile klim van zo'n 400 meter. Het begin doet altijd effe pijn, maar na snel het juiste ritme gevonden te hebben ging het erg lekker. (Van het gegeven dat iedere stap je hoger brengt en dichter bij je doel kan ik intens genieten. De pijn wijst je erop dat je ook daadwerkelijk sterker wordt, fysiek en mentaal, van iedere stap die je zet… maar dit terzijde.) Het pad kronkelde zich omhoog door een afwisselend bos wat , zo te zien, zelden door mensenvoeten betreden werd. Frits had vanaf het begin een zak grind aan zijn rugzak toegevoegd omdat we het voor ons gebruikelijke tempo niet zouden halen. We liepen immers met een groep en de langzaamste bepaald dan het tempo. Het was ook training voor de Alpen, zei Frits, en een beetje afzien kon ook geen kwaad. Zo maakte hij het zwaar voor zichzelf. Daar zit wat in natuurlijk maar toch had ik mijn bedenkingen. Wat als we geen bivakplaats kunnen vinden en een kolere-eind door moeten. Wat als de regen aanhoudt en alle paden in moddersloten veranderen. 3 x 400 meter is ook 1200 meter op een dag. Je kan die zak grind weggooien natuurlijk, maar ben je dan al niet op je reserves aan het interen geweest. Je moet nog drie dagen, en zelfoverschatting kan tot onnodige problemen leiden. Tegelijkertijd vertrouwde ik ook op de kracht en doorzettingsvermogen van Frits. Ik rekende ons tweeën tot de sterkeren in de groep die de kar moesten trekken als het voor anderen moeilijk werd. Na ruim drie kwartier stijgen langs de flanken van de berg was het pad langzamerhand onzichtbaar geworden. Frits, als de dood dat we de top niet zouden halen maar onder de top langs zouden gaan, stelde voor een verkenning uit te voeren. Zonder rugzak snelde hij loodrecht de steile helling op in de hoop een pad te vinden. Zijn tempo was bovenmenselijk en ik vroeg me af of hij nu ècht niet teveel met z'n krachten aan het smijten was. Terwijl de krakende voetstappen van Frits verstomden in de verte restte ons niets anders dan te genieten van het wachten en het daardoor ontstane moment van pure stilte in het prachtige bos. Na een kwartier van zon begon het weer te plenzen en drong het tot me door dat Fritzl helemaal niet op zoek was naar een pad maar voor de top gegaan was. Het ongeduld groeide en daarmee ook de bezorgdheid. Na nog een poosje wachten kwam Frits terug. Hij had een pad gevonden en was op de top geweest. We vervolgden onze weg en bereikte onderlangs de top een prachtige hoogvlakte die uitzicht boodt op de vallei van de Ahr en de echte vulkaan-Eiffel in de verte, ons eindoel van de dag. De omgeving was schitterend en we begonnen pas na vele uren aan het bivak te denken. Een stukje verderop tegen een helling was er een vlak stukje met stromend water. Na overleg trokken we verder. Met het idee van het aanstaande bivak begonnen de laatste loodjes. Deze zijn gewoontegetrouw zwaar zo bleek ook deze keer. Het pad was onverwacht steil en modderig waardoor het lopen moeizaam ging. De bedachte bivakplaats bleek ongeschikt dus moesten we door. Na nog een half uur zwoegen kwamen we op de top van de berg die, zoals wel vaker, perfect vlak bleek, en ruimte bood aan drie mini-tentjes en een bivakzak. In het laatste daglicht maakten we kamp en bereidden we ons maal met ons laatste water. Fritzl was toch wel behoorlijk kapot en lag al diep in z'n bivy te ronken toen ik met Per en Peter overlegde wat te doen. Outdoor of niet, maar deze jongen wil s'ochtends z'n tanden poetsen en minstens een kop hete thee of koffie. Bovendien had ik beloofd pannenkoeken voor ontbijt te bakken. Maar daar is water voor nodig, en dat hadden we niet. Zo'n 200 meter lager hadden we het laatste iele stroompje gezien en ik besloot daarheen af te dalen met een waterzak. Per hield me gezelschap en ik mopperde op Frits z'n luiheid. Iedereen zat een beetje stuk nu en ik had hier juist op hèm gerekend. Het dalen met de hoofdlampjes en de geruststellende woorden van Per brachten me echter weer in de juiste stemming en ik begon te genieten van deze donkere avond-wandeling. We keuvelden wat over watermanagement. Ik heb een waterfilter om tijdens m'n tochten onafhankelijk te zijn van mensen en bewoonde gebieden. Dat betekent echter wel dat je nog steeds afhankelijk bent van natuurlijke waterbronnen. Vooraf bedenken waar je water kan halen is erg zinvol en eventueel moet je zelfs je route aanpassen om hierin te slagen. Je moet zogezegd ook op tijd bijtanken, maar ook weer niet te vroeg want het is zinloos om uren met drie liter water op je rug te lopen als je aan het eind van de rit toch bij een prachtige beek eindigt. Soms, zoals nu, gaat dat een beetje mis en moet je een ander plan bedenken. Water halen dus.
Na een uur keerden we terug naar waar als een baken op de top de hoofdlamp van Peter ons opwachtte. In de wetenschap dat een lekker ontbijt ons toegrijnsde werd het toch een extra lekkere nachtrust.
Na het ontwaken trof ik een schuldbewuste Frits. Hij mopperde op zichzelf dat hij het ook voor zijn eigen gevoel een beetje had laten afweten. Hij had zichzelf een tikkie overschat maar daar ook weer van geleerd als fanatiek zelfcriticus zijnde. De zak grind bleef echter wel, zoveel karakter heeft Frits wel.. maar hij zou zorgvuldiger met z'n krachten omspringen. Ach het gaat eigenlijk nergens over.. Wie is ook al weer degene die mij 9 van de 10 keer s'ochtends uit de slaapzak moet trekken, die mij honderd keer moet vertellen de schroefkarabiner dicht te draaien tijdens het maken van een zelfzekering.. Jaha..da's dezelfde Fritzl.. Ach ja.. De pannenkoeken waren heerlijk en we zijn weer een stukje dichter naar elkaar toegegroeit in ons streven deze zomer gezamenlijk hoge alpentoppen te bedwingen (waarover later meer). Het werden nog twee heerlijke dagen waarin P&P zich ontpopten als echte buitenmensen die als geen ander de kunst van het genieten en het bikkelen verstaan, waarin Per als echte Limburger de mooiste verhalen vertelde en waarin Frits z'n eerst onsight 5je klom tegen de muur van een kapelletje. Dat gaan we vaker doen.. hiken in de Eiffel. Een spoor van zakken grind achterlatend.
Martin Swinkels
|