"De laatste loodjes wegen het minst"
Was ik maar postzegelverzamelaar of dammer geworden. Maar nee hoor, ik moet zonodig weer avonturier zijn. Waarom ik het mezelf elke keer weer aandoe is me een raadsel, maar toch broeit er om de zoveel tijd weer iets dat me weer er op uit doet trekken. Deze keer was nederland aan de beurt. Het grenslandpad om precies te zijn. Deze loopt van Sluis naar valkenswaard of andersom in mijn geval. Dinsdagochtend was het dan zover; alles was ingepakt, eten voor 5 dagen, slaapspullen, tentje en de rest. Van te voren een boekje bij de ANWB gekocht met de route 1:25000. Dat kon dus niet meer fout. Dacht ik.
Nadat ik het eerste gedeelte had gedaan door de brandende zon besloot ik in te schatten waar ik zou uitkomen in mijn huidige tempo. Dat bleek ver. 5 km per uur met de eerste dag 20 kg op je rug in vlak nederland moet lukken. Dus 6 a 7 uur lopen is 30 35 km. Prima dacht ik. Dus niet bleek. Ondanks mijn ervaring trapte ik er toch in. De eerste kilometers gaan altijd zo gemakkelijk, zeker de eerste dag. Maar na die eerste dag (34 kilometer op de kop af) stond ik op met zo'n twijfel gevoel van moeten mijn spieren nog warm worden en voel ik me daarom zo brak of ben ik boven mijn kunnen wezen presteren en betaal ik nu de prijs. De eerste helft van de dag dacht ik het eerste. de tweede helft niet meer. Ondanks de last van mijn lichaam toch een 31 kilometer afgelegd. Niet geheel vrijwillig overigens. Mijn eerste dag sliep ik aan een mooi ven waar ik sochtends wakker werd met kwakende kikkers voorbijzwemmende zwanen opkomende zon en meer van dat soort dingen. Leuk, maar geen stromend, drinkbaar water. daarvoor moest ik weer wat extra kilometers afleggen. Dat zou me vadaag dus niet meer overkomen dacht ik dus nog dus moest en zou ik op een camping komen de tweede dag. Gelukt, maar vraag niet hoe. Mensen kijken me meelijwekkend aan terwijl mijn nog jonge lichaam zich een weg strompelde naar de trekkersplek op de camping. Zelf keek ik ook niet meer zo blij maar de gedachte dat ik zo mijn potje ging koken en dat ik dus stromend water had monterde me een beetje op. Nadat ik mijn tent had neergezet mijn schoenen uit waren en mijn kookspullen en eten uit mijn rugzak waren, begon ik te koken. Althans, ik wou beginnen maar het gaspijl van mijn campinggaz busje was verdacht laag. En omdat het de volgende dag hemelvaart was en ik dus nooit of te never meer gas kon regelen als hij leeg ging moest ik wel een nieuw busje gaan kopen... ergens.... Dat bleek het dorp 6 kilometer verderop, en had er nog 30 minuten voor. Moet je eens proberen; 6 km rennen met Meindls BCtjes. Liften is natuurlijk een optie maar na mijn ervaringen in het buitenland ben ik erachter gekomen dat Nederlanders een wantrouwend volkje is wat dat betreft. Zowel in het buitenland als in eigen land. Zo nu dus ook, men zag toch duidelijk dat ik ergens heen moest met grote spoed, en dat ik er moeite mee had. Het mocht niet baten. Strompelend kwam ik de hubo binnen en de verkoper hielp me aan een busje gas. Gelukkig. Nu nog terug maar dat is geen ramp, alle tijd van de wereld. Uiteindelijk nog gekookt op mijn oude busje en gaan slapen.
De dag erna ben ik extra vroeg opgestaan om zo wat meer rust te kunnen inbouwen in mijn route, vandaag wilde ik niet zover maar ja ik zou mezelf niet wezen als ik toch maar weer doorliep want de geplande camping was niet toegankelijk voor mij. Wat er zo mooi op de kaart uitzag was in werkelijkheid een trieste bedoening waar ik geen 5 minuten zou willen blijven, daarbij komt dat ik me nog redelijk fit voelde en het nog vroeg was. Dus maakte ik weer de fout om door te lopen, ik zal het nooit leren. Tuurlijk vond ik kilometers verderop weer wat alleen dit was geen camping maar een plek waar wat zomer huisjes stonden en wat mensen in hun weekenden rondscharrelden. Geen WC, douche of andere luxe maar daar had ik ook niet zoveel behoefte aan. Ik wilde gewoon rust. Navraag leerde me dat ik eerst naar dat en dat adres moest om netjes te vragen of ik mocht blijven op dat terrein. En natuurlijk is dat adres niet om de hoek. Het bleek zelfs dat ik er al langs was gelopen.
De volgende dag pas om 10.30 vertrokken nadat ik notabene om 21.00 uur was gaan slapen. Mijn lijk sleepte zich het eerste zandpad op waar ik in de verte zo'n leuk klein boerenhondje zag. WIf wif wif, op agressieve toon waarschuwde het beestje me voor de gevolgen als ik doorliep. Nadat ik in eerdere dagen al wel meer en grotere honden in kooien had gezien besloot ik gewoon door te lopen. Wat zou zo'n hondje me nou maken, toch? Niks, bleek, behalve dan zijn broer roepen. Eerst dacht ik nog aan een loslopend kalf maar toen ik de tanden zag en de snelheid waar ie mijn richting in kwam besloot ik dat dit exemplaar duidelijk een bouvier moest zijn. Een bouvier met terratoriaal gedrag. Hij was het niet eens met mijn keuze om het pad te volgen. Dat hadden ze best in dat ANWB boekje mogen vermelden. Zijn tanden kwamen meer dan eens minder dan 10 cm in de buurt van mijn benen, en dus liep ik langzaam en hevig zwetend terug, maar dat stomme joekel ging dan ook weer voor me lopen. Hij wilde toch echt niet met me spelen, want de stok die ik opraapte met gevaar voor eigen leven kon ik ver weggooien maar alleen dat kleine kuthondje ging er achteraan. Uiteindelijk bleek dat blaffende honden niet bijten en kon ik na schoon ondergoed te hebben aangetrokken weer mij reis vervolgen. Een goed begin is het halve werk zullen we maar zeggen.
Onderweg was ik nog Kees tegengekomen, een wandelaar die dezelfde route deed alleen dan dus de andere kant op. Hij vond net als ik datik moest stoppen bij het volgende dorp want mijn heupen deden het niet meer, mijn voeten waren kapot en mijn zin was er ook niet meer. Na het kwartiertje praten gingen we allebei ons eigen kant weer op. Dat kwartiertje had ik nou net nodig. Met frisse tegenzin liep ik weer verder maar had wel minder last van mijn lichaam. Uiteindelijk bij het dorpje aangekomen besloot ik niet op te geven. Ook hier weer besloten om het niet te gek meer te maken. Dit keer hield ik me aan de belofte, omdat een rekensommetje met vertelde dat ik de laatste dag "maar" 30 hoefde en daar erg lang over mocht doen. Een hele fijne camping met bar was mijn landingszone na 20 kilometers. In de kroeg zaten wat gasten en ouders van de vele minderjarigen op de camping zich te bedrinken en ik besloot om een praatje te gaan maken. Je moet toch wat om 14.30 uur en je tentje enzo al weer staat. Dus begon de eerste de beste over zijn ex-vrouw en zijn zweedse ex-vriendin met grote memmen en hoe geweldig dat vroeger allemaal niet was. Dus ging ik om 14.31 lekker in de zon een palmpje drinken. Nu voelde ik pas weer waar vakantie om draaide; bier!
De laatste dag, ik moet naar Bergen op Zoom. De laatste loodjes wegen het zwaarst zeggen ze wel eens. Vandaag zal ik 30 kilometer moeten afleggen maar ik mag het toch lekker op mijn gemak doen. Het verbaasde me dat ik na de rustige dag van gisteren echt opgeknapt was. De route van deze dag was ook wel bijzonder mooi, het zonnetje scheen en ik had er ook veel zin in. De gedachte aan een zacht bed, stromend water, verse koffie, douches, albert heyn en al die andere voordelen van de bewoonde wereld deden me nog een tikkie harder lopen. Mijn rugzak was na al die dagen natuurlijk ook een stuk lichter want mijn eten was praktisch op en water nam ik niet zoveel meer mee omdat ik toch langs enkele huizen kwam. Ja, nu wist ik weer waarom ik dit deed. De zon scheen in mijn gezicht en het bos rook zoals het moest ruiken. De serene rust werd alleen maar onderbroken door een paar zoemende beestjes en zingende vogeltjes. Dit is leven dacht ik nog voordat ik een jeugdhotelletje tegenkwam. Ik ben daar eens rustig gaan zitten want dit was het punt om afscheid te nemen van de route en te vertrekken naar het station in de stad. Na een witbiertje rustig naar het station gelopen, trein gepakt en naar huis gereden. Het zit er weer op.
Maarten van Loon
ps: het eerste gasbusje is nog niet leeg, ik was voor niets naar het dorp gerend.
|