foto In het schrijfblok komt telkens een nieuw (reis)verhaal over de belevenissen van bezoekers van de site. Ook jij kunt jouw verhaal insturen voor publicatie.

"Zomer 1999: Kvikkjokk-Jäkkvik"

Dat was me een verjaardag. Een dag vol hoogte- en dieptepunten. Louis en ik zochten een plaats om Sartajåkkå over te steken, een rivier die de uitloop vormt van een keten van meren die bij Vaimok begint. Maar dat lukte niet. De brug, die er vroeger wel was, was vernield. Alleen de staalkabels hingen er nog, met een paar dwarsbalken. Verder stroomde de rivier te sterk over grote stenen, of het water was te diep. Oversteken was dus een groot probleem. Louis was zeer teleurgesteld dat het niet lukte, onze tocht was bijna ten einde. Nu moesten we terug naar Miekak fiskecamp, een vakantiedorpje waar vissers en jagers komen. Zij komen dan met helikopter, misschien zouden we transport kunnen regelen. We hadden namelijk niet genoeg tijd om om te lopen via Vaimok. We hadden afgesproken dat we tot het eerste meer zouden zoeken naar een doorwaadbare plaats, daarna zouden we terugkeren. "Voor nog geen tweehonderd meter hebben we een helikopter nodig", mopperde ik. "Er is nog een mogelijkheid", zei ik. "Vanuit Miekak vliegt een helikopter voor een vaste prijs vissers en jagers naar hun stek. Dat gaat volgens mij over die rivier heen. Als we dat doen kunnen we daarna nog twee dagen wandelen naar Kvikkjokk". Volgens Louis was dat niet zo. Toch maar terug naar Miekak.

Ik heb enkele keren een artikel gelezen over het wandelen met (ski-)stokken. Reuze interessant, maar ik heb iets tegen het lopen met dergelijke stokken. Als ik al iets gebruik, dan is het een langere, en vooral steviger stok. Deze keer wilde ik twee varianten "testen", een aluminium stok en een bamboe stok. Beide zijn 2 meter, de alu was 2,5 cm dik en de bamboe 3 cm. Gewicht was respectievelijk 8 en 3 ons. Louis wilde daar wel aan meewerken.

We liepen terug via een andere route dan de vorige dag, door een hoger gelegen dal zonder bos. Dat was toch een stuk makkelijker. Aan het eind van het dal gekomen hadden we een prachtig uitzicht over een aantal kleine meren die gevoed worden met water uit Pieskehaure. In de verte waren de twee toppen van Nuort-Saulo zichtbaar, op de grens met Noorwegen. De hellingen onder in het dal waren volop herfstgekleurd. Dat was genieten. We waren vlot weer terug in Miekak, de beheerders keken vreemd op toen ze ons weer terug zagen komen. We legden uit welk probleem we hadden. Toevallig was vanaf deze dag een helikopter voor enige tijd hier gestationeerd. Om vijf uur sprak ik aldus met de piloot en het resultaat was dat we om half zes al op de plek stonden waar we ongeveer in de buurt hadden willen kamperen. Lopend was dat twee dagetappes geweest! Decadent noem ik zoiets meestal. Weinig inspanning leveren en toch iets doen. Maar het was nu bittere noodzaak.We werden afgezet iets noordelijk van een top die Jerta heet. Ik had eigenlijk meteen al spijt, het was een enorme steenwoestijn. Het zou niet meevallen om een leuke plaats te vinden om de tent op te zetten. Maar Louis lijkt er een neus voor te hebben, "daar zie ik een plekje voor de tent", zei hij na een korte wandeling. Op sommige plaatsen had de wind zand bijeengewaaid, soms genoeg om een vlak stukje te creëren. Dat was hier ook het geval, alleen enkele kleinere stenen moesten we even verwijderen. Voordat we aan de slag gingen stonden we nog even rond te kijken. "Daar komt een beer aan!" zei Louis. Een beer, dat kan helemaal niet, die komen niet op dit soort vlaktes. Ik draaide me om en het eerste wat ik zag was een roofvogel die vlak over ons heen scheerde. Ik gokte op een ruigpootbuizerd, die komen nogal veel voor in het berggebied in Zweden. En meteen zag ik de "beer". Dat was helemaal geen beer, maar een veelvraat! Ik begon er helemaal zenuwachtig van te worden en greep naar mijn fototoestel. De kans dat je een veelvraat ziet is enorm klein, er zijn er maar weinig van. Schuw was hij echter niet, in eerste instantie kwam hij bijna recht op ons aflopen. Toch had hij ons wel gezien, hij bleef regelmatig stil staan om ons te bekijken. Uiteindelijk passeerde hij ons op korte afstand. Een voorval waar wij nog veel over praatten. Dat was dus mijn veelbewogen verjaardag. Wij waren overigens de eerste wandelaars die in Miekak aankwamen.

Ik zie van de skistokken slechts twee voordelen, dat geldt dan alleen voor de telescopische: het transport is wat makkelijker door het inschuiven en de delen zijn misschien ook wel goed bruikbaar als je een gebroken been of arm moet spalken. Verder alleen maar nadelen: ze zijn te flexibel, ze kunnen een zijwaartse druk niet goed verdragen en de telescopische stokken willen nog wel eens inschuiven op ongelegen momenten. Voor het doorwaden van een rivier vind ik ze uitermate ongeschikt.

Dit gedeelte van onze wandeltocht was aangevangen in Tjärnberg. We hadden eerst nog inkopen gedaan in de enige winkel van Jäkkvik, met een niet zo ruim assortiment. Via een winkeljuf konden we transport regelen naar Tjärnberg met een clandestiene(?) taxi. De eerste kilometers van de wandeling was er nog een paadje. Maar dat werd al vager, soms helemaal niet meer zichtbaar. In het verdere verloop van de tocht was er alleen rond Miekak een redelijk goed pad, met een soms zelfs overdreven markering. Verder was het lopen, of beter gezegd ploeteren, over keien, heidevelden, moerassen en meer onaangenaamheden. Behoorlijk zwaar was de wandeling dus, maar zeer mooi. Het voordeel is dan ook dat je nauwelijks iemand ziet. In Tjärnberg had ik nog om informatie gevraagd over bruggen die er volgens de kaart moesten zijn. Een enkele was er niet meer. Zo was de brug bij de uitloop van Gardaure niet meer aanwezig. Dat betekende dus dat we de aanwijzingen van Claes Grundsten maar moesten volgen, hij beschrijft in zijn boek over dit wandelgebied een doorwaadbare plaats. Nou heb ik al eens gemerkt dat zijn opmerkingen wel eens met een korreltje zout moeten worden genomen. Hij heeft het bijvoorbeeld over een doorwaadbare plaats bij de uitloop van Bierdnak, maar daar was het vrij lastig. Daar loop je over keien, begroeid met waterplanten en is het dus glad. Wij zijn een paar honderd meter verder gelopen naar een plaats waar de stroom veel breder werd, met een zandbodem en een rustige stroom. Mijn onderbroek werd net aan de onderrand een beetje nat. Louis vond het verstandig om het waden nog deze dag te doen, aan het eind van een etappe. We waren dan wel moe, maar omdat het niet zo moeilijk was om de rivier over te steken moesten we het maar doen. Dat zou de volgende dag extra tijd opleveren, waden kan namelijk nogal ophouden.

De lange staven hebben ook nadelen: transport is wat lastig. Als je ze vanwege de aard van het terrein niet hoeft te gebruiken kun je ze ook niet in de rugzak stoppen. Dan blijf je er dus mee in de hand lopen. Het gewicht is groter. Maar ik heb dit niet als erg nadelig ervaren. Verder zie ik belangrijke voordelen: ze zijn sterk, dat geldt vooral voor de alu-staaf. De bamboestok kan niet zo'n grote zijwaartse druk doorstaan, zoals Louis aantoonde. Hij was daar wel van overtuigd, ik rolde over de grond van het lachen.

De etappe naar Miekak Fiskecamp moesten we al voor Kuoblatjåkkå afbreken. Het was gaan stormen en regenen, zo erg dat we nauwelijks nog vooruit konden komen. De tent werd opgezet, alle spullen snel naar binnen gewerkt en wij kropen in onze slaapzakken. Wachten op beter weer. Ik had het wel benauwd, ik vroeg me af of mijn tent het wel zou houden. Maar gelukkig werd het in de loop van de nacht weer rustig. En helder. De gevolgen waren de volgende ochtend duidelijk zichtbaar: witte tent en bevroren kleren. Maar 's nachts hebben we een schitterend noorderlicht gezien. Zoals tijdens meer nachten overigens. Ik had het plan opgevat om de volgende nacht in de schuilhut te overnachten die bij de brug over Låddaureströmmen staat. Maar dat hutje viel tegen, hij zag er anders uit dan ik gewend ben van de schuilhutten in dit deel van het Zweedse berggebied. Meestal zijn het prismahutjes, met een paar britsen en een kachel. En afsluitbaar. Deze was open, zonder britsen. Gelukkig was er wel een goede plaats om te kamperen. Twee kilometer verder, bij de volgende brug, waren ook zeer goede mogelijkheden om een tent op te zetten.

Je kunt de staven op verschillende manieren gebruiken, afgezien van de ondersteuning bij het lopen. Als er meerdere mensen zijn met zo'n staaf, kun je indien nodig een draagbaar maken, je kunt zware en onhandige spullen versjouwen, voor het doorwaden van een rivier zijn ze noodzakelijk, je kunt een wigwam maken. Misschien zijn er nog wel veel meer toepassingsmogelijkheden.
Van de alu-staaf kreeg ik overigens wel zwarte handen en de doorsnee van 2,5 cm was niet te groot, eerder aan de krappe kant. Je zou de staaf misschien deelbaar kunnen maken, maar de sterkte wordt daardoor misschien wel minder. En wie kan dat voor je maken?

De dag na "de dag van de veelvraat" merkten we dat de verkrijgbare kaarten wel hun beperkingen hebben. Ze zijn alleen verkrijgbaar in de maatstaf 1:100.000. Het gebied waar we nu zouden moeten lopen telde heel veel meren en kleinere plassen. Deze stonden niet allemaal op de kaart en je kon ze aan de vorm ook niet goed herkennen. Verder waren er veel verhogingen in het terrein die door de geringe hoogteverschillen ook niet herkenbaar waren op de kaart. Tel daarbij op dat je vanuit de lucht al een heel ander idee krijgt van het terrein dan wanneer je gewoon de voetjes op de grond houdt, het werd dus ingewikkeld. We kwamen tot de conclusie dat we onze kampeerplek vermoedelijk nooit meer exact zouden kunnen terug vinden. En toen kwam er ook nog eens mist opzetten. Maar het eerste uur konden we nog redelijk onze weg vinden, daarna moesten we op kompas lopen. Tenslotte kwamen we bij een diepe kloof met een bergstroom. Ah! Dat moet toch herkenbaar zijn op de kaart. Ja hoor, de kloof maakte na een flauwe bocht naar rechts een heel scherpe naar links. We waren dus wel steeds de goede kant opgelopen, niets van de route afgeweken. We waren ook zo onderhand bij de onderrand van de bewolking gekomen, af en toe kon ik nog verder naar beneden een meer zien glinsteren. Dat was Luoppal, in Tarradalen. Nu was het nog 4 kilometer naar Njunjesstugan, een hut van de Zweedse toeristenvereniging. Hogerop in Tarradalen kwam de zon er een beetje door. Met de bewolking vlak boven ons hoofd gaf dat een onwerkelijk beeld, wat een fantastische kleuren!

De beheerders van de STF-hutten waren al naar huis. Njunjesstugan was echter wel open, althans, één van de twee kamers. Die blijft altijd open voor passanten, er zijn namelijk wandelaars en skiërs die zich niet laten weerhouden door de seizoenen. Er waren al twee gasten aanwezig, later kwamen nog twee Finnen binnen kijken. Dat waren wat vreemde figuren, hoewel er ruimte is voor tien personen, wilden zij niet met vier andere personen in één kamer overnachten. Misschien wilden zij ons hun gesnurk wel besparen. Een gedeelte van onze bagage was wat vochtig, die konden wij hier mooi te drogen hangen. Daarvoor moesten wij wel de kachel flink opstoken, wat werd het heet zeg! Maar onze spullen konden mooi droog de rugzak in. Het laatste deel van de tocht, terug naar Kvikkjokk, is er boottransport mogelijk. Wij werden opgehaald door Beertje (Björn), een apart type. Het bier, dat ik voor hem meegenomen had, had hem gesmaakt.

Henk Kersten


Hiking-site.nl op Twitter




Share/Bookmark
homezoeken op deze sitetop van de pagina
Vertel vrienden over deze pagina

Laatste wijziging: 22-02-2025

Hiking-site.nl is een site voor actieve buitensporters, wandelaars en hikers die op zoek zijn naar informatie over materiaal, routes, navigatie, EHBO, tips en tricks, avontuur, wandelen, outdoor en buitensporten. Nieuw op deze site?
Lees dan eerst eens rustig deze pagina met informatie over Hiking-site.nl!
[home] [linken naar Hiking-site.nl] [adverteren op Hiking-site.nl]
"; } if(lC>2400) { rightAd3.innerHTML = "
"; }