Op bezoek bij de Webmaster van de Hiking-Site
Hoewel dit verhaal geen wandeling betreft, of een of andere beklimming heeft het genoeg raakpunten met buitensport en de Hiking-Site in het bijzonder om hier een plaatsje op de site te krijgen. En het is in ieder geval het verslag van een voor ons enerverende reis.
Afgelopen Mei zijn Peter Meier en ik namenlijk op de motor naar de Spaanse Pyreneën geweest, en hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om Raymond en Yolanda even op te zoeken in Mataró, hun woonplaats net buiten Barcelona. Mataró is een redelijk grote stad, totaal gespaard van het toerisme, wat het erg authentiek en dus interessant maakt.
Hoe het begon…….
Na vele ritten in de Ardennen, een toer door de Alpen en alle hoekjes en gaatjes van ons eigen landje was ik wel weer eens toe aan een echte motortrip. Voor mij betekent dat meestal iets van 7 tot 8 dagen op stap zijn, en minstens 3000 tot 4000 kilometer afleggen op mijn trouwe BMW R850GS.
Waar naar toe was ook al geheel duidelijk: na een perfecte vakantie in de Spaanse Pyreneën vorig jaar wilde ik dol en dolgraag dit gebied eens doortrekken op de motor. Ook liep er al een vage afspraak om weer eens op bezoek te komen bij Raymond en Yolanda thuis, daar waren Anja, mijn vrouw, en ik al eens eerder langs geweest. Alleen de vraag was met wie zou ik nu de tocht kunnen maken? Mijn gebruikelijke motormaatje had al te kennen gegeven dat hij deze keer moest afhaken, en om het helemaal alleen te doen is wel erg eenzaam. Toen ik dit probleem eens voorlegde aan Peter Meier begon deze zeer enthousiast te reageren en hij vroeg me heel netjes of hij soms meemocht.
Omdat ik Peter intussen een paar keer had meegemaakt op verschillende evenementen van de Hiking-Site Club en daar altijd goed met hem kon opschieten leek mij dat een prima idee en een afspraak en datum waren toen snel geregeld.
De datum werd dus eind Mei. Even was er zelfs sprake van dat dat net het weekend zou zijn dat Raymond en Yolanda zouden trouwen, maar dan zouden we ook welkom zijn.
De trouwdatum werd echter de 10e Mei, en wij zouden pas de 22ste vertrekken.
Voor mij kwam het er uiteindelijk op neer dat ik eerst op de motor naar de "Wedding Hike" in de Ardennen ben geweest en daarna bijna gelijk door naar Spanje zou rijden.
De 2 dagen dat ik tussentijds thuis was zat mijn vrouw echter weer met kind en zus in Parijs zodat ik voor mijn gevoel als halve vrijgezel op de motor stapte.
Woensdag 22 Mei. 10:00
Omdat we de het avond ervoor het weer veel te laat hadden gemaakt ging de start erg traag, en de gestaag vallende regen maakte dat Peter en ik ook niet echt stonden te springen om op de motor te stappen. Maar ja, we moesten uiteindelijk wel, dus tegen tienen starten we onze motoren en reden de nattigheid in. Files in Antwerpen, files in Brussel, files in Parijs, het wilde maar niet opschieten, en ook bleef er maar water naar beneden komen. Toch hadden we tijdens de korte tankstops de grootste lol samen, en smaakte een cigaretje en een bak automatenkoffie uitstekend.
Helaas haalde we ons voorgenomen doel, een motorcamping in de Dordogne, niet en besloten we om net voor Limoges de boel de boel te laten en de snelweg te verlaten.
Net van de snelweg af reden we een klein dorpje binnen waar we terecht konden op een kleine, maar goede "camping municipal"
Voor in totaal 6 Euro mochten we daar voor een nacht onze tentjes opzetten, de toiletten gebruiken en even douchen.
Gegeten hebben we in een grandioos restaurant: in een 17e eeuws kasteeltje met een touristenmenu van 18 Euro de man. Niet het allergoedkoopste, maar voor dat geld zaten we wel patrijs, zalm en meer van dat echte outdoor voer te eten. Helaas ontdekten we pas met afrekenen dat de 25cc flesjes bier 3,50 Euro kostten, zodat het hele goedkope er na afloop toch ook weer vanaf was.
Verder een rustige nacht gehad, droog en zonder enige verstoringen.
Donderdag 23 Mei.
De tweede dag: nu waren we gelukkig allebei een stuk beter uitgerust en om een uur of 9 zaten we weer op de motor.
Omdat de loodgrijze hemel ons weer veel water beloofde zagen we af van het originele plan om vanaf dag 2 lekker te gaan touren en doken we de snelweg weer op om zo snel mogelijk in de Pyreneën te belanden. Ik bleef volhouden tegen Peter dat we eenmaal door de 7 km lange tunnel bij Vielha heen in het goede weer zouden belanden, iets wat hopelijk deze keer ook weer zou uitkomen, want we hebben wat regen gehad, jongens. Bij de laatste tankstop voor Toulouse gebeurde er trouwens nog iets vreemds: op het benzine station werden net de koffie automaten vervangen voor een nieuwer type en het was dus nogal een chaos in die hoek. Een van de mensen die daar met zijn muntjes stond te hannesen kwam mij erg bekend voor, en nadat ik hoorde dat deze man Nederlands sprak ben ik toch maar eens op hem afgestapt met de vraag of hij uit de omgeving van Spijkenisse afkomstig was. Op zijn verbaasde ja, reageerde ik weer met vragen of hij een bepaald iemand was, en toen hij dat ook bevestigde legde ik hem uit dat ik 4 jaar bij hem in de klas had gezeten, op de Ring van Putten. Let op; ik praat hier over 1977 tot en met 1980! Een vreemde ontmoeting, zo'n 1000 km van huis. Hij kwam net terug uit de Pyreneëen waar hij goed weer gehad had, maar waarschuwde ons ook voor nog veel slecht weer aan de Franse kant.
Zeker net na Toulouse was het weer zo enorm slecht dat we van ellende maar een wegrestaurant in zijn gedoken. Daar heb ik iets gegeten wat er in eerste instantie lekker uitzag, maar bij nadere inspectie kon ik er niet meer van maken dan dat het een stuk darm was, gevuld met grof gesneden orgaanvlees en uierboord. Juk!
Maar het was warm, zout en vulde mijn maag, en alles was op dat moment beter dan rijden in de regen.
Maar ja, we moesten wel weer verder dus in een enorme hoosbui vertrokken we maar weer, met medelijden nagestaard door de aardige dame van het benzine station.
Gelukkig werdt het weer iets beter toen bij St Gaudens richting de bergen vertrokken, en net na de grens hebben we zelfs een heel klein beetje zon gezien tijdens een tankstop. De taferelen die dit opleverde zal menige Spanjaard met verbazing gadegeslagen hebben: 2 verzopen motorrijders die juichend naar de zon staan te wijzen terwijl ze elkaar in de armen vallen…….Ik wil er niet eens meer aan terugdenken.
Helaas reden we snel weer onder een dik wolkendek en vingen we slechts een glimp op van de schitterende bergen die ons omringde. Maar het bordje "Tunnel de Vielha" deed de hoop weer oplaaien en vol goede moed doken we de tunnel in. Deze tunnel behoeft wel wat extra uitleg: voor Nederlanders die de Coen,Kil, Botlek of Heijnenoordtunnels gewend zijn is dit een tunnel waar je echt wel een keertje moet slikken: 7 kilometer lang, met bochten er in en slechts 2 rijbanen zonder uitwijkmogelijkheden. Terwijl de tegenmoetkomende vrachtwagens je nog net niet verblinden zit je je af te vragen wat je in hemelsnaam zou moeten doen als het op de een of andere manier mis zou gaan. De recente rampen in de Mont Blanctunnel en meer van dat soort verbindingen komen ineens akelig dichtbij. Maar na de tunnel zou alles beter zijn……. Het eerste wat ik dus deed toen we de tunnel uitreden was dan ook hoopvol naar boven kijken om te ontdekken dat het er nog steeds erg bewolkt was, en zelfs wat regende. Gecombineerd met de hoogte maakte de kou en nattigheid ons "very miserable" om van de geestelijke domper maar niet te spreken. Gelukkig werd het al snel beter, en een kilometer of 10 na de tunnel reden we in de zon! Stralende blauwe lucht, met hier en daar een klein stukje witte waterdamp! Hierop hadden we gehoopt!
Na nog een kilometertje of 20 komen we aan bij de camping die ik afgelopen zomer had bezocht: Baliera, net iets ten noorden van Pont de Suert. Hier worden we vorstelijk ontvangen: verkleumd en nog nat als we zijn krijgen we eerst een behoorlijk heftige borrel van de zaak om op te warmen, daarna pas wordt er over "zaken" gepraat.
Rustig als het is mogen we zelf een plekje zoeken, en dat is dan ook snel gevonden.
De avond verloopt rustig. We genieten van het weer, maken een lekker potje prut en prak (Spaghetti met walnoten, aangevuld met Drentse droge worst) drinken een flesje of 2 Cava weg en gaan tevreden naar onze tentjes.
Vrijdag 24 Mei: de mooiste rijdag van de hele trip!
Het is nog erg vroeg als Peter nadrukkelijk koffie gaat zetten, waarschijnlijk in de hoop dat ik ook wakker wordt. Omdat hij geen horloge draagt heeft hij geen flauw idee van de tijd. Op mijn slaperige "Hoe is het weer?" antwoord met iets in de trand van dat het allemaal niet veel bijzonders is. Zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzip, en open is mijn tentje: niet weer zo'n dag!
Het is inderdaad niet helemaal onbewolkt: de vroege ochtend nevel hangt nog in het dal omdat het pas 7 uur is….Maar een blik op de hemel maakt veel goed. Zodra de zon boven de heuvels uitkomt is het snel stralend blauw en warmen we snel op. Na de koffie en wat koekjes ruimen we op het dooie gemakkie de tentjes op, hangen alles aan de moteren en rekenen onder het genot van een aantal zalige café solo's de camping af.
In Pont de Suert doen we nog wat boodschappen, eten een broodje en dan gaan we eindelijk beginnen waarvoor we dit allemaal gedaan heben: lekker toeren over hele mooie bergwegen, niet gehinderd door druk verkeer, stoplichten, flitsbakken en stopborden.
De route zal ons langs een aantal bijzonder mooie passen langzaam maar zeker richting Mataró brengen, we hebben om een uur of 6 vanavond bij Raymond en Yolanda afgesproken.
Na een uurtje op de motor stoppen we in een heel klein dorpje en drinken in de brandende zon op een terrasje weer koffie en een frisje. Ook laat ik Peter kennis maken met het fenomeen Tapas: kleine hapjes om de ergste trek te stillen. De Jamon Serano, Fuet en lokale "bal gehakt" smaken prima, en we zijn totaal onthaast. We fantaseren wat over een huisje kopen hier, maar vertrekken toch maar weer om verder te rijden. Rondom Tremp rijden we in een gebied waarbij de hele Ardeche in het niet valt: diepe kloven, loodrechte wanden en fabelachtig mooie vergezichten. Ik krijg tijdens een afdaling een enorme kick en laat Peter achter me. Van te voren hebben we al afgesproken dat we niet perse bij elkaar hoeven te blijven op dit soort stukken, je kunt toch nergens afslaan, en aan het eind van de weg wacht je gewoon op elkaar. De eerste bochten zie ik Peter soms nog in mijn spiegels maar al snel is hij helemaal uit het zicht. Ik voel me perfect, de motor loopt als een zonnetje en samen hebben we de grootste lol. In het enkele dorpje waar ik doorheen ga houdt ik me even in, geen noodzaak om hier de beest uit te hangen, maar zodra de huizen weer achter me liggen gaat de gashandle weer ver open en ga ik weer helemaal op in het ritme van sturen, remmen, schakelen en weer gasgeven. Als ik even later beneden aan de weg op Peter sta te wachten onderga ik een gevoel dat ik alleen maar kan omschrijven als puur geluk, en ik ben helemaal tevreden met het leven en mezelf. Omdat er toch niemand kijkt geef ik de motor een aai over zijn tank, en stilletjes bedank ik hem voor dit genot.
Dan komt Peter er weer aan, en ook zijn hele houding straalt uit: IK GA HIER UIT MIJN BOL!!!!!!!
Als hij is afgestapt staan we allebei te joelen en te springen en elkaar te vertellen hoe mooi het allemaal wel niet was. Het vermelden waard is nog de kamikaze hagedis die precies tussen mijn achterwiel en Peter's voorwiel de weg over spurt, Peter stikt haast van het lachen als hij het me verteld.
Zo gaat het nog wel een paar kilometer door, maar langzaam maar zeker moeten we de bergen uit om richting de kust te rijden. Gelukkig vinden we hier ook nog vele mooie kilometers, maar aan de kust wordt het spannend. We rijden over een net niet-snelweg, erg veel bochten en alles gaat minimaal 130. We blijven maar op de langzame baan hangen en ondanks dat missen we de afslag Mataro bijna. Dat is te zeggen: we zien de afslag wel, maar die gaat gelijk zo'n beetje haaks naar rechts zodat we allebij de baan voorbijschieten en op de smalle vluchtstrook eindigen.
We trekken de motoren terug en rijden snel de weg af, Mataró is nog 20 kilometer.
In Mataro zijn we nog een half uurtje zoet met vragen en rondjes rijden maar uiteindelijk is het dan toch voor elkaar: de motoren staan veilig geparkeerd en wij zitten aan een biertje bij Raymond en Yolanda op het dakterras. We hebben volop te vertellen, zeker omdat Peter er niet bij kon zijn op de "Wedding-Hike" het weekend daarvoor. Na het eerste biertje volgen er nog meer, en we vullen onze magen met een zalige barbecue maaltijd.
Na het eten wandelen we half teut naar het strand, op nadrukkelijk verzoek van mij.
Vorig jaar ben ik door Raymond en Yolanda naar een strandtent gebracht waar ik mij direkt heel erg thuis voelde. Een bar, fakkels in het zand, super relaxte mensen en een onwijs goede DJ.
Ook vanavond is het er weer druk, zeer gezellig en langzaam maar zeker worden Peter en ik echt teut. Peter wandeld opeens weg, komt met natte voeten terug en valt bijna bovenop een groepje Spanjaarden onder het uitroepen van: I'm from Holland and my motor is a submarine…..
Hilarisch gewoon.
Raymond besluit wijselijk dat het tijd wordt om bedwaarts te gaan, en na een korte wandeling zitten we weer op zijn terras.
Heel veel later is het daarna niet meer geworden, de dag was lang en indrukwekkend.
Zaterdag 25 Mei
Oei, wat was de nachtrust weer kort……
Na zeker wel weer 5 uur geslapen te hebben mag ik er weer tegen aan. In de andere kamer wordt of is Peter ook al wakker, en al snel zitten we op het dakterrasje aan een bakje koffie. Het is warm, vrijwel windstil en we zijn zo duf als ik weet niet wat. De keus is dan al snel gemaakt: we gaan naar het strand.
Wat een contrast met de regen in Frankrijk, we prijzen ons gelukkig dat we in ieder geval hier goed weer hebben.
Na nog een bakje koffie struinen we het strand op om deel uit te gaan maken van de Spaanse strandcultuur. Alhoewel, deel uit maken is misschien niet helemaal de juiste omschrijving. Drie spierwitte buiken boven een 6 tal nog wittere benen maakt wel duidelijk dat hier een paar buitenlanders liggen, zeker omdat er ook hier weer geen toerist te bekennen is. Toch hebben Raymond, Peter en ik het lef om het eigenlijk nog wat te frisse water van de Middelandse Zee in te duiken, Yolanda is intussen haar baantjes aan het trekken in het verwarmde openluchtzwembad, pal op het strand.
Na deze sportieve activiteiten gaan we via wat winkeltjes richting huis voor de siesta: al weer zo'n Spaanse gewoonte waar we heel erg snel aan wennen. Hier zou ik wel kunnen en willen integreren!
We eten een zalige lunch op het dakterras met veel visgerechten en daarna gaat een ieder zo'n beetje zijn eigen weg: Peter net wat inter op Raymonds PC, Yolanda is helemaal uit het zicht en op het terras doezelen Raymond en ik zo'n beetje weg in het zonnetje. Tot een uur of 4 is het een luie bedoening daar, tot ineens iedereen zin heeft om toch nog een paar uurtjes Barcelona in te duiken.
Peter heeft veel interesse in het werk van Gaudi, wiens gebouwen en ornamenten je overal in het centrum van deze stad tegen kan komen. Ook shoppen we nog wat en doen tot slot nog een "toertje"naar de Segrada de Familia, de enorme kathedraal ontworpen door Gaudi waar nog steeds aan gebouwd wordt.
Terwijl het nummer Barcelona van Freddy Mercury loeihard door de auto dreunt rijden we aantal rondjes om het immense gebouw, waarna het weer tijd is om vertrekken. Cultuurproeven op zijn meest botte manier, maar ja we hebben gereserveerd in een van de betere restaurants in Mataró, en daar moeten we op tijd zijn, anders is je tafeltje gewoon vergeven.
Na het zalige eten gaan we nog een paar uurtjes op stap in Mataró: eerst even de kermis op en dan vlug weer naar de strandtent zodat het zomaar vanzelf weer erg laat wordt.
Zondag 26 Mei
Na een rustige nacht met een ongestoorde slaap voel ik me toch niet helemaal 100%. Ik voel dat een verkoudheid me langzaam maar zeker in zijn greep krijgt.
Peter is ook al weer wakker en we ruimen op het gemakje onze bagage bijeen zodat de berg losse spullen langzaam maar zeker weer getransformeerd wordt in een paar handzame pakketten die weer op de motoren gebonden kunnen worden. Vandaag willen we via een paar hele mooie passen weer uitkomen op de camping waar we op de heenweg ook een nachtje hebben geslapen, Peter is al net zo enthousiast als ik over de sfeer en behulpzaamheid van de eigenaar en vooral zijn zoon Sergi. Raymond en Yolanda willen ook die avond nog even de bergen zien en beloven langs te komen voor het eten. Zij zullen voor het eten zorgen zodat wij ons nergens om hoeven te bekommeren. Onder een strakblauwe hemel laten we Mataró achter ons.
De eerste uurtjes dat Peter en ik weer "en route" zijn rijden we in een boog om Barcelona heen om bij Zaragossa af te buigen naar het noorden. Zodra we de belangrijke kustwegen achter ons laten hebben we de snelweg voor ons alleen, en het weer is ook nog eens perfect op wat wind na. Ontbijten doen we in een tentje bij een benzine station, waar we met verbazing het ontbijt of de lunch van een Spaanse medeweggebruiker gadeslaan: 2 sigaretten, krantje erbij en een een flink glas bier, en dat om half 11 in de ochtend. Het meisje dat ons bedient mag er ook al zijn dus we vermaken ons weer opperbest.
Als we later aan de rand van de bergen een afslag missen nemen we een alternatieve route die schitterend blijkt te zijn: lange glooiende hellingen met aan de linkerkant schitterende rollende kalksteenheuvels en aan de rechterkant eindeloze graanvelden. We wanen ons in een autocommercial, en hebben weer pret voor tien. Totdat we in een piepklein dorpje stoppen voor een café solo, de piepkleine maar o zo sterke bakjes koffie waar we beiden wel pap van lusten.
In het cafeetje blijkt een Catalaanse bruiloft aan de gang te zijn: de hele familie verzamelt zich in het plaatselijke café, de mensen drinken wat en gaan dan gezamelijk aan tafel. Simpel, maar oergezellig. We stappen als een stel buitenaardse wezens de bar in, dik ingepakt in motorkleding, sjaals, handschoenen en zware bergschoenen. We vallen in zo'n dorpje toch al op, maar tussen deze opgedofte mensen lijken we wel een stel verwilderde halve garen.
Dat we vol verbazing en half kwijlend naar de 7 of 8 zeer knappe jongedames staan te staren zal ook wel niet hebben geholpen om ons imago wat op te vijzelen. Zo veel opeengepakt vrouwelijk schoon is echt het laatste wat je verwacht in een dorpje ver van de bewoonde wereld. En vergeet ook niet dat we intussen ook al weer een aantal dagen zonder vriendin cq. echtgenote op stap zijn, en hoeveel Peter en ik elkaar ook mogen: sexueel gerief vinden we niet bij elkaar. De mensen zijn in feeststemming en zeer vriendelijk, en als iedereen opstaat om te gaan eten loopt iedereen eerst langs de bruidegom en bruid (ook al zo'n hele knappe!) om deze te feliciteren. Peter en ik vinden het wel zo beleefd om het gelukkige stel ook even te feliciteren, tot grote hilariteit van een aantal oudere dames. De tantes en oma's staan ook nog eens zeer verbaasd naar boven te kijken, we steken hier echt met kop en schouders boven de langste gasten uit, laat staan deze oude besjes. Peter geeft een van de dames een kushandje ter felicitatie en dat wordt beantwoord met een paar dikke pakkerds voor Peter en mij. Eindelijk succes! We hebben een Spaanse gezoend! Dat ze ergens tussen de 200 en 250 jaar oud is mag de pret niet drukken, de pretmeter is allang van 10 naar 100 gestegen.
Als iedereen aan tafel is gegaan gaan wij ook maar weer op weg, mee eten zit er toch niet in. De weg voert ons geleidelijk dieper de bergen in en we genieten weer intens van de hoge kalkmassieven en fantastische uitzichten in de omgeving van Sert.
Ondanks dat dit nu voor mij de derde of vierde keer is dat ik hier rij blijf ik me verbazen over al dat moois: soms kom je door een bocht heen zoeven en dan lijkt het wel of je tegen een muur oprijdt, honderden meters hoog, en met de meest fantastische vormen en kleuren in de rotsen. Peter, zelf een enthousiast indoor klimmer wijst me nog vol opwinding op een stel klimmers, ergens halverwege een loodrechte rotswand van minimaal 100 meter hoog.
Moe maar zeer voldaan rijden we tegen een uur of 5 weer de camping op, waar we weer hartelijk verwelkomd worden door Sergi die ons snel weer voorziet van een flesje San Miguel.
Een uurtje later komen Raymond en Yolanda ook de camping op rijden en we gaan een begin maken met het eten. Helaas zitten we weer zo dicht bij de Franse grens dat er weer wat bewolking over de bergen heen komt en even regent het zelfs wat. Geen probleem verder want we mogen in een zaal van het activiteiten gedeelte onze branders neerzetten en zo op het podium eten heeft ook wel weer wat. Alleen begint nu bij mij de verkoudheid toch door te zetten en ik voel me steeds beroerder worden, en heb ook behoefte aan rust. Even alleen zijn, de ervaringen van de afgelopen dagen verwerken terwijl ik een wandeling langs de rio Baliera maak. Vermeldenswaardig is nog dat ik er verse everzwijnsporen aan tref, vlak bij de camping.
Terug gekomen bij de rest blijkt dat daar ook niet alles helemaal OK is: Yolanda voelt een allergie aanval opkomen, waardoor zij en Raymond besluiten om maar weer op huis aan te gaan. Heel jammer allemaal, maar niets aan te doen. Zeker voor Raymond en Yolanda: zij zitten in totaal meer dan 6 uur in de auto om nog geen 2 uur bij ons op de camping te zijn.
Als ze vertrokken zijn ruimen Peter en ik nog wat verder op, en na nog een biertje in de cantina van de camping kruipen we maar een keertje vroeg in de slaapzak.
Van Peter krijg ik nog een pil die de koorts wat onderdrukt, dus ik slaap gelukkig redelijk goed.
Maandag 27 Mei
Na de min of meer in het ziekbed geeindigde avond gisteren wordt ik wakker met een kop als een steen, verstopte luchtwegen en een paar longen die branden als een oven. Ja hoor, bronchitis, het is weer eens zo ver. De zeiknatte heenweg heeft me toch te pakken gekregen. Omdat er voor mij niet veel meer aan is zo en we toch zo'n beetje aan de thuisreis zouden gaan beginnen besluit ik om deze dag maar zo snel mogelijk naar huis te gaan. Peter en ik zouden toch al opsplitsen omdat hij nog bij vrienden in Frankrijk wil langsgaan en ik Woensdag weer aan het werk moet dus de keuze om gelijk maar elk onze eigen weg te gaan is snel gemaakt….. Of toch niet? Peter maakt zich zwaar bezorgd om mijn algemene gesteldheid en biedt aan om me te vergezellen terug naar Nederland.
Ik zie dit absoluut niet zitten; ten eerste zou ik het erg lullig vinden als hij zijn voorgenomen bezoek aan zijn vrienden zou moeten missen, ten tweede houdt hij mij te veel op: ik rij nl. 300 kilometer op een volle tank, Peter haalt met moeite de 160. Dit betekent dus bijna het dubbele aantal tankstops met alle vertraging van dien. Dus de hele ochtend lieg ik alsof het gedrukt staat en hou de schijn op dat ik me prima voel. Niet erg netjes, maar in dit geval beter voor ons beiden.
We besluiten dan ook om gezamelijk naar de grens met Frankrijk terug te rijden en vlak voor de snelweg te splitsen. Peter wil via de mooiere D-wegen naar zijn vrienden toe, ik wil alleen maar zo snel mogelijk naar huis. Vlak voor de grens ontbijten we nog wat in een prima tent en een half uurtje later stoppen we nog eenmaal voor ik de snelweg opdraai.
Na Peter nog eenmaal op zijn hart gedrukt te hebben dat het goed met me gaat en wederzijdse gelukswensen is het dan zo ver: ik heb een solo tocht van nog bijna 1400 kilometer voor de boeg.
De terugweg gaat verder naar omstandigheden voorspoedig: ik kan op hele stukken de 160km per uur halen, bij regen gaat het gas echter drastisch terug.
Tussen Toulouse en Limoges wordt ik weer getracteerd op een paar heftige buien, maar na Limoges is het tot aan Parjs droog en komt de zon zo nu en dan zijn gezicht even laten zien. Ik kan zelfs genieten van de rit over deze rustige snelweg en de indrukwekkende wolkenpartijen. Vlak voor Parijs las ik een echte stop in. Ik wil uitgerust en fris het drukke verkeer aldaar trotseren, en niet als een dolle de wegen rondom de stad op duiken.
Opgewarmd door een zonnetje, met een paar boterhammen en bakken koffie in mijn maag stap ik om kwart over zeven weer op de motor om tegen half acht de ringweg op te duiken. Om half acht beland ik echter ook in een enorme hoosbui met een chaos op de wegen tot gevolg: files, ongelukken en meer van dat fraais. Op een soort van adrenaline rush kom ik ook hier weer heelhuids doorheen, blij met het half uurtje rust dat ik gehad heb. Na Parijs klaart het allemaal weer op en tot aan mijn voordeur in Halsteren rij ik verder droog. Om precies 12 uur 's nachts draai ik de oprit naar mijn garage op, 14 ˝ uur na het vertrek van de camping in de Pyreneëen.
Ik bel zoals beloofd Peter nog even op om hem te laten weten dat ik veilig thuis ben en duik rillend mijn bed in……..
Toch denk ik nu met louter mooie herinneringen terug aan de hele tocht en de eerste vage afspraken met Peter zijn alweer gemaakt voor een herhaling van deze tocht, alleen dan beter: met meer tijd, nog mooiere routes met veel minder snelwegen en hopelijk ook beter weer.
Rob Plas
PS: De "eindscore" op de dagteller was 3523 kilometer.
|