Winterklimmen in Schotland
De winter is weer in aantocht. Voor sommigen is dat tegenslag, maar voor anderen juist een reden om hun winterwonderland op te zoeken. Afgelopen winter heb ik een cursus ijsklimmen gedaan in Schotland. Alles geregeld via het internet ( http://www.westcoast-mountainguides.co.uk/ ) Dit is mij enorm goed bevallen en ik denk er sterk aan deze winter weer die kant op te gaan. Over wat we daar gedaan hebben het nu volgende verhaal.
Algemeen:
Vliegen gaat erg voordelig met Easy-Jet en er is een gunstige aansluiting met de busdienst tussen Glasgow-Airport en Fort William. Ik ging om 1230 m'n huis uit en stapte om 1905 (1805 locaal) uit in Fort William. Heen en terug voor zo'n 120 euro. Van de bushalte tot aan de Kimber residentie is het ongeveer een kwartier wandelen.
De accomodatie bij Alan Kimber is erg goed voorelkaar. Hij weet precies wat klimmers willen, en dat is er ook. Een keuken met alles erop en eraan, tweepersoons of vierpersoons kamer, badkamer met ligbad, toilet en een paar geweldige droogkamers waar je na de tocht erg vrolijk van wordt. In de huiskamer alleen maar smulvideos en de boekenkast gevuld met uiterst interessante klimporno.
Een supermarkt met pin-automaat bevindt zich op 5 minuten lopen en is dagelijks tot 2200 uur geopend. Hierdoor is self-catering erg goed te doen. Het centrum ligt op 10 minuten lopen. Niet alle horeca was open, maar genoeg om leuk een hap te eten en een biertje te drinken. Eventueel kun je kiezen voor good (or bad!) company in de avond van je eventuele huisgenoten, waarbij opgemerkt; Als het huisje vol is met tien man dan is het behoorlijk druk en moet je in het gebruik van de douche, de keuken en de videorecorder flexibel zijn...
Er zijn een aantal Outdoorzaken in Ft. William die er een beperkt maar kwalitatief opvallend goed assortiment op na houden. Wel zijn ze erg duur in vergelijking met Nederland. Volg je een cursus via Kimber krijg je bij de Westcoast-Outdoor Leisure 10% korting. Daar werd ik erg vrolijk van want ik ben nu de trotse eigenaar van een geweldige salopette van het onvolprezen merk Mountain Equipment. Een geweldig ding voor een erg redelijke prijs. (Ik was op Stob Coire Nan Lochan gestruikeld en met m'n stijgijzer in m'n goedkope fladderende regenbroek blijven hangen. Met de gruwelijk harde wind (tot 100mph) scheurde de broek open tot boven de knie. Beyond repair.. Nadat ik mijn eigen broek gesloopt had mocht ik de dag daarop zonder problemen een broek van Alan lenen waar ik vervolgens 1 dag in geklommen heb. Daar ik hem 'uiteindelijk toch nodig had' toch maar die Salopette gescoord en wat vaker pasta gegeten i.p.v. een warme hap in het Ben Nevis Restaurant).
Alan zelf heeft een compleet assortiment klimspul liggen. Als je wilt kun je iedere dag met andere bijlen klimmen. Erg leuk is het om eens met de oorspronkelijk 'Terrordactyls' te klimmen. Pak je daarna een stel Quarks, dan maak je een verbluffende sprong door de geschiedenis van de klimhardware.
In de acht dagen dat wij hier waren hebben wij sterk wisselende omstandigheden gehad. Van blauwe lucht met een zonnetje en strenge vorst tot regen die de hele dag aanhield. Je bent gelukkig niet 100% afhankelijk van het weer om toch een leuke tijd te hebben. Er is in de buurt altijd wel wat te klimmen en er zijn verschillende plekken waar je kunt informeren over de condities van de dag. Je hoeft geen topklimmer te zijn om het hier naar je zin te hebben. Zorg wel dat je fit bent. Vaak stamp je zo'n 700 meter omhoog voor je aan de klim van de dag toekomt. Vaak regent het of moet je door diepe sneeuw.
Ik had vantevoren het gidsje 'Winterclimbs Ben Nevis en Glen Coe' van Kimber gekocht. Welliswaar voor de halve prijs, maar uit 1990 en uiteindelijk niet zo'n heel goed idee. Het gidsje uit '94 is bij Kimber zelf te krijgen, en bevat duidelijk meer routes en is veel overzichtelijker in het gebruik. Eind 2002 komt de nieuwste versie uit.
De cursus is, gezien hij 1 op 2 is, erg tailor-made. Wij hadden de mazzel om op dag drie een schitterende grade IV/V te klimmen, terwijl onze Engelse mede-cursisten, Nick en Jamie, uiteindelijk tot een grade II gekomen zijn. Zij kenden elkaar van tevoren niet en Jamie bleek een stuk fitter en ambitieuzer dan Nick. Daar hebben ze uiteindelijk beiden last van gehad. Ik beveel deze methode dan ook niemand aan.
Peter en ik hebben samen een C-1 en C-2 cursus gedaan en verschillende touren gemaakt. Ga met een partner die je kent.
Dag 1: Alan zelf is herstellende van een blessure zodat we samen met Nick en Jamie kennismaken met gids Mike Pescod.. Vanaf morgen zullen we opsplitsen, en komt er een tweede gids bij. We beginnen met een rondje voorstellen en het uitwisselen van ervaringen. Dan een algemene gearcheck en we kunnen weg. We rijden met de Landrover van Alan richting 'The Ben' om daar gezamelijk de eerste dag door te brengen en een aantal vaardigheden te herhalen.
Via het aanvankelijk erg soppige, maar later onder een steeds dikkere laag sneeuw bedekte pad langs de Allt a-Mhuillin vertrekken we richting de C.I.C. hut. Een hermetisch afgesloten hol zonder sanitaire voorzieningen waarvan de bewoners, uit pure armoe, buiten in de sneeuw maar een beetje om zich heen schijten. We lopen direct door, langs dit nest van verderf, naar een hoger gelegen helling. Daar trekken we de warme kleren aan en gaan nog een stukje verder in diepe sneeuw. Een stukje herhalingsgewijs mountaineeren volgt. Grappige rem-oefeningen in de papsneeuw op een 30 graden hellinkje (als je rechtop ging zitten, zat je stil) maar uiteindelijk, na een stukje educatief rondstappen op besneeuwde +45 graden hellingen, gingen we eindelijk een gully in naar een bevroren (ontdooiend) watervalletje. Hier konden we topropend aan twee touwen naar hartelust 'het gevoel' te pakken zien te krijgen.
Oefeningen als klimmen zonder bijlen, alleen op de ijzers, zonder de handen te gebruiken blijkt een zeer effecieve methode om de nadruk op je benen te leggen bij het stijgen. Techniekjes worden bijgeschaafd. Spielerei allemaal, maar erg leerzaam door de nuttige tips van een alerte Mike. Boulderen op mixed terrein. Stukjes drytoolen waarbij de bijlen behoorlijk op hun sodemieter kregen. Van sommige excotische plaatsingstechnieken in rots had ik nog nooit gehoord en had aanvankelijk de heilige overtuiging dat op z'n minst de doorn zou breken, maar dit bleek enorm mee te vallen. Een hele aparte gewaarwording voor Alpen-klimmers is de aanwezigheid van pollen turf. Al heb je er over gelezen of gehoord, het is een vreemde sensatie voor de eerste keer je bijl met een zuigend geluid in zo'n vette pol te voelen verdwijnen. Sommige functioneren (hangen) prima, maar je ontwortelt ze ook voor je 't weet.
Tijd vliegt als je pret hebt en het werd tijd om terug te gaan. Weer springen over de glibberige stenen van de kolkende Alt-A-Mhuillin. Er staan een paar tentjes op veilige afstand van de hut. Twee mannen lopen wat heen en weer voor hun tentje. Een dampende mok in hun handen. Ik vraag me af waar zou ik voor kiezen? Heerlijk nat en koud van de klim met z'n tweeën in je zeiknatte lappie kruipen.. Of in een muf, maar warm, hol met een stel ruftende kerels. Ik besluit dat het met een grote tent en een goede gaskachel hier prima kamperen moet zijn.
Nog drie kwartier lopen. Er loopt een grote groep herten voor ons weg. Het regent.
Vandaag hebben we de basis voor een paar geweldige klimdagen gelegd..
Dag 2: Mike kiest Peter en mij als partners in crime voor de komende dagen en hoewel het programma een grade II voorspelt sleurt hij ons meteen mee Glen Coe in, richting Innuendo, een three star grade IV op Stob Coire Nan Lochan. We rijden om 08:00 weg en beginnen drie kwartier later in een stevig tempo aan de mars die ons door het schitterende landschap omhoog voert. We zijn uiteindelijk lang niet de enige op de heuvel, en hoewel we wat mensen hadden ingehaald blijken er een paar groepjes ons voor te zijn. De route is bezet! Dan maar snel uitgewijkt naar SC-gully, een klassieker, grade III***. Een schitterende diepe, steile geul, die, soms maar enkele meters breed, glimmend omhoog kronkelt door het graniet. Hij is in blakende conditie en zuigt ons gewillig naar binnen toe.
We dringen diep door in de geul voor de steeds steiler wordende sneeuw langzaam veranderd in ijs en de eerste standplaats een noodzaak wordt. Mike trapt een comfortabele richel in de sneeuw en in no-time staat er een stevige standplaats. 2 nutjes en een slinge om een rotspuntje. Mike klimt voor en vertrekt. Trage spindriftlawines beginnen omlaag te glijden en voor het eerst die dag hebben Peter en ik zoiets van… Yeah.. hier staan we dan. Ongemerkt zijn we toch al een heel eind omhooggeklommen en zien we eruit als die kereltjes op de foto's in het gidsje. Rooie neuzen en verse sneeuw op de schouders en de rugzak. De diepte onder ons is nu al behoorlijk. De laatste 20, 30 meter voor de standplaats heeft de sneeuw ongemerkt toch nog een hellingshoek van zo'n graadje of 60 weten te bereiken. Het pad ligt al erg ver onder ons. Onwillekurig zoek ik naar op z'n minst iets van een randspleet. Maar die heb je hier echt niet, hoe ik ook speur. Peter zekert en ik rook. Allebei erg tevreden. We zien Mike de volgende standplaats bouwen op zo'n 30 meter boven ons en af en toe schuift er een plak ijs voorbij. Het verwaaide 'I am Save' klinkt, en Peter maakt zich gereed om te gaan klimmen. Polslussen goed.. een eerste treetje trappen en grijnzen naar de berg. 'That's me' als het touw strak staat.. Zelfzekering los en daar gaat Peter. Heerlijke eenzaamheid. Maar hoe ga ik dat slingetje zometeen wegkrijgen? Mike had hem kennelijk als een lasso geworpen en no way dat ik erbij kon komen. Shit! 'Climb when Readyyy' klinkt en ik pruts eerst maar de nutjes eruit. Een gerafineerd sportklimpasje durf ik niet te proberen met die kisten en ijzers aan. Ik zou mezelf nog verwonden met mijn onbeholpen techniek. Dan, met de ijsbijl zo ongeveer balancerend op de vingertoppen, op de frontpunten van de ijzers, weet ik nèt de lus los te wippen. Hèhè.. Klimmen.. de eerste. Alles heeft goede grip en werkt zoals het hoort. Het ijs is comfortabel en niet te hard. Een grappige traverseerbeweging en een geniepig kort stijl stukje voor de standplaats laten me gloeien. Het gaat heerlijk. No Turf Here!.. Standplaats bereikt. Snel op het richeltje kruipen, bijlen parkeren, mastworp in de openstaande karabiner en appelig om je heen kijken. Genieten. Mike stuift alweer weer weg en heeft mijn ATC alvast van m'n gordel gehaald en bij me ingehangen. Ik mag kennelijk zekeren nu en hij verdwijnt rap uit beeld. Peter organiseert snel de touwen voordat een slordige lus een ijsbijl eruit trekt. Meer spindrift stuift over ons heen en Mike klimt het volle touw uit. Nu vertrek ik als eerste. Leuk en gevarieerd klimmen. Na een steil stukje steeds weer iets rustiger terrein... Ideaal om een paar tellen om je heen te kijken. Het wordt wel steeds aanhoudender steil met vaker blanke stukken nu en uiteindelijk eindigt deze pitch in plain hard work. De standplaats is wat minder royaal nu en Mike heeft duidelijk grote moeite gehad hier, met de touwen strak, iets fatsoenlijks van te maken. Met moeite wurm ik twee voetjes erbij. Ik hak een richeltje voor Peter en ben serieus verrast door de geëxponeerde positie waarin we staan. De gully lijkt wel loodrecht naar beneden te vallen, en verdwijnt rechts om de hoek in het diepe niets. Peter komt eraan en weet zich puffend een plekje te veroveren. Touwen draaien.. Peter zekeren en ik weer relaxed roken (wel het peukje in de lightweight mini-asbak gestopt na 't roken). Weer bijna een heel touw omhoog en Peter vertrekt weer. Al snel sta ik alweer alleen op de standplaats alweer te bedenken hoe ik die nutjes eruit ga wurmen. Ze zitten erg diep en uiteindelijk blijkt dit nog het 'zwaarste' moment van die dag te worden. Uiteindelijk lukt het, en met een bij voorbaat redelijk zure rechterarm begin ik weer. Niet zo makkelijk als de eerste pitch, maar leuker als de tweede. Een stap of vijf naar rechts en weer een paar meter near vertical. De Standplaats is weer royaal en de laatste pitch minder serieus. Na Mike, sneeuwstamp ik het laatste stuk naar boven en maak dankbaar gebruik van het gat in de mini-corniche dat hij gemaakt heeft. Er blijkt boven een brute wind te staan. 70mph met stoten tot 100mph. Erg indrukwekkend, want m'n broek wordt letterlijk van m'n kont gerukt. Als een stel astronauten in een galactische storm strompelen we richting Broad Gully om de luwte op te zoeken. Ergens in dit inferno een onvergetelijk moment: Een piepklein Schots vrouwtje staat aan een touw, dat naar ergens in de mist verdwijnt, vrijwel horizontaal op haar pikkel geleund om haar heen te kijken. Bij het passeren van haar gezandstraalde gestalte spreekt zij met een glimlachje om de rood-gegeselde lippen: 'Lovely day, isn't it?'.
Dan een veel te korte buttslide door de Broad Gully, happie eten, koppie thee, en onderaan het interessante stuk van de Dorsal Arete (grade II) inpikken en aan lang touw omhoog. We deden het de hard way.. Alles óver het graatje.. en niet erlangs.. Beloning een mega buttslide all the way down Broad Gully. (En Mike maar grijnzen.. wij ook trouwens)
Later die middag tijdens de afdaling brak nog even de zon door. De Glen onder ons.. geschilderd in ontelbare tinten van goud, tabak en whisky. Het stromende water als zilveren slangen langs de slopes… Een roedel herten in de verte. Knorrende maag.
Dag 3: Buachaille Etive More.. Crowberry Gully, grade III/IV***.
Gesterkt door het feit dat het ons gisteren erg voorspoedig af ging en gewapend met de opgedane ervaringen waren we vol verwachting over deze 300 meter lange route.
Ik zal niet uitweiden over het klimmen zelf omdat de route veel lijkt op SC-gully. Hij is voornamelijk langer en soms iets speelser, maar erg vergelijkbaar. De condities waren nagenoeg gelijk en we hebben erg genoten.
Als nieuwelingen in het Schotse winterklimmen, überhaupt het winterklimmen, is het toch maar de vraag hoe het er allemaal uit ziet en hoe het voelt in het echt. Als voorbereiding heb ik wel een beetje gedrytoold op een wandje in Bussum. Maar dat bleek na een aantal keren omhoog en omlaag op die verticale plank toch erg vermoeiend voor de armpjes te zijn. Gebrekkige techniek en te weinig kracht zijn uiteraard de oorzaak en training de remedie. Maar gelukkig is het ijs in de Schotse gullies meestal niet van die glasharde waterval-kwaliteit. Met mijn alpen-ervaring erbij kan het lichaam het hier wel aan. Echt verticaal of licht overhangend kom je slechts in hele korte passages van drie, vier bewegingen tegen. Meestal kun je daarna weer makkelijk herstellen op eenvoudiger terrein. Dit geldt uiteraard voor de routes die wij geklommen hebben. Grade III/IV gemiddeld. Je kan het je uiteraard zo moeilijk maken als je zelf wilt. Er worden nog geregeld nieuwe, zware routes geopend in de regio.
Opvallend vond ik gisteren het gentlemen-like 'afstaan' van een route als deze al bezet is. In de Alpen maak je wat dat betreft soms malle dingen mee. Mensen die langs jouw touw over je heen klimmen of klakkeloos inklikken in je standplaats.. Een goed gevoel om te weten dat ze er hier duidelijk anders over denken. En niet te vergeten. Er zijn vele routes, dus keus genoeg.. Vandaag is Crowberry Gully helemaal van ons. Sterker nog, de hele berg is van ons.
Wat erg wennen blijkt, is het feit dat je moet zien dat je alle handelingen met handschoenen aan uitvoert. Extra lange touwtjes aan de ritsen van je jas, en bijv. knoopjes in de banden van je rugzak helpen. Miereneuken met bijvoorbeeld de elastiekjes van je capuchon moet je van tevoren doen. Een bevroren zaksteek uit een slinge peuteren wordt zo erg komisch en daadwerkelijk een uitdaging. Grappig wordt ook het pogen tot indrukken van die miniscuul kleine knopjes op je compactcameraatje. Hoewel je door de mist, de sneeuw, de wind, de druppel op je lens, de beslagen zoeker of de dikke handschoen voor je flitser verder toch al behoorlijk op de gok bezig bent. Je wilt je binnenhandschoenen zo droog mogelijk houden. Da's niet zo eenvoudig omdat de ervaring leert dat zelfs de meest dure gore-tex handschoenen niet waterdicht zijn. Worden je handen tè nat dan kan je het erg koud krijgen tijdens het klimmen. Het weer warm worden van de vingers voelt daarna niet echt comfortabel. Gids Mike heeft als ijsklimhandschoen een stel ordinaire rubberen tuiniershandschoenen met daaronder een wollen paar. Inderdaad zijn die dingen absoluut waterdicht, en geven ze een fenomenale grip. Veel Schotten klimmen ook met ouderwetse gewalkte wollen wanten. Deze worden wel nat en zwaar, maar blijven goed warm.
Je ziet hier meer mensen op plastic klimschoenen dan in de Alpen. Oorzaak lijkt me het vochtige klimaat. Het is vaak moeilijk om tijdens de erg soppige aanloop de voeten droog te houden. Maar eenmaal nat blijven ze wel lekker warm, zelfs bovenop de berg waar het vriest. De losse binnenschoen is na een nachtje droogkamer weer kurkdroog. Leer blijft in die omstandigheden van binnen langer droog, maar eenmaal vochtig droogt leer stukken langzamer en houdt het na meerdere dagen de voeten niet meer optimaal warm. Ik heb hier op zowel leren als plastic schoenen geklommen en denk dat, ondanks dat een leren schoen comfortabeler aanvoelt, plastics hier de voorkeur hebben.
Goede kleding maakt het een stuk comfortabeler. Het laagjessysteem met functionele materialen werkt perfect. Een lekker moment is het om iedere ochtend, natgeregend en bezweet van de aanloop, onderaan de route, in de ijzige wind je jas uit te doen, even zowat in je ondergoed staan, om een laag (of meerdere) toe te voegen voor het klimmen. Het blijft voor mij wonderlijk dat de natte kleding, eenmaal weer aangekleed, zo snel weer warmte en comfort geeft. Vriest het, dan is de kans groot dat je tijdens de klim zelfs weer behoorlijk opdroogt.
Op de toppen kan het gruwelijk tekeergaan terwijl het in de gullies bedriegelijk rustig is. De sneeuw dwarrelt liefelijk naar beneden en alleen de frequente spindrift-lawines veraden dat er boven iets aan de hand is. Er komt meer sneeuw naar beneden gegleden dan er valt uit de lucht en dat komt dus ergens anders vandaan. De wind stuwt boven de sneeuw op en verzameld deze op en onder de corniches. Om de zoveel tijd breekt dit af en schuift het spul als spindrift-avalanche naar beneden. Het is een goed idee om, gewapend tegen de wind, vóór de uitklim je kompas in te stellen richting veiliger terrein en je sneeuwbril en gezichtsmasker onder handbereik te hebben.
Stob Dearg, Buachaille Etive Mor.. Wat een mooie berg, en een schitterende aanloop. We kunnen tot diep de mysterieuze Rannoch Moors inkijken, tot Loch Laidon en de schimmige Grampian Mountains daarachter. Het klimmen gaat heerlijk. We kunnen kiezen tussen afdalen via de Curved Ridge of door de Great Gully. We kiezen de laatste. Een korte worsteling met de wind en dan lekker snel buttsliden. Dat geeft me nog net tijd genoeg om een nieuwe broek te scoren voor de winkel sluit. Ik voel me héél niet lekker in een geleende regenbroek met al die, overigens snel botter wordende, punten onder me. Je wordt toch overdreven voorzichtig en loopt achterlijk meer wijdbeens..
Dag 4: The Curtain grade IV/V***, Carn Dearg, Ben Nevis....
Onderweg naar de route passeren we de indrukwekkende resten van een lawine die eerder uit No 5 Gully was gekomen. Hier en daar liggen refrigerator-size blokken keiharde sneeuw en het lopen is zwaar. Op de steile sneeuwhelling ernaast maken we een rutschblock en krijgen een lesje 'Sneeuw; "… Snow is a really magnificent medium… you can walk it, climb it, eat it…But…". Uitermate interessant allemaal.
De route meet 110 meter, verdeeld in 3 pitches. Een klassieker die veel geklommen wordt als hij in conditie is, en daardoor soms druk en niet ongevaarlijk. Hij is vandaag niet in top-conditie en we zijn de enigen. We (Mike) besluiten te kijken hoever we komen.
De 1e pitch, na een akelig instapje, is lang tot aan 'de grot'. Standplaats 2. Het feit dat het stevig dooit maakte het terrein behoorlijk mixed en ik voel me als een olifant in een porseleinkast op het fragiele ijs. Wild hakken is er niet meer bij. 'Plaatsen' moeten we. Alles, voeten èn bijlen. Het ijs is erg dun op sommige stukken, en het water stroomt er sperma-gewijs (echt!) onderdoor. Hier en daar word ik erg gelukkig van een solide pol turf in plaats van een ketsende bijl. Bij een kort verticaal stukje kom ik vol met m'n stijgijzer in m'n nagelnieuwe broek terecht. Met de schrik in het lijf onderzoek ik ogenblikkelijk, met plotsklaps vrijgekomen brute kracht hangend aan één bijl, de schade. Een mi-ni-scuul gaatje slechts, dat had erger kunnen zijn! Doorklimmen met vingers waar langzaam het gevoel uit verdwijnt. Van het ijsgordijn dat 'de grot' eens bedekt had was nog slechts een dikke, instabiele smeltende plak over. Als een soort van guillotine hangt deze boven de ingang te wachten tot de zwaartekracht eindelijk zou winnen. Die wil je niet tegenkomen als die naar beneden komt. Het grotje meet ongeveer 2,5 kuub en is een klein avontuur op zich. Terwijl ik me voorzichtig onder 'de guillotine' door het gat in wurm, daarbij dankbaar gebruik makend van een bos oude slinges en lussen, probeer ik te bedenken hoe Peter er nog bij moet. Mike hangt half uit de grot, vol in het water dat in dikke stralen onder het ijs weg stroomt en ik druk me zo strak mogelijk tegen de achterwand met een been in een spastische kramp en pijnlijk ontdooiende vingers. Peter wurmt uiteindelijk zijn 1 meter 90 op de laatste schamele decimeters maar staat gebukt met zijn rug vol in het stromende water. Mike vertrekt weer en doet er nu erg lang over. Omdat we in zo'n achterlijke positie staan krijgen we de slappe lach. Het is ook erg komisch. Het water zeikt aan alle kanten over ons heen terwijl we klemvast tegen de krampen stoeien. De C.I.C hut ligt nu erg diep onder ons, en in de verte zien we een groepje remoefeningen doen op een hel ling. Het magnifieke uitzicht is onbetaalbaar.
De volgende pitch is minder lang maar wel technischer dan de eerste. Poeslief instappen op het natte ijs, en voorzichtig traverserend naar links omhoog. Een lompe klomp rots dwingt je weer naar rechts, en daarna weer omhoog. Het laatste stukje is vrijwel loodrecht en de standplaats bevindt zich links naast/onder een iets overhangende klomp rots. Er past precies nog één voet op de standplaats, mijn linker. 'The Five Foot Ledge' doop ik 'm in gedachten. De touwen komen op die ene voet liggen als Mike weer vertrekt. Het pikante instapje op het losse en zeer dunne ijs maakt me onzeker. Mike deed dat wel heel vloeiend en atletisch en ik weet nu al dat ik 'm dat nooit na ga doen. Ik ga iets hangen en verplaats mijn voet een beetje. Onmiddellijk begint het touw met een noodgang naar beneden te sissen. Ik ga erop staan met m'n vrije voet en voorkom zo nog net dat het hele touw komt te hangen. Ondanks dat het een waterafstotend geïmpregneerd touw is wordt hij kilo's zwaarder in het stromende water en het kost nu kracht om het touw met één hand door te geven aan Peter die Mike zekert. Een poosje glijdt het touw met korte schokjes door onze handen en maken we ons niet zo heel druk om het uitzicht, al dan niet aanwezig. Na een tijdje niets wordt er driftig aan het touw getrokken en maak ik me klaar voor het moment dat de mentale crux van deze klim lijkt te worden. Ik zie niet hoe het er boven me uitziet en ik concentreer me uitsluitend op het uiterst nare instapje. Mijn rechterbijl vind na wat vruchteloze pogingen uiteindelijk, aan een maximaal uitgestrekte arm, goed ijs. Nu mijn rechterbeen. Deze vindt na een welgemikte trap een dun stukje ijs dat lijkt te houden. Ik verplaats mijn gewicht en probeer mijn linkerbeen zo snel mogelijk op een kniehoog richeltje te plaatsen. Terwijl ik dit doe voel ik het richeltje onder mijn rechtervoet afkruimelen. Ik ben als de dood om aan mijn rechterbijl te komen te hangen want op de gladde plaat graniet eronder, waar ik middenin kom te hangen als ik val, zie ik geen oplossing en mijn li nkerbijl is volslagen nutteloos. Ik krabbel een beetje paniekerig terug de standplaats op en vloek hevig. Even heb ik stevige schrik gehad en die stoot adrenaline verdrijft de kou die mijn lichaam tijdens het lange roerloze staan hier verzameld heeft. Het beetje ijs dat er was is nu wel gesloopt. Ik sla de hele plaat schoon van ijs, en als een wonder verschijnt er een trappetje van solide treden. In vier stappen sta ik nu in het ijs en klim hijgend verder omhoog terwijl ik Peter hoor roepen.. Hé shit… hoe deed je dat.. Grijns! Ik hoor hier eigenlijk iets naar rechts te traverseren, maar de tussenzekering van Mike zit recht boven me, en roepen om touw heeft weinig zin. Recht omhoog dus, richting de schroef. Deze zat in een uiterst twijfelachtige plak ijs en had waarschijnlijk nog geen zak aardappelen gehouden. Na een paar slagen draaien trek ik 'm er gemakkelijk uit. Rustig, met 't liedje in m'n hoofd, klim ik door. De hellingshoek neemt langzaam af en al snel sta ik op een luxe 'Hundred Foot Ledge' in de dikke sneeuw. Tea & sandwich-time!
We besluiten verder omhoog te gaan Carn Dearg op om via de Red Burn af te dalen. We klauteren nog een uur omhoog over een prachtig graatje dat de naam Ledge Route draagt. Terwijl onder ons de zon steeds vaker en feller doorbreekt stoppen we ook steeds vaker om de prachtige complexe flanken van de Ben te bestuderen en ons te vergapen aan de amberwarme kleurenpracht in het dal onder ons. Topdag!
Dag 5: Waar waren we ook alweer voor gekomen.. Oh ja. Voorklimmen. Andere Koek!
We vertrekken vroeg naar Aonach Mor om de eerste lift te halen. Deze brengt ons een flink end omhoog en scheelt zo kostbare tijd. Op Aonach Mor kun je, onder gunstige omstandigheden, omhoog met de lift om 0800 naar een tussenstation. Door naar de top met een stoeltjeslift, Je eerste route klaren voor de lunch en na de derde route van de dag een biertje drinken bovenop de berg en voor het avondeten weer terug zijn in het dorp. Onze omstandigheden zijn niet ideaal deze dag. Door de harde wind gaat de stoeltjeslift niet en besluiten we de resterende 600 meter omhoog te lopen. Heerlijk omhoog op een verijsde traditioneel oerlelijke ski-helling. Heel inspirerend. Gelukkig is het wel lekker koud en zien we regelmatig blauwe plekken door de bewolking. Ik voel me moe en de benen doen zeer en ik laat Peter passeren. Boven moet alles beter zijn. Een hutje van de Mountain Rescue is open zodat we, na een kuub sneeuw weggeschept te hebben, uit de wind onze spullen kunnen aantrekken. We willen drie lengtes abseilen in Typhoon om vervolgens de Left Twin te klimmen. Aangezien ik 'vrij' wil voorklimmen lijkt het me wel slim om met een grade III te beginnen, en daarna, heel misschien Typhoon nog, een grade IV. (Eigenlijk vind ik een III al ambitieus genoeg). In de harder wordende wind boven gekomen moeten we uiteindelijk navigeren met kompas en onze stappen tellen om bovenaan Typhoon te komen. In een steeds dichter wordende white-out duurt het lang eer we het goede punt te pakken hebben. We bouwen een abseil aan een paaltje waarbij Peters plastic zakje met slinges door de wind gegrepen in de witte mist verdwijnt. We blijken er uiteindelijk stevig naast te zitten. De eerste lengte is echter best makkelijk en we kunnen, half traverserend een goede standplaats bovenop een peiler bereiken. De volgende lengte lijkt moeilijker. Mike blijft ruim een kwartier strak aan het touw. In die tijd krijgen we gezelschap van Gids Rob die ook Typhoon op z'n agenda heeft staan en gretig gebruik maakt van onze achtergelaten touwlus. Hij wil langs de andere kant van de afdalen. Hij vraagt of we met Mike zijn. Na ons bevestigende antwoord moet hij hard lachen.. So You're the silly guys that climbed Curtain yesterday… Yep.. that's us. Die verhalen gaan dus snel hier. Mike lijkt ook nu verdwaald want het duurt erg lang. Plots komt de druk van het touw en vertrekt Peter.. Ik maak wat foto's, prop een Mars naar binnen en rook rustig verder. Eindelijk naar beneden. Erg steil, en goed oppassen want ook nu moet er flink getraverseerd worden. Het terrein is alleen iets pittiger nu en het touw komt een keer klem te zitten. Het blijkt nog een hele krabbelpartij te zijn om op een semi-three foot ledge te komen waar Mike staat te grijnzen naast een leger ingewurmde nutjes. Nog 1 lengte die ook niet te overzien is en we moeten er zijn. Tijdrovend, maar wel een grappige manier om in de route te komen.
Uiteindelijk blijken we tegelijkertijd onderaan de Left twin te staan met een groepje die de lift van 0900 genomen heeft en simpelweg was omgelopen via Lemming Ridge, grotendeels beschermd voor de wind door de luwte van de wand.
Zo zijn onze beide routes bezet, hoewel we als eerste gearriveerd waren.
Rob staat inmiddels onderaan Typhoon en belooft het materiaal dat we achter hebben moeten laten weer mee omhoog neemt. We besluiten, na overleg met de andere groep voorzichtig te zijn en de route te delen. Hij ziet er erg mooi uit. Kaarsrecht, niet te steil, maar wel een paar gave verticale hobbels. Voorklim-technisch lijkt het makkelijk, hoewel ik het moeilijk blijf vinden om een wand van onderaf op de moeilijkheid te beoordelen. Vaak blijkt het, als je er bent, toch stukken steiler te zijn en heel anders dan het van onderaf leek. Zo blijkt ook hier. Ik klim de eerste lengte voor. Het is niet moeilijk om goede stukken ijs voor een schroef te vinden. De spindrift is weer erg verfrissend aanwezig en het klimmen gaat in een heerlijk ritme. Ongemerkt zijn er deze week een aantal automatismes ingeslopen die nu erg krachtbesparend blijken te werken en die me steeds efficiënter laten klimmen. De gully is prachtig blank maar wordt steeds steiler. Mike klimt mee en stelt aan de lopende band vragen.. What are you thinking now? Why do you stop here? What decision are you about to make? How are your calfs feeling? Ik kies voor doorklimmen in plaats van kracht verspillen op tussenzekeringen in dit laatste steile stuk. Het gaat steeds moeizamer nu. Uiteindelijk kom ik zo'n 15 meter voorbij m'n laatste schroef, net niet aan het eind van m'n touw onderaan de standplaats. Ik sta zo goed als ik kan in een verticale hoek blank ijs en kan met ontploffende kuiten snel een goede richel hakken op een zuil ijs, links tegen de wand. Eigenlijk heel niet op m'n gemak probeer ik rustig te blijven wat redelijk lukt met een stom liedje in m'n hoofd. Best wel spannend allemaal. Eenmaal op two foot ledge sta ik tegen een mooie wand van gebarsten en gescheurd graniet aan te kijken waar, hiphiphurray, overal nutjes inpassen. Snel het eerste nutje en het touw inhangen. De rest van de stand pruts ik echt in elkaar. Uiteindelijk, na veel te veel overbodige handelingen, blijft er toch een keurige en bombproof standplaats over. Twee nutjes, twee schroeven en de mega lange reuze handige standplaatsslinge van Mike. Ik kan comfortabel hangen. Peter komt na en langzaam vult de zorgvuldig ingeslagen ijsbijl zich met keurige lussen touw. Eenmaal aangekomen komt Peter niet verder dan de hoek in het ijs. Er is simpelweg geen plek. Ik hang 'm in een lus en hij kan even rusten. Onverwacht komt ineens de zon door en knijpen we met onze ogen tegen het felle licht dat ineens overal vandaan lijkt te komen. Door onze oogharen zien we dat het even is opgeklaard en we kunnen tientallen mijlen ver zien. Onder ons komt de andere groep omhoog. Prachtige plaatjes.
Terwijl Peter doorklimt bereid ik mijn vertrek voor. Ik kan twee treetjes hakken die het opnieuw instappen zullen vergemakkelijken. Als het touw stak staat breek ik voorzichtig de standplaats af. Niks laten vallen nu, want er zitten er een stel onder ons in deze bobsleebaan. De laatste lengte is vrij eenvoudig. Tussenzekeringen zijn niet nodig, en ik sneeuwstamp tot een groot blok waar een heel stel lussen en slinges onder vandaan komen. Hiervandaan dalen we opnieuw af in Typhoon. Minder tijdrovend nu, want we gebruiken twee standplaatsen van Rob en z'n gasten die nog maar halverwege de route zitten. Rob was overigens niet zo gelukkig met het feit dat er drie sufdozen in zijn route kwamen abgeseilt, allerlei troep losschoppend. Zijn twee cursisten staan er een beetje bibberig bij terwijl wij zo nederig mogelijk excuses maken. Ze zijn net begonnen aan de tweede lengte en doen er erg lang over. We vinden onderaan de route de ruime richel die Rob en consorten voor ons hebben achtergelaten en we kunnen snel een stance maken. Terwijl Peter opnieuw klimt komt er van alles naar beneden. Dit werd het leermoment van deze dag. Ik buk om de stukken ijs te ontwijken en ben blij dat ik een helm draag. De doffe ploffen op de helm klinken solide maar ik wordt ook een keer stevig op mijn schouder getroffen. Er komt daarna een moment dat je weer omhoog moet kijken. Terwijl ik het deed bedacht ik het me, en werd ik vol in m'n gezicht getroffen door een tennisbal van ijs. Een mooie schram achterlatend. Natuurlijk moet je je gezicht even beschermen met je hand terwijl je héél voorzichtig omhoog kijkt.
Het is al laat en de groep boven ons schiet niet op. Ik ben moe van 5 dagen klimmen en na één touwlengte van Peter besluiten we terug te gaan om te kijken of we de laatste gondola kunnen halen. We lopen om de berg heen en dalen zo ongemerkt af. Ineens verschijnt het tussenstation, net op tijd voor de laatste ritjes. Weer beneden hebben we een beetje weemoedig afscheid genomen van Mike. Hij belooft een cd-rommetje op te sturen met de foto's en videos die hij geschoten heeft met z'n digitale dingetje. Op de vraag wat hij de komende dagen ging doen antwoorde hij: Klimmen natuurlijk.. Op The Ben… The Greatest Hill in the World..
Tot zover.. We hebben een geweldige tijd gehad en gaan zeker terug een van de komende winters. Onze kennis, vaardigheid en zelfvertrouwen is gegroeid en we kunnen deze zomer de lat in de Alpen een streepje hoger leggen richting AD/D. Het enthousiasme van Mike heeft ons dingen laten doen die we, als relatieve klimbroekies, van te voren niet voor mogelijk hadden gehouden en dat heeft onze verwachtingen geheel en al overtroffen.
Ik heb dit geschreven om mensen te helpen bij het nemen van de beslissing waar te klimmen deze winter. Schotland is, zeker voor mensen die een cursus willen volgen, erg compleet. Er wordt niet alleen geklommen, zoals bij veel ijsklim-cursussen, op steil ijs. Maar er wordt zeer veel aandacht besteed aan het alpine landschap waar je je in bevindt. Zaken als gaan in zeer steile sneeuw, het bouwen van standplaatsen op nuts, het maken van rutschblocken, lawine inschatting, bouwen van noodonderkomens in de sneeuw, navigeren onder extreme omstandigheden en eens goed kennismaken met je persoonlijke uitrusting onder relatief zware omstandigheden zijn dingen die op een cursus in, laten we zeggen, Sottoguda of het Maltadal, niet in praktijk te doen zijn. Dit is m.i. dè meerwaarde van een cursus winterklimmen in Schotland.
http://www.sphosting.com/abacus/index.htm
Klik op winterconditions en kijk van 2 t/m 7 maart..
Martin Swinkels
Voor meer informatie over ijsklimmen/Schotland, kun je kijken op Buitensport-schotland.nl
|