foto In het schrijfblok komt telkens een nieuw (reis)verhaal over de belevenissen van bezoekers van de site. Ook jij kunt jouw verhaal insturen voor publicatie.

Verslag van een tochtje door de Vanoise (France)

Aankomst:
Zaterdag 8 juli 2001 komen we toe in Modane rond vijf uur, na een vluchtige tocht met de auto vanuit Mechelen, waar we rond 5u30 vertrokken na het ophalen van 2 vergeten paar wandelschoenen. Negenhonderd zes en vijftig kilometer later met wisselende chauffeurs in verbazend comfortabele omstandigheden zijn we er dus. Ons hotelletje bevindt zich op de verkeerde plaats, het nogal groot uitgevallen station met werkplaatsen en goederentransporten ligt aan de andere kant van de nogal drukke baan. De ganse straat, roestbruin en grijs zijn de hoofdkleuren, ziet er verwaarloosd uit, zelfs de bergen die fris rondom ons hoog opsteken, slagen er niet in om de troosteloosheid te doorbreken.
Hotel du Commerce past perfect in dit kader. Een slonzige barhoudster met weinig zin, reikt ons de sleutel aan van de zeer rudimentaire kamers. Het roze geverfd behang vloekt met de schreeuwend gele lavabotegels. In al de kamers staat onder de lavabo's een emmertje om het water uit de lekkende afvoerbuis op te vangen, is dit nu de douche? In verhouding tot de royale prijs die we betalen, is het avondmaal simpel, maar wel streekgebonden: tartiflette = gegratineerde aardappeltjes met hesp, sla en een karaf wijn (Chateau Migraine) en water, weliswaar service compris, waarbij we ons nog steeds afvragen wat deze service dan wel mocht inhouden.

De eerste dag:
's Morgens draaien we traag de roestige ijzeren luiken open om de ochtendlucht op te snuiven na een nogal geaccidenteerde nacht van goederentreingepiep en vrachtwagengebolder. Om zeven uur ontbijten, hadden we afgesproken, maar voor de barhoudster was dat ietwat te vroeg. Het franse brood is wel lekker vers en overlangs in vier gesneden om de porties royaler te laten lijken, de confituurtjes vervallen straks. Deze ontberingen lachen we stoïcijns weg, wetende dat de volgende dagen de locaties weliswaar primitiever zullen zijn, maar waarbij de ligging al het ontbeerde zal doen vergeten, dat hopen we althans.
Maar niet geklaagd, we hijsen met enig voorbarig enthousiasme onze bult op de rug en stappen langs de niet geopende winkeltjes en opslagplaatsen over een brug (1062m) en de rijkswachtkazerne hoger en hoger. We passeren een mooi sober kapelletje, tenminste aan de buitenkant, want binnenin is het nogal barok. We steken andermaal een brug over en plots is het asfalt weg en begint de echte klim. Na een half uur klimmen staat er een wegwijzer aan een splitsing: twee uur tot aan de Refuge d'Orgère (1900m), de andere weg leidt naar le Polset, daar waar we vandaan zullen komen op de laatste dag..
Dit wordt de proef op de som, zullen wij, een groepje van 6 niet goed voorbereide, noch ervaren veertigers (allez, voor sommige bijna-veertigers) en twee meer ervaren stappers tezamen op onze bestemmingen toekomen zonder noemenswaardige en onoverkomelijke fysische uitdagingen allerhande zoals er zijn: gebroken botten, gescheurde ligamenten, van-de-berg-tuimelingen, verscheurd worden door zeer wilde dieren, of het niet vinden van de tandpasta en meer psychologische problemen zoals daar zijn: Freudiaanse versprekingen, vierde-dag-groepsdynamische-onenigheden, dominante-mannetjes-gedragingen en dergelijke. The proof of the pudding is in the eating.
Het is echt wel zwaar, we zwoegen zwijgend de steile paden op en zuchten onder de bepakking, behalve J en C, de meer ervaren stappers, die gestaag en gelijkmatig stijgen. De tetterende en kwetterende bende van zo-even vervalt in een stilzwijgende uiteen gerekte colonne. De ademhaling wordt zwaarder en korter en ik vervloek mezelf dat ik mijn goede voornemens om goed getraind aan deze tocht te beginnen, niet heb waargemaakt. Een vijftien minuutjes voor we aan de Refuge komen, staan we plots op een open vlak veldje, de boerderij van Pierre Brune, we kennen hem niet maar zo staat het op de kaart. Het water dat uit een half uitgeholde boomstam stroomt, verfrist ons en we doen ons tegoed aan verse worteltjes en een meloen of twee die H thuis niet wilde weggooien en dus meezeulde door de franse Alpen, tot grote hilariteit van de anderen. We vragen ons af of het achterlaten van meloenpitjes al dan niet een kleine ecologische zonde is of eerder een fundamentele tekortkoming in ons groen inzicht. Ook onze kleren en het materiaal passeren de revue en worden beoordeeld naar superdrogendheid, stevigheid, handigheid, efficiëntie, het modieuze,…
Vraag is of we een omweggetje maken langs de Orgère of steken we onmiddelliik door? De idee van een koffietje en nog wat extra rust trekt ons allen over de streep. Als we de mooie refuge zien, zijn we blij dat we de omweg hebben gedaan. Een knap, recent huisje in natuursteen en hout, koeien in de wei, een parking, de vriendelijkheid, netheid en de gezellige en warm ingerichte blokhut doet ons onvrijwillig terugdenken aan Hotel Commerce. Na de koffie, uitgeschonken in leuke aardewerken kommetjes en het napluizen van de kranten naar de, al dan niet, overwinning van Justine Henin op Wimbledon (uitgesteld tot de volgende dag 14.00) vertrekken we. We volgen de GR 5 en genieten van de zon, die we tot nu toe in de bossen moesten missen.
"Hier komen we zeker terug met de kinderen", zullen we ons regelmatig laten ontvallen tijdens het verdere verloop van deze tocht.
We gaan door een vlakte met mooi gerestaureerde boerderijtjes met een eigen bakoventje en een moestuintje. Het is ook onze eerste kennismaking met een alpenweide in volle bloei. We herkennen verschillende soorten klavers, grassen, paardebloemen, vrouwenmantel in 't miniatuur, duizendblad, lieve vrouw bedstro,….
We stijgen gestaag en komen terug in de bossen, en de strijd is weer hard en meedogenloos. Een driehonderd meter hoger vinden we het welletjes en tijd om een vlak plaatsje te zoeken voor ons middagmaal. Het moet maar op het weggetje zelf, met er vlak naast een grote platte rotsblok.
Onze lunch bestaat uit een gevriesdroogde maaltijd, voor ons een eerste kennismaking met dit lichtgewicht voedsel. Het koken van het water als eerste stap lukt ons wonderwel, het pakje opendoen lukt ook zonder noemenswaardige problemen, ook de inhoud (rijst met kip en curry saus) vermengen met het warme water valt mee. Tien minuutjes laten rusten is de volgende stap, dit laten we ons geen 2 maal vertellen, schoenen, kousen en T-shirt trekken we uit om te drogen en we vleien ons neer in het gras naast het pad. Acht minuten later wordt de rijst nog niet gaar geëvalueerd, drie minuten verder biedt de rijst nog te veel weerstand, een gezonde honger doet ons toch besluiten ter consumptie over te gaan. Het geringe enthousiasme bekoelt naargelang proeven, eten wordt, mja een culinaire vakantie hadden we niet geboekt. I legt zich na zijn maaltijd van lekker Frans brood met zonder Franse kaas (want dat lust hij niet) even op het bronsgroene gras voor een lekker tukje. De grote zwarte bosmieren verdenken hem van broodkruimels voor hen achter te houden en vallen frontaal aan, weg peis en vree.
Verder gaat het, het bos uit waar zon en wolken afwisselend de rotsen donker of lichtgrijs kleuren. Op 2287m komen we nogmaals aan een splitsing op de Col du Barbier. Beneden ons liggen 2 grote stuwmeren op verschillende hoogte in verschillende kleuren blauw te glinsteren in de zon. Het hoger gelegen Plan d'Amont ligt op 2078m, de Plan d'Aval op 1948m waarnaast een parking met enkele mini autootjes en speldenkop mensjes die schijnbaar doelloos ronddrentelen. Aan de overkant op 2300m ligt de Refuge du Plan Sec, waar we voor één nacht onze rugzakken mogen afleggen.
Maar eerst moeten we die meren contourneren, zakken tot 2206m ten zuiden van de Plan d'Amont waar de rivier St. Benoît zijn sneeuwwater stort in de meren.
Na een zeer korte rust dalen we stilaan af, afgewisseld door een aantal stijgers, we moeten zelf een stuk(je) firn (aangevroren restsneeuw) passeren, allez tenminste diegenen die er voor kiezen een omweggetje te maken. De wolken worden grijzer en plots begint het te regenen. Halen we de regencapes en -jassen uit, of is het maar een buitje? De tocht versombert en wordt gevaarlijker door de natte rotsen. Aan de overkant van de meren bevindt zich de Refuge de la Dent Parrachée (2511m). Ik zie een aantal kleine miertjes uit de refuge het sneeuwveld oversteken dat het pad volledig bedekt heeft Aarzelend, voetje voor voetje, ze voeren een soort toneeltje uit, stappen ze wat heen en weer. Plots komt een ander miertje uit de refuge die zich onvervaard op het sneeuwveld begeeft en gestremd wordt door de colonne, er heerst wat geharrewar en de colonne zet zich stilaan terug in beweging.
Aan de Pont de la Sétéria over de ST Benoît zien we de Plan d'Amont van dichtbij, het meer daagt onze perceptie uit door constant van kleur te veranderen, van diepblauw naar groen.
Allez hop, terug stijgen. De vermoeidheid van onze niet getrainde wandelbenen begint zich te voelen. De gesprekken vallen voor de tweede maal stil, het gehijg wordt luider en we vorderen langzaam. We passeren de Refuge la Fournache, die er modern en leuk uitziet, maar we laten ze letterlijk links liggen en trekken traagzaam en volhardend verder. Via een bruggetje over de Ruisseau des Chaix en de Ruisseau de la Fournache komen we op een berijdbare weg die ons tot beneden aan de refuge brengt. We besluiten op twee achterblijvers niet te wachten want de refuge roept en de koude wind doet ons verder stappen.
De refuge bestaat uit 3 gebouwtjes uit natuursteen en hout, we slapen met zijn achten in het achterste deel van het bovenste gebouwtje waar plaats is voor 12. Ruimte zat dus. Moe zijn we en koud hebben we. De douche kost ons 10FRF pp voor 6 minuten warm water. De douche doet mijn bloed weer circuleren en ik krijg het al terug lekker warm, maar zo gauw de 6 minuten om zijn, koelt de frisse wind die onder de douchedeur onuitgenodigd binnenwaait zowel mijn enthousiasme als mijn lichaamstemperatuur. Al rillend kleed ik me vlug aan en hunker ik naar een lekkere warme maaltijd om mijn CV weer op peil te krijgen. Het avondmaal is lekker: prei-groentensoep, een soort stoofvlees met polenta en gebakken aardappeltjes. Nadien krijgen we groene sla met een lekkere vinaigrette. Het dessert voor onze tafel bestaat uit 4 caramelpudding en 4 ijsjes. Het gevecht dat bij de aanblik dezer lekkernijen volgt, zal ik uit eerlijke schaamte maar niet beschrijven.
Na een aantal capriolen van M die hij 'stretch oefeningen' noemt en die ik in beperkte mate probeer te imiteren, leggen we ons in ons ledikant voor een lange nacht (wegens snurkende metgezellen) en een niet zo verkwikkende rust. Stoïcijns (althans zo stel ik het me voor) leg ik er mij bij neer dat slapen in dortoirs een moeilijke zoniet onmogelijke opgave is.

De Tweede dag
's Morgens rond 6.30 kraait de haan, zijn naam is J. Doordat we in de bovenste beddenbakken liggen, moeten we een verdiepje lager. Met een zwier die zelfs Zorro versteld zou doen staan, denk ik de steile ladder af te dalen, maar de vloeiende beweging die ik mezelf had voorgehouden, wordt een hilarische oudemans sprong. Al mijn beenspieren protesteren. Ik merk tegelijk op dat ik meer spiergroepen in mijn benen bevat dan ik tot dusver had kunnen vermoeden.
Het ontbijt is deze naam waardig, zeker in vergelijking met het gewone franse ontbijt, we krijgen zelfs een croissant toe.
De rugzak wordt ingeladen en weifelend staan we als vogelverschrikkers, stijf en harkerig wat te bewegen in de wind. Hop daar gaan we langzaam onder de télésièges die vanuit Aussois vertrekken verder op de GR5. De weiden worden algauw steiler en verworden tot steenpuin, het pad wordt hier en daar verstevigd door een ijzeren vlechtwerk. Op 2363m terug in het natuurpark wordt er weer steil geklommen. Een groep jongeren hebben we al achter ons gelaten, een groep ouderen zullen we al gauw inhalen. Eén van deze oudere dames wijst mij een edelweiss aan, de enige die ik ooit gezien heb en op ons traject te zien zal krijgen. Even verderop wijzen de mannelijke leden van dat groepje naar beneden. Twee marmotjes ruziën in het openbaar, of is dit paargedrag? Geboeid kijken we naar deze vinnige en schattige diertjes met een knuffelgehalte waarvan mijn kinderen alleen kunnen dromen. De GR5 slingert verder omhoog tot 2455m. Op een vlakte lopen we tussen de schapen en de geiten. Een korte rustpauze geeft ons de gelegenheid wat te drinken, te eten en te genieten van het uitzicht. We zien het pad verder in de bocht een stuk steenlawine kruisen, vrij steil vanuit hier gezien. Maar 't valt goed mee. Vanaf daar moeten we een pak dalen tot 2175m op zeer korte afstand. De knieën van H zijn niet zo goed bestand tegen deze afdaling, haar tempo daalt zienderogen, ook M voelt zijn knieën kraken. Ikzelf hou ook niet zo van afdalingen, de knieën worden hier serieus belast en ze zijn het niet gewoon. Een jong geitje volgt ons door de afsluiting om toch maar bij J te zijn. Ondanks zijn moedige pogingen om het geitje diets te maken dat ze beter rechtsomkeer maakt, blijft ze mooi volgen. Uiteindelijk kruisen we een groepje wandelaars die zich over haar ontfermt. Zo dachten we toch, want aan een vervallen huisje waar we willen lunchen, staat zij er weer.
Ook deze maal wordt de gevriesdroogde oplossing niet gesmaakt, 't is dat we honger hebben. Voor we verder stappen zetten we thee van vers geplukte duizendblad en vrouwenmantel, een beetje bitter. Verderop is er een brugje over de Ruisseau de Pingon die gevoed wordt door de Glacier de l'Arpont. Hogerop is er een prachtige waterval. Te mooi om zomaar voorbij te gaan, dus zetten we de rugzakken neer en genieten. Ik kan het niet laten er naar toe te klimmen en eventjes de fijne nevel op mijn huid te voelen neerdwarrelen. Terug beneden blijven we in het zonnetje nagenieten. Plots duiken twee mannelijke steenbokken, prachtige exemplaren, op het pad en schrikken zich rot als ze I en M op het pad zien liggen, ook I en M schrikken zich rot. Dan maar de korte weg moeten ze gedacht hebben, want zonder enige moeite duiken ze in de rivieroever en komen ze aan de andere kant weer boven.
We zien de Refuge de l'Arpont hogerop (2309m) liggen en moeten dus nog wat stijgen.
Blijkbaar is het een populaire refuge want er komt gestaag volk naar boven. Vous avez réservé? Vous avez les dortoirs 36-37-38,…, les douches se trouvent au rez de chaussée, les jetons à 15FRF, le souper à 19.00, vous voulez quoi comme déjeuner? Dit laatste slaat op het soort vocht dat we 's morgens tot ons willen nemen, thee, koffie, warme chocomelk,…
We zijn vroeg en zullen nog eventjes moeten wachten om te dineren. Te moe (of te lui) om nog een wandelingetje voor te stellen, lezen we wat, genieten we van het zonnetje ondanks de zeer frisse noorderwind, sommigen drinken biertjes, anderen douchen,… Steeds komen er nieuwe mensen bij, een aantal zetten hun tentje recht achter de refuge. Het geitje dat we kwijt waren na ons middagmaal, komt weer te voorschijn maar zal zich nu bezig houden met de kampeerders, wij blij! Het wordt snel koud zogauw de zon verdwijnt achter enkele wolken. Etenstijd, erwtensoep en een soort stoofvlees. En als toetje pudding.

Dag drie
's Morgens na weer een slaaparme nacht vertrekken we na het traditionele magere ontbijt richting volgende refuge. We stijgen tot 2561m en hier en daar moeten we een zeldzaam firnveld oversteken wat geen noemenswaardige problemen vormt. Vóór de Ruisseau de Miribel komen we een ganse kudde steenbokken (des bouquetins, moeten we onthouden zegt I) tegen.
Nu moeten we regelmatig door sneeuwvelden trappen. J en C die deze tocht een zeven jaar geleden in augustus deden, herinnerden zich geen sneeuw. Niemand had zich kunnen inbeelden dat we in juli op zulk 'geringe' hoogte in de sneeuw zouden dabberen. Leuk en onbeschrijfelijk mooi is het eigenlijk wel.
Het wordt hoe langer hoe ruwer, we passeren de Plan de Gresson, waar een morene de grens van een oergletsjer aanduidt. We stoppen eventjes om wat bij te tanken na weer 'ns een firnveld. We hebben recht voor ons een prachtig uitzicht op de Glaciers de la Roche Ferran en aan onze linkerkant de Crête de la Frêt. Als een majestueuze Middeleeuwse burcht met kantelen en torens tekent deze berg zich hoog boven ons af. Hier is geen groen te bekennen, enkel de verschillende grijs- en okertinten van de steenafzettingen van de gletsjer markeren de ruwheid en desolaatheid van onze passage. We dalen een stukje via het puin in zigzag naar beneden, af en toe verspert een firn ons de weg. Pas op het laatste moment, na een sneeuwveld getraverseerd te hebben, zien we de kolkende en bruisende rivier La Lette, gedeeltelijk onder een dik pak ijs en sneeuw verborgen. Hier besef ik pas hoe gevaarlijk zo'n firnveld wel kan zijn. Eén verkeerde stap over een spelonk of rivier en een leuke tocht eindigt in een nachtmerrie. Een beetje verder en terug hoger lonken een drietal meertjes, les Lacs des Lozières. Ze weerspiegelen de blauwe lucht waar witte en donkere wolken mekaar in een snel tempo opvolgen. De weg slingert verder opwaarts met een prachtig zicht op de gletsjer achter ons en de morenen helemaal rechts. Aan de overkant van de Doron de Fermignon zien we groene weiden en meertjes en een autootje dat rondtoert. Op 2329m komen we aan een kruispunt. De GR5 vervolgt zijn weg naar beneden en duikt het dal in over de Torrent de la Leisse en de Torrent de la Rocheure, om dan zuidwaarts aan de overkant omhoog te klimmen naar de Refuge du Plan du Lac. Noordwaarts leidt een ander pad (de GR55, een route die Jen C zeven jaar geleden gevolgd hebben) naar de Refuge d'Entre deux Eaux, de Refuge de la Leisse en verder door richting Tignes, via het dorpje Le Val Claret en het meer van Tignes komt ze terug op de GR5.
Wij echter dalen niet maar nemen richting Col de la Vanoise ook op de GR55. Na een stevige wandeling over rotsblokken en groot uitgevallen steenpuin, geërodeerde berg, vinden we in totale eenzaamheid een aantal in de rotsen ingebouwde bunkers. Het surrealistische van dit fort in deze diepe, woeste en moeilijk bereikbare plaats is hallucinant. Natuurlijk speelde de strategische ligging een grote rol want van hieruit heb je een prachtig zicht op de valleien links en rechts.
We vervolgen de weg langs de Ruissau de la Vanoise en komen zo op een plateau tussen twee bergwanden. We komen heel wat meren, meertjes, steenbokken, marmotten en dagtoeristen tegen voor we de Refuge du Col da la Vanoise (2516m) bereiken. Naast het oorspronkelijke natuurstenen gebouw waar zich de dortoirs bevinden, zijn er twee prefabgebouwen, de eetzaal annex keuken en de refuge d'hiver en hors sac waar zich ook de douches bevinden. Op vijf meter van onze dortoir piept een marmot uit zijn marmottenburcht en glipt nerveus binnen en buiten, twee spelende kinderen vormen het gevaar.

Dag vier
De volgende morgen staat er een lange daling en stijging op het programma. We dalen door een firnveld langs Le Lac Long (2467m) via een puin - en - stenen pad waarover ook de 4x4 van de refuge zich durft te verplaatsen. Aan de splitsing vóór Le Lac des Vaches blijven we op de GR55 en lopen door het meer op een soort van verhoogd pad van grote platte stenen. Aan de Pont de la Glière komen we een refuge tegen, drinken een koffietje of theetje en dalen verder tot in het dorpje Pralognan la Vanoise op 1418m via een geasfalteerde weg, langs afgekorte wandelpaadjes, onder skiliften en een eindeloos lang pad. We doen er onze voorraad in voor de volgende dagen. Verder gaan we langs de laatste camping links van de Doron de Chavière of beter aan de rechteroever want we lopen stroomopwaarts en dus is links niet altijd links.
De ruwheid van de toppen is weg, we zitten terug in de Ardennen, zowel qua flora als qua uitzicht. Het (wandel) pad loopt over de (auto) weg en over de rivier en dus komen we ook rechts van de Doron of was het nu links? Het pad is nu een verharde zandweg. Het is een vrij saai stuk maar stijgt gestaag tot aan het gehuchtje Les Prioux waar heel wat huisjes gerestaureerd worden en er zich ook een refuge bevindt. Vanaf daar komen we terug in de beschaving over een geasfalteerde weg met heel wat wandelaars, vissers, parkings en dagjesmensen. Nu pas horen we van Nederlands sprekende Walen het verdict dat Justin het niet gehaald heeft op Wimbledon. Van linkeroever terug op de rechteroever en aan de Pont de la Pêche terug op de linkeroever dus rechts van het water, 't is er om tureluurs van te worden. Het wordt een steile klim op een verharde weg (4x4 toestanden). We eten langs de weg ons vers brood met lekkere franse Beaufortkaas en Beaufortworst goed beschut tegen de koude wind. De zon warmt onze botten en we krijgen warempel veel goesting in een fris biertje. Honderd meter verder staat de frisse pint te wachten aan de Refuge de la Pêche, maar net vertrokken maken we van ons hart een steen en laten we ons meedrijven door de hordes wandelaars in de richting van een melkveehouder. Ze maken er de Beaufortkaas. De koeien staan er in een rijtje om gemolken te worden en ondertussen geven ze een welluidend koeiebellenconcert in C-majeur. Van daar af zijn de wandelaars flink uitgedund, uitgezonderd een zonderling op leeftijd die vastberaden verder wandelt en een aantal wandelaars vanuit de tegenovergestelde richting. Algauw is er niemand meer, temeer daar de wolken terug komen opzetten en stilaan lager komen te hangen, of zijn het wij die stijgen? Het wordt heel wat frisser ondanks onze inspanningen. Na een tijdje zien we nog slechts tien meter voor ons uit, dan vijf, dan drie,…. We beslissen om op de achterblijvers te wachten, maar de schrik voor afkoeling doet ons langzaam verder stappen. Ondertussen blijft de weg stijgen, wordt het kouder en aantrekkelijker. De saaiheid heeft plaatsgemaakt voor het mysterieuze, het onverwachte, een plots gat in de mist die een lieflijk tafereeltje doet vermoeden aan de andere kant, een riviertje dat over de weg stroomt, een sneeuwvlakte waar we over moeten, de achterblijvers die plots opdagen, waardoor we weer wat kunnen doorstappen, en die ons voorbijsteken en geen achterblijvers blijken te zijn, en plots zijn ze er dan toch….
De vermoeidheid begint ons echt parten te spelen en al zingend proberen we onze opkomend zelfmedelijden de kop in te drukken. En plots, van op een aantal meters zien we een donkere schim die hoog oprijst en te symmetrisch is om een groot rotsblok te zijn. We hadden even goed langs de Refuge de Pêclet Polset (2500m) kunnen wandelen zonder 'm in de mot te hebben en dan zouden we nu nog aan 't wandelen zijn.
Een moderne refuge met kleinere dortoirs in aparte kamers en stapelbedden, zonnepanelen voor water en elektriciteit. In '95 afgebrand hebben ze het primitieve huisje (volgens J en C was er vroeger enkel buiten wasgelegenheid, lekker fris!) omgebouwd tot iets leuks en aangenaam. De netheid staat in groot contrast met de vorige refuge waar WC hurken een stevige uitdaging bleek voor mijn kuit-, buik- en andere spieren. Hier laten we ons gaan met een gerust gemoed. In de gezellige eetzaal blijven we na de maaltijd nog wat hangen, crossword spelen of poker, tot zoals alle avonden we rond tien uur de kamer induiken voor deze maal een iets rustiger nachtje (wegens oorstoppen), voor mij althans, anderen vervloekten de snurkers en venster-toe-houders.

Laatste dag
De zon schijnt en ze zal zich voor de rest van de dag laten zien. Onderaan de trappen van de refuge speelt er zich een apart toneeltje af, iedereen is zich buiten aan het klaarmaken op het zelfde moment. Verschillende richtingen zijn mogelijk, maar wij moeten over de Col de Chavière, het hoogste punt van onze tocht 2790m. Om daar te geraken moeten we de sporen volgen in de firn, want het pad is slechts sporadisch zichtbaar. De sneeuw is bevroren en glad zodat we op sommige plaatsen maar moeizaam vooruit geraken. De voetsporen die we volgen zijn ook niet echt vers, maar de hellingsgraad valt wel mee. Tot vóór de Col, daar moeten we steil omhoog in uitgestampte voettreden verder. Het is een kort stuk maar we trappen verduiveld op onze adem. Elke voettrede moet dieper ingestampt worden en we vorderen langzaam. Op de kam zelf heeft de wind de sneeuw weggeblazen en genieten we achter een beschuttende rotswand van het prachtige zicht, achter ons zien we de refuge en de sporen die we gevolgd hebben, voor ons strekt een groot plateau zich uit, omringt door indrukwekkende toppen. Zonder rugzak klim ik een stukje hoger en draag ik mijn steentje bij het steenmannetje die van beneden al duidelijk te zien was. Ik krijg ook zicht op het groen-blauwe ijsmeertje waar we een glimp van hadden opgevangen bij het steile stuk. Het water is zo helder dat ik moeiteloos de ijsbodem kan zien, aan de noordkant in het meertje lijkt er een grote luchtbel gevangen in de bodem. Ik huiver bij de gedachte dat indien we om de Col te bereiken een meer westelijke koers hadden genomen een uitschuiver fataal zou geweest zijn.
We dalen af aan de andere kant van de Col terug in de sneeuw, maar de sporen zijn niet te betrouwen, ze liggen verschrikkelijk glad. We moeten uit de track om glij- en valpartijen te voorkomen, en nieuwe sporen stampen. Al giechelend en glijdend zakken we verder af, dit is een minder belastende daling voor onze knieën omdat de sneeuw voor een deel de schok absorbeert. Het gaat snel. Lager beginnen de firnvelden te verdwijnen en wordt er verder gestapt over leuke paadjes in een prachtige omgeving. Al gauw komen we aan de splitsing op 2504m van GR55 en GR5, die terugloopt naar de Refuge de l'Orgère. Wij moeten verder richting Modane, de GR55. Na een lekkere picknick, warm in de zon met als ruggesteun een enorme zwerfkei, dalen we verder af. Nu gaat het weer wat moeizamer, maar algauw verlaten we het plateau achter ons en zakken we gestaag verder. Een recente refuge annex geitenboerderij onder Polset lonkt ons dichterbij, we genieten van een slaatje en een Ricard (voor slechts 7 FRF) Ondanks de zonnecrème lukt het ons toch om op een paar niet goed ingesmeerde plekken te verbranden. Het laatste gedeelte wordt langzaamaan saaier tot we in Modane terug de depressie induiken. Hogerop hadden we gemerkt dat Modane bestaat uit Modane station vóór de brug en Modane dorp achter de brug dat er veel frisser uitzag en dus nemen we onze laatste avondmaal onder de klokkentoren van de plaatselijke fraaie kerk…


Hiking-site.nl op Twitter




Share/Bookmark
homezoeken op deze sitetop van de pagina
Vertel vrienden over deze pagina

Laatste wijziging: 14-11-2024

Hiking-site.nl is een site voor actieve buitensporters, wandelaars en hikers die op zoek zijn naar informatie over materiaal, routes, navigatie, EHBO, tips en tricks, avontuur, wandelen, outdoor en buitensporten. Nieuw op deze site?
Lees dan eerst eens rustig deze pagina met informatie over Hiking-site.nl!
[home] [linken naar Hiking-site.nl] [adverteren op Hiking-site.nl]
"; } if(lC>2400) { rightAd3.innerHTML = "
"; }