Wintertrekking Vogezen
Hallo,
In het begin van september deed collega-ontdekkingsreiziger Herman Wuyts me een voorstel dat ik niet kon weigeren. Het betrof een uitnodiging voor een wintertrekking in de Vogezen, samen met nog een andere jonge gekkeling, Joris Beckers. Het doel was van in de kerstvakantie, gedurende 5 dagen een stuk van de GR5 (een wandelpad dat loopt van Amsterdam tot Nice) te volgen. Het stuk, 55km, zou gaan van Metzeral tot Thann, en daarmee zouden we de hoogste toppen van de Vogezen beklimmen. Dat traject doe je in de zomer normaal gezien op 2 dagen. De echte avonturier doet het echter in de winter. Met de tent. Met de sneeuwraketten. Met expeditievoedsel en met slaapzakken tot -20° C.
Hier volgt mijn verslag.
Zaterdag 20/12/2003 : Enkel ticket naar Metzeral
05u30 : Na een slapeloze nacht worden we door Jean-Le-Taxi naar Brussel-Zuid gevoerd, waar we meteen op de trein naar Milano Centrale stappen. Chance dat we gereserveerd hebben, want de trein zit vol met ouwe bomma's die gaan kuren in Gstaad, Italiaanse babes op weg naar familie en Johnny's met veel te luide mp3-spelers en dito GSM's.
Om 12u50 stappen we af in het mooie Colmar waar we de trein opstappen naar Metzeral, een klein dorpje aan't einde van de vallei. De boemeltreintjes blijken hier hypermoderne space-shuttles te zijn, veel mooier dan Thalys of Eurostar. Ik neem meteen wat foto's om aan de NMBS door te spelen.
Eens aangekomen in Metzeral (400m) beginnen we onze klim naar Lac du Fischboedle, een romantisch meertje op 800m hoogte, aan de voet van de licht besneeuwde Hohneck. We zetten er onze tenten op en na het eten begint de strijd tegen de natuur: regen en de zo gevreesde Vogezen-wind komen aanzetten. Die wind is hier iets heel speciaals. Ik hoor 'm over de top van de Hohneck (1300m) komen en exact 7 seconden later beginnen de tenten als gekken te waaien. We besluiten om 18u in onze slaapzakken te kruipen. Om 04u30 slaagt de wind erin 2 van mijn tent-haringen uit de grond te trekken waardoor de tent nog meer begint de dansen. Ik blokkeer alles met de rugzakken van Joris, Herman en mezelf. Joris en Herman hebben niet echt last van het fenomeen "loskomende tent" want ze slapen in een zogenaamde 5-seizoenentent (naast lente, herfst, zomer en winter ook bestand tegen sneeuwstormen op de Zuidcol van de Everest). Ik slaap natuurlijk maar in een 3-seizoenententje, uiterst geschikt voor desolate en godvergeten plaatsen als Camping Cosmos te Middelkerke, de carpoolparking van de A8 ter hoogte van de Nijvelsesteenweg of de Halse Grote Markt tijdens een gemiddelde dinsdagmorgen.
Zondag 21/12/2003 : 21°C Below Zero
06u25 : Nadat m'n tent ongeveer volledig plat geblazen wordt, schiet ik wakker en begin meteen alles in te pakken. De helft van de tent is doorweekt en buiten giet en waait het nog steeds. Hopelijk blijft dit niet de hele dag duren, want vandaag staat het zwaarste traject op het programma: beklimming van de Hohneck, Rainkopf, Kastelberg, Batteriekopf en nog veel meer. Eerst de Hohneck, 2e hoogste berg van de Vogezen. Volgens de weersvoorspellingen zou het vandaag eerst regenen, dan sneeuwen. En inderdaad. Het is nog geen 10u en de eerste hagel begint al naar beneden te komen. De wind gaat spijtig genoeg niet liggen en zo komen we op dag 2 al in de meest extreme omstandigheden terecht waarin ik me ooit bevond. Rukwinden van meer dan 100km/u, hagel, sneeuw en temperaturen net onder het vriespunt zorgen voor een ware marteling. De beklimming van de Hohneck wordt daardoor veel zwaarder en krijgt echt alpine-allures. Van het meertje zou het normaal 2u zijn tot de top. Na 4 uur hebben wij de top in zicht. Er ligt geen sneeuw meer (allemaal weggewaaid) en het landschap is toendra-style. Het pad wordt supergevaarlijk. Joris overweegt zijn stijgijzers aan te trekken. Op een smalle richel net onder de top gebeurt er iets dat ik nooit had verwacht: de wind smakt me tegen de grond. Zo'n krachtige windstoten heb ik nog nooit gevoeld. Ik draag een rugzak van net geen 20kg en serieuze stijgijzervaste bergschoenen die me toch op de grond zouden moeten houden. Rechtstaand dan wel J. Eens de top gehaald eten we wat en besluiten nu al van het traject af te wijken. We hebben immers teveel tijd verloren en raken nooit nog op de vooropgestelde slaapplaats.
Een honderdtal meter lager dan de GR5, die alle toppen met elkaar verbindt, loopt de Route des Crêtes, een autoweg voor toeristen die nu dichtgesneeuwd ligt. Er is mirakuleus nog een auberge open en we drinken een warme choco. De bazin vertelt ons dat er enkel sneeuw, storm en zelfs sneeuwstorm is voorspeld voor vandaag en de komende dagen…
We passeren de toppen van Rainkopf en Kastelberg, maar ondertussen is het al 15u geworden. Binnen exact 2u en 7 minuten zal de duisternis vallen en we moeten dus dringend een slaapplaats vinden. De stafkaart brengt redding. Er bevindt zich een abri (onbewaakte berghut) binnen een straal van 5km en we stappen vol goede moed verder. Om 16u zien we een soort boerderijtje liggen maar alles blijkt gesloten. Damned. Het enige wat we zien is en verlaten garageke net uit de wind. We besluiten een groot deel van de rommel uit dit kot te halen en onze tenten hierin op te zetten. Het garageke bestaat uit drie muren en een dak van metalen platen. Mijn tent kan er volledig in, de Westwind van Joris komt er voor de helft uit en door de krachtige wind en de stenen ondergrond krijgen we ze niet vastgezet. Tijd voor een geniaal idee. Ik stel voor dat we met 3 in mijn tent slapen. Als we allen op onze zij liggen lukt dat net. Ambiance. Door onze lichaamswarmte stijgt de temperatuur in de tent al snel tot een 8-tal graden. Buiten is het -7° C en met windstoten tot 100km/u levert dit gevoelstemperaturen tussen de -20 en -30° C op. Yiha. De windstoten klinken zo luid als donderslagen en ik probeer mijn oordopjes. Die rommel van Apotheek Tanghe is echt af te raden want na exact 17 seconden ben ik die dopjes al kwijt.
Maandag 22/12/2003: Sneeuwparadijs en KiloJoules
Ondanks dat we in een half open beschutting liggen, moeten we om de 2u de binnengewaaide sneeuw van onze tent kloppen. Een zalige nacht is iets anders. We staan op en merken meteen wat er afgelopen nacht is gebeurd. Dit was niet zomaar een stormpje maar een heuse sneeuwstorm. Op het wegje waar gisteren nog geen sneeuw lag, bevindt zich nu een tapijt van gemiddeld 30 cm. Yes. Dit is waar we van gedroomd hadden. Sneeuwraketten aan en marcheren! Dit is het ware genot. Ondanks de bitter koude en sneeuwbuien amuseren we ons. We hebben voor de 2e keer besloten van de route af te wijken en koers te zetten naar het dichtstbijzijnde dorpje, een dag verwijderd. Misschien vinden we daar een soort Bed & Breakfast waar we ons kunnen opwarmen. Het tentgeknoei van gisterenavond willen we zeker nooit meer meemaken. Alle abri's die we zijn tegengekomen waren allemaal gesloten om onverklaarbare reden. Het plan was om in van die onbewaakte hutjes te slapen om tijd te winnen (van opstaan tot gedaan met eten en tenten opgeplooid hebben we in deze winderige omstandigheden ongeveer 2u30 a 3u nodig). De tenten hadden we enkel mee als uiterste noodgeval.
Goed, we zijn dus op weg naar Kruth, het dorpje op't einde van de vallei, als we ineens een supermooi gelegen blokhutje zien staan. Open dan nog wel! We twijfelen geen moment, en dopen deze abri tot onze nieuwe overnachtingsplaats. Opgetrokken uit enkel boomstammen biedt deze hut geen bescherming tegen kou, maar wel tegen wind, sneeuw en regen. Hier en daar kan je zelfs naar buiten kijken door de balken-muren. We hangen alles te drogen en genieten van het sneeuw-uitzicht op Kruth en omgeving. Er staat een oude houtkachel en Pyromaan Joris besluit die aan de praat proberen te krijgen. Zoals verwacht mislukt deze poging en de rook ontsnapt in plaats van via de schouw nu via talrijke openingetjes in de kachel naar buiten. We worden volledig uitgerookt en dienen met de deur open te gaan slapen om toch wat verluchting te hebben. We slapen op de houten tafels en banken die zich in de hut bevinden. Het is berekoud (voor het eerst vriest het binnenin onze slaapplaats).
Ik probeer mezelf warm te houden door veel kleren aan te doen: muts, dun thermisch onderlijfje Damart, dik thermisch onderlijfje Damart, thermisch onderlijfje met lange mouwen, rolkraag ondertrui, dunne wollen pull, dikke wollen pull, dunne fleece, 2 thermische lange onderbroeken, 2 paar kousen, binnen èn buitenslaapzak. Het lagen-systeem dat ze zeggen. Om 01u krijg ik het toch koud en lig ik de rest van de nacht wakker. Collega Wuyts daarentegen slaapt als een blok. Dit heeft zo zijn reden. In een boek van Alain Hubert en Dixie Dansercoer had ik gelezen dat veel eten voor het slapengaan wel moeilijk is, maar ervoor zorgt dat het menselijk lichaam genoeg warmte kan produceren tot de ochtend. Wuyts heeft voor deze tactiek gekozen, ik voor de kleren (ik kon niets meer eten na het avondeten). Hij eet als dessert volgend pakketje van 4000 kJ : 1 Grany Rode Vruchten, 1 Grany Chocolade, 2 Mignonettekes Cote D'Or, 1 Isostar-energy-reep, 1 Evergreen-pakje, 1 Sultana-pakje Rode vruchten, 1 Sultana-pakje Appel, 1 granenreep Choco+kokosnoot en 1 granenreep Appel+Abrikoos van de GB. Die laatste reep (Appel&Abrikoos) is trouwens de slechtste granenreep ever made, maar dit even ter zijde.
Dinsdag 23/12/2003: Le Vin Blanc
Aangezien ons plan om de Grand Ballon te beklimmen in duigen is gevallen door de immense vertraging van zondag besluiten we een kijkje te gaan nemen in Kruth. Er is misschien een station en wie weet kunnen we hier morgen wel een trein nemen naar Thann of Mulhouse. Op een dik halfuur staan we van onze idyllische slaapplaats in centrum-Kruth. Er rijden zelfs treinen naar Mulhouse, onze thuiskomst is verzekerd! In het enige winkeltje doen we inkopen: mineraalwater, Orangina (ik ben het naar-bos-smakende-gesmolten-sneeuwwater beu), cake en de enige pot melk die in Kruth te kopen valt. Daarna zoeken we een café. Kwestie van de lokale horeca wat te sponsoren…
Er is een auberge open maar die madame vertelt ons dat wij niet welkom zijn. Okay, we hebben ons 5 dagen niet gewassen en de rugzakken kegelen bijna de kerstboom tegen de vlakte, maar we zien er eigenlijk best avontuurlijk uit en zijn zo te zien de enige klanten. Eens vriendelijk lachen helpt niet. Ze legt ons wel uit waar we het enige geopende café kunnen vinden. Dit blijkt een vervallen huisje te zijn iets verderop. We nestelen ons aan een tafel nabij de kachel en merken bij de toog op: de plaatstelijke brandweerman, 2 vaste tooghangers, de plaatselijke ambulanciers en de mannen van de strooidienst. Het is 11u en die mannen laven zich rijkelijk aan de Vin Blanc d'Alsace. Een van de ambulanciers kruipt gewoon zelf achter de toog en schenkt voor iedereen nog eens vol. We kunnen onze ogen niet geloven en kunnen uiteraard niet anders dan zelf eens "proeven" van de plaatselijke wijnspecialiteit.
In de namiddag slenteren we terug de berg op naar dezelfde abri van vorige nacht, de ideale slaapplaats. Joris gaat nogmaals hout halen, ditmaal voor een kampvuur. Ik lees gedichten van Rick De Leeuw, zittend op een boomstronkje met zicht op de besneeuwde toppen van de Vogezen. Dit is het winterse paradijs. Moest ik kunnen, ik isoleerde het hutje, kwam hier wonen en gaf meteen een barbecue.
's Avonds besluiten we voor ons laatste avondmaal een feestmaal klaar te maken. Veel eten heeft zijn nut bewezen. We beginnen met 2 tassen Royco erwten- of tomatensoep. Daarna Kip Ceylon en Kerrie Vruchtenrijst-uit-het-pakske. Als dessert komt er cake en zelfgemaakte warme chocolademelk!
Omdat het kampvuur (weer) mislukt kruipen we in onze slaapzak. Ditmaal met een 'normale' hoeveelheid kleren - na gisteren heb ik m'n lesje wel geleerd.
Woensdag 24/12/2003: Mulhouse (uit te spreken: muloeze)
Vandaag is het een prachtige dag. Alles volgesneeuwd, blauwe lucht, nietske wind. Binnenin het hutje is het -5° C. Dit is veel te mooi weer naar onze goesting en dus bollen we het af. Na wat zonnebaden stappen we op de trein naar Mulhouse, na Arlon de lelijkste en meest onvriendelijke stad die ik ooit heb gezien. Uiteindelijk komen we in Brussel aan rond 19u45 na een slaapverwekkende treinrit.
Al bij al toch nog een geslaagde vakantie. Sneeuw, koude, afzien en prachtige zichten doen me zeker ooit nog eens terugkeren naar dit sub-alpiene gebied. Een gebied waarvan ik oorspronkelijk dacht dat het niet spectaculairder was dan de Ardennen en waar de mensen meer worst-en-zuurkool aten dan de Duitsers en meer wijn dronken dan de Fransen.
Herre
|