De Schotse Cairngorms
(19-10-2006 - 29-10-2006)
Met het vliegtuig naar Aberdeen. Vandaar met een huurauto naar Braemar is in goed1,5 uur te doen. In Breamar geparkeerd op de Linn of Dee parkeerplaats. Kosten 2 pond ongeacht aantal dagen.
De eerste tocht begon op 20 oktober. Bewolkt met soms een spatje en een mild zuid-oosten windje. We vertrekken van de parkeerplaats naar het NW, langs de rivier, Lui Water. Een prachtig begin. Na 3 km. slaan we af naar het noord-oosten, de Clais Fhearnaig kloof door. Aan het eind komen we weer in zo’n mooi open dal, Glen Quoich, met, nog originele, heel oude Scots Pines. Hier nemen we een pauze met mooi uitzicht.
Van daar naar het noorden. De rivier kruisen we d.m. stepstones. Het water is niet hoog. We verlaten de bomen en komen in het kale, hier en daar enkel met heide begroeide, bergland van de Cairn Gorms. Er gaat een oud karrenpad omhoog wat over gaat in een goed voetpad. Niet super steil maar langzaam en doorgaand, stijgend richting het noorden naar de Beinn A Bhuird. Op 1100 m. trekt het helemaal dicht in de mist en stopt het pad abrupt. Met kaart ( 1:25 ), kompas en hoogtemeter / gps horloge, blijven we onder de top en gaan richting het noorden. Omdat het inmiddels 17 uur is geweest en het snel donker gaat worden moeten we een plek voor de tent en bivakzak zoeken. We zitten op een steile helling. Na enig zoekwerk vinden we een plek waar de herten een stuk gruis “vlak" hebben geschraapt. Met wat graafwerk lukt het ons om net voordat het helemaal donker is de tent en bivakzak op een klein plateautje te zetten. Water halen we uit een beekje vlakbij. Het weer is nu omgeslagen. De dikke mist is regen geworden maar gelukkig staan we iets beschut tegen de stevige oosten wind, door de berg. Natte kleding. Koken in de tent, alles klam. Een koude en vochtige nacht. De volgende ochtend 7 uur, nog steeds mist. Eerst maar ontbijten. Om 9 uur breken we op en willen naar het pad wat ten noorden van ons veel lager op de berg begint en naar de River Avon loopt. We moeten door ruig terrein, geen pad en in de mist. Zelfs met alle navigatiemiddelen blijkt dat niet eenvoudig. Lopen, worstelen, door diepe zompige heide, stroompjes, gaten, etc. Na enkele uren zitten we laag genoeg om onder de mist / wolken verder te kunnen zien. We zitten te veel naar het oosten om het pad op te zoeken. Dan maar via de rivier en de bergflank naar het begin van het pad bij de rivier de Avon. Het kost ons veel tijd. De rivier Avon kan je hier gemakkelijk oversteken met een voetgangersbrug. Het landschap is woest. Als je goed kijkt zie je de resten van oude gletjser-stuwwallen. Inmiddels zijn we behoorlijk nat geworden van inspanning en de regen. We komen op het brede karrenpad langs de River Avon en gaan west waards. Nu schiet het weer op. De regen word minder. Wat zal het hier met goed weer geweldig mooi zijn…
Bij Faindouran Lodge ( Bothy ) kunnen we even droog zitten. Dit is een hersteld deel van een oud huis. Er is een openhaard maar geen hout. Een slaapvlonder van de vloer en een zolder. Het is er koud maar in ieder geval droog. ( goede kampeerplekken hier ) Na een rustpauze volgen we de Avon verder naar het westen. Het karrenpad word voetpad en word al snel een waterstroom. De gezwollen beek spoelt er door en het is hier een open moerassige vlakte. Inmiddels zijn onze bergschoenen geheel doorweekt. Het regent onophoudelijk maar eigenlijk is het hier ook heel mooi, zeker als we in de verte herten zien en horen. De vlakte gaat over in een kloof en dan komen we weer op een vlakte, een kruising van paden N-Z / W-O. We zijn moe, heel moe. Hier moet Refuge Fords of Avon staan volgens de kaart. Ik speur het landschap af. Niets? of toch? Een hoop stenen blijkt in zich een hutje te hebben. Als ik de deur open ben ik teleurgesteld. Nauwelijks 2 bij 3 meter betonvloer…met enkele plassen… Koud en nat besluiten we eerst eten te koken. Een hongerig muisje komt ons opzoeken. Tijdens het koken word het even droog. Snel zetten we de tent op naast de steenhoop. Hier kan het volgens mij flink spoken als het stormt… Onze derde man gaat in het hutje op de grond slapen. S’nachts word het helder en vriest het.
De volgende ochtend komt langzaam de zon over de bergen. Een kleurenpracht ontvouwt zich. In de zon ontbijten we en gaan dan op pad langs de Avon naar het oosten naar het meer Glen Avon. Weer een zompig pad. Langs het heldere meer lopen we aan de noord-west kant in de warme zon en met maar weinig wind uit het westen. Een schitterend landschap. Een droog pad. Tijdens een lange pauze drogen we tent en bivakzak. We nemen het ervan, relaxen. Aan het eind van het meer blijken zowaar een aantal prachtige plekken om te kamperen. Een heus zandstrand voor ons alleen. Het is echter te vroeg. De rivier moeten we hier oversteken d.m.v. stepstones. Iemand valt en gaat languit de beek in. Weer nat…Het pad gaat nu zeer steil omhoog naar het zuiden. Er zijn hier onder enkele enorme rotsblokken zg. shelters gemaakt. Gestapelde muurtjes houden de wind een beetje tegen maar de ruimtes zijn laag, klein en soms smerig. We stijgen naar het Loch Etchachan. Het plan om naar de top van de Ben Macdui te gaan laten we wegens tijdgebrek varen. Weer een pauze met een enorm mooi uitzicht over Glen Derry. We dalen af naar het zuid-oosten in het dal Glen Derry. Een goed onderhouden en droog pad. We passeren een hutje. Hutchison memorial Hut. Vlak voor het oude Pinebos weer begint zien en horen we weer veel Damherten. We vinden een mooi kampeerplekje bij de voetbrug die de rivier over steekt. De volgende dag lopen we via Derry Lodge, die volkomen dichtgespijkerd is,( wel mooie kampeerplekjes), weer naar de auto terug. Mooi zonnig herfstweer vandaag…
Een volgende trip maakte we met z’n twee rond Loch Muick ten zuid-oosten van Breamar
De auto hebben we geparkeerd bij het bezoekerscentrum Spittal of Glenmuick. ( bezoekje waard ) Vandaar gaat het naar het noorden over een breed pad via Alt ha-giubhsich, een oud landhuis, naar de berg Lochnagar. Een goed, breed pad voert redelijk steil omhoog. Eerst weer door bos maar al snel door heidegebied. We lopen nu in het domein van Balmore Castle. Het weer zit niet mee vandaag. Was het aan het meer droog, nu lopen we al de mist in. In de mist en met het geluid van veel beurelende herten om ons heen een aparte belevenis. Hoe dichter bij de top hoe dichter de mist. Het pad is goed onderhouden. Het is oppassen geblazen want de bergtop heeft aan de noord kant een steile afgrond. Gelukkig vind je boven op de berg diverse steenmannen die je naar de top leiden. Althans, dat blijkt later de voortop. De eigenlijke top vinden we na een tip van enkele Schotten, iets verderop. Geen uitzicht helaas, maar wel een echte Munro onder de schoenen. De schot die met ons oploopt verteld dat hij hier al 7 keer heeft gestaan en maar 2 keer uitzicht had…
De mist gaat over in onderkoelde regen en we gaan van de voortop naar het zuid-westen. Door mist en regen lopen we naar de Carn an Sagairt Mor. Een bergtopje, en willen richting Glen Callater. Omdat de afdaling naar deze Glen net niet op onze kaart staat besluiten we een doorsteek naar het zuid-oosten te maken naar Cairn Bannoch. Er blijk hier zelfs een klein paadje te lopen. Vreemd landschap. Een brede bergrug met veen, moeras en zandbodem. Het word donker en een plek vinden om beschut te kamperen bij een stroompje word erg moeilijk. We zitten boven op de kale bergrug en dalen maar af naar het zuiden en vinden met moeite een plekje voor de tent. In mist en regen zetten we de tent op. Die nacht blijkt het plekje een oncomfortabel plek en houden de herten ons wakker met hun gebrul. Een oergeluid. De volgende dag nog steeds dikke mist. Snel opbreken en over diverse toppen naar Loch Muick. De afdaling naar het Loch is eindelijk weer een prima pad en heel mooi. We komen onder de wolken en aan het meer is het stil en nu al wonderlijk mooi. We lopen noordelijk om het meer en besluiten aan een spiegelend meer op het strand te kamperen. Idyllischer kan niet. Die nacht breekt een hevige storm los die van oost naar west draait en tegen de ochtend pal over het meer raast. We besluiten we de tent in te pakken in de storm om schade te voorkomen. We worden om ver geblazen. Grote zwarte golven met schuimkoppen rollen op het strandje. Voor de wind uit “lopen" we naar de auto terug…
We komen zeker nog eens terug…
Daarna nog twee dagen aan de Oostkust geweest
Een korte wandeling van Stonehaven naar Dunottar Castle en terug. Langs de kliffen. Een kleine dagwandeling.
Nog een wandeling ten Noorden van Aberdeen bij Collieston. Daar liggen ( gedeeltelijk begroeide ) stuifduinen op de rotskliffen en kan je en mooie kustwandeling richting het Z maken naar het natuurgebied Hackley Bay. Met een breed strand en nog echte hoge stuifduinen en in zee uitmondende rivier. Een lange dagwandeling. Erg mooi.
Als we zijn opgestegen van Aberdeen Airport draait het vliegtuig met een bocht naar het westen. Onder ons Loch Muick. We hebben een schitterend uitzicht op Lochnagar, de Cairngorms en veel, veel verder…
Aanvullende info
- Met het vliegtuig( British Airways ) van Schiphol over London GW is het “goedkoopst"
- Openbaar vervoer is duur en de frequentie laag.
- Bij Breamar zijn meerdere parkeerplaatsen voor wandelaars.
- Faindouran Lodge ( Bothy ) Bothy’s zijn schuil onderkomens.
- Refuge Fords of Avon = een super klein hutje met niets aan comfort. Meer een noodonderkomen. Wel goede kampeerplekken rond het hutje. (de oversteek bij de hut over de rivier naar het Z is hier alleen mogelijk d.m.v. stepstones en bij hoogwater erg moeilijk)
Gebruikte kaarten
- Ordace Survey 1:50.000 nummers 36, 37, 38, 43, 44, 45.
- Ordace Survey 1:25.000 nummers 403, 404
Boekjes
- Pathfinder guide – walks ( diverse korte en lange dagwandelingen )
- Cairngorms
- Aberdeen and Royal Deeside
Internet
Peter van den Ham
|