Wandelen met een baby
Voor jonge ouders en kersverse opa's en oma's is het altijd een spannend moment wanneer de kleine mee kan gaan wandelen. Sommigen wachten tot de kleine op z'n eigen beentjes kan staan, maar ook een baby kan prima mee uit wandelen.
In de wagen of op de rug/buik?
Met de komst van de driewieler kinderwagens werd het bereik van de kinderwagen op eens een stuk groter. Op eens was het veel makkelijker om de kleine ook mee te nemen op smalle bospaadjes of op paden die niet altijd even netjes egaal zijn gemaakt. Grote banden en het liefst een wendbaar voorwiel maken het wandelen in het bos erg makkelijk. Een andere optie is de babydrager, waarbij de baby ofwel op de rug ofwel op de buik wordt gedragen. De rugdrager is pas geschikt als de kleine al ruimschoots zelf rechtop kan zitten, maar de buikdrager is al veel eerder inzetbaar. De keuze voor zelf dragen of een kinderwagen is vaak afhankelijk van het terrein: bestaat dat voornamelijk uit bospaden en minder goed begaanbaar grasland, dan heeft het zelf dragen toch wel de voorkeur. Bestaat de wandeling voor grote delen uit asfalt, dan is een kinderwagen wellicht gemakkelijker en minder vermoeiend.
Wat neem je mee?
Jonge ouders weten als geen ander dat je met een baby tevens een behoorlijke hoeveelheid verzorgingsmateriaal mee moet slepen. Extra kleertjes, luiers, zalf, de fles, noem het maar op. Maar zeker tijdens het wandelen moet je nog wat extra zaken in de wagen of rugzak gooien om niet in vervelende situaties terecht te komen. Zo neem ik zelf altijd een fleece/speelkleedje mee. Op die manier kan de kleine tijdens een pauze even lekker de benen 'strekken' zonder direct compleet onder het zand of modder te komen zitten. Prettige bijkomstigheid is dat de ouders dan ook heel even zelf rust kunnen nemen omdat de baby anders continu ofwel op de arm ofwel in de drager moet worden gehouden. Zeker voor in de drager is het belangrijk om extra kleding mee te nemen voor het geval het frisser wordt. Dus een sjaaltje, mutsje en handschoentjes mogen eigenlijk niet ontbreken als de bergen wordt ongetrokken of als er een stevige wind staat. Hou daarbij vooral ook in de gaten dat de baby niet of nauwelijks beweegt en dus veel sneller last vande kou zal krijgen. Ook extra bescherming in de vorm van een baby-zonnebril of zonnecreme zijn onontbeerlijk. Erg handig voor als de baby in een rugzak zit: een klein spiegeltje om af en toe even 'achterom' te kijken!
Anders wandelen
Wandel je met een baby op de rug, dan ga je automatisch ook anders wandelen. Af en toe de kleine even aan blaadjes en takjes laten voelen, zorgen dat hij het niet te koud krijgt en natuurlijk zo nu en dan in het spiegeltje kijken of alles nog goed en ok is. Ook de route moet aangepast worden. In geval van het wandelen met een wandelwagen zal het pad zorgvuldiger gekozen moet worden, terwijl in geval van een rugdrager het handig is om paden met veel laaghangende takken te voorkomen. Anders heeft de kleine immers steeds een tak in zijn/haar gezicht en is de lol er al snel af.
Waar ga je naartoe?
Neem je de kleine voor het eerst mee op pad, ga dan vooral niet te ver van huis. De voedingen overdag gaan immers gewoon door en dat kan voor problemen zorgen nu er wat geïmproviseerd moet worden. Ben je eenmaal zekerderd van jezelf (en de kleine!), dan kun je best langere tochten ondernemen en het verderop zoeken. Daarbij kun je de route zo plannen dat je steeds op de juiste tijd (voeding) bij een horeca-gelegenheid bent of juist alles zelf meenemen en onderweg zelf het eten opwarmen. Dat laatste kan weer op verschillende manieren. Je kunt kokend water meenemen in een vacuümfles om het eten in op te warmen, maar je kunt met een brander ook prima water opwarmen om het ter plekke te doen. Hou hierbij echter wel rekening met het feit dat een benzinebrander veel heter wordt dan de gaspitjes thuis en het dus minder lang duurt voordat het eten op temperatuur is. Kies de route in elk geval altijd zo dat je in geval van nood of onverwachte omstandigheden (weersomslag) gemakkelijk en snel terug kunt komen bij het startpunt. Bijvoorbeeld door de route zo te kiezen dat je altijd snel bij een weg of treinstation kunt uitkomen.
Als ze groter worden
Worden de kinderen groot genoeg om zelf te lopen, hou er dan altijd rekening mee dat door de korte beentjes de afstand van de routes weer moet worden ingekort. Ook is de kleine altijd op onderzoek uit en moet je er dus rekening mee houden dat een kilometer spontaan een uur kan duren. Stel je hier gewoon op in en je zult zien dat het wandelen ook voor de volwassenen leuk blijft. Je gaat namelijk veel dingen op eens heel anders bekijken, door de ogen van de kleine. Neem nog wel maatregelen voor het geval de kleine te moe wordt en dus niet meer verder wil lopen. In dat geval is een Rambler Explorer of Rambler Daytrack van Anndur ideaal. Met dez outdoor bolderwagen kunnen de rugzakken gemakkelijk vervoerd worden en is tevens plaats genoeg om de kinderen in te laten zitten of zelfs liggen als ze te moe zijn.
Links
ROEKOE voor jonge avonturiers
Samen op Vakantie
Staatsbosbeheer
Anndur
Vaude
Wandelen met de kinderen
|