Risico’s bij bergwandelen (II)
Eerder reeds werden er 5 risico's besproken een ander thema-artikel, geďnspireerd door een artikel in Grandes Espacios (Spaans buitensportblad). Nu volgen nog 5 risico's.
Oververmoeidheid
Je hoeft niet per se een slechte conditie te hebben om oververmoeid te raken. De tocht kan veel langer zijn dan verwacht of weersomstandigheden (sneeuw) kunnen de tocht veel zwaarder maken dan gepland. Hoe dan ook: oververmoeidheid wordt vaak pas onderkend als het al te laat is. Er wordt gezocht naar (onverantwoorde) mogelijkheden om te tocht in te korten of de stemming daalt tot een dieptepunt. Ook is de concentratie vaak verdwenen en worden er te veel risico's genomen om tijd te winnen (niet aan het touw op een gletsjer of afsteken van bergpaadjes). Op tijd stoppen om pauze te nemen is dan ook noodzakelijk om oververmoeidheid te voorkomen.
Onverwacht overnachten
Veel bergwandelaars of klimmers komt het bekend voor: je bent pas halverwege de tocht en het is al ruim na de middag. En voordat je het weet is de zon verdwenen achter de bergen en zit er niks anders op dan ongepland de nacht in de bergen door te moeten brengen. Hoewel voorkomen beter is dan genezen in dit geval, mag je daarom eigenlijk nooit op pad gaan zonder bijvoorbeeld een reddingsdeken en een (hoofd)lamp. Met een reddingsdeken kun je jezelf gedurende de nacht een beetje warmer houden en met een hoofdlamp is het soms nog mogelijk om de weg te vervolgen in het donker. De oorzaak ligt 'm vaak in het te laat vertrekken. Het beste kun je dan ook gewoon een wekker zetten, zodat je bij het eerste zonlicht aangekleed en wel kunt ontbijten om daarna lekker vroeg op pad te gaan.
Onvoldoende, onjuist of inferieur materiaal
Goed materiaal hoeft niet per se duur te zijn, maar zelden komt het voor dat (te) goedkoop materiaal ook aan de verwachtingen voldoet. Zo zijn er wandelstokken van nog geen 15 Euro die prima voldoen voor de gewone bospaadjes. Maar mocht je ze een keer nodig hebben om echt als steun te gebruiken, dan kun je zo maar achter komen dat ze bij een beetje zwaarder gebruik totaal waardeloos blijken. Dat kan uiteraard veel ergere gevolgen hebben. Het kan natuurlijk ook voorkomen dat je gewoon te weinig materiaal bij je hebt (bijvoorbeeld een touw om ab te seilen na een klettersteig) of materiaal onjuist gebruikt (een wandelstok als pikkel of stijgijzers terwijl deze nog lang niet nodig zijn). Probeer dan ook altijd het materiaal af te stemmen op de tocht en wat je eventueel kunt verwachten. En bedenk dat goedkoop vaak (maar niet altijd!) duurkoop is.
Verdwalen
'Verdwalen is balen' is niet zomaar een gezegd. Het kan zelfs knap gevaarlijk worden als je op het verkeerde moment of de verkeerde plek verdwaalt. Een doodlopende vallei die zorgt voor omweg van enkele kilometers en uren of een pad dat eigenlijk bedoeld is om met klimuitrusting af te dalen omdat je de verkeerde markeringen volgde zijn zo maar een paar voorbeelden. Verdwalen is vaak niet eens nodig en gebeurt meestal vanwege 'domme' fouten: het niet goed of vaak genoeg naar de kaart kijken of gewoonweg geen kaart meenemen, het niet vragen naar de weg als je andere wandelaars tegenkomt of het vergeten van iets simpels als kompas. Ook het weer kan parten spelen, want al een heel dun laagje sneeuw verandert het landschap drastisch en zorgt er bijvoorbeeld ook voor dat verfmarkeringen op horizontale oppervlaktes vaak al snel niet meer zijn te zien. Ook kan mist een behoorlijke deuk in je richtingsgevoel opleveren. Neem daarom altijd zaken als een goede kaart, kompas, fluitje en signaalspiegel mee. Die laatste twee kunnen je helpen de aandacht te trekken van andere wandelaars als je het echt niet meer weet. Beter is het uiteraard gewoon om te voorkomen dat je verdwaalt en bij twijfel direct de kaart of andere wandelaars te raadplegen.
Extreme temperaturen
Het weer is al eerder aan bod gekomen, maar dan in algemene zin. Naast sneeuw, regen en wind kan ook de temperatuur een groot risico opleveren. En denk dan niet alleen aan extreme temperaturen van -30 graden. Een temperatuur van boven het vriespunt met een stevige wind voelt al veel kouder aan en kan al snel tot bevriezingsverschijnselen leiden als je je niet goed beschermt. Maar ook te hoge temperaturen kunnen gevaarlijk zijn: je droogt sneller uit, je lichaam raakt alle energie kwijt en door verlies van concentratie is een ongeluk snel gemaakt. En vergis je niet in het effect van temperatuur op je lichaam: zowel te hoge als te lage temperaturen kunnen grote gevolgen hebben. Probeer daarom altijd de juiste kleding bij je te hebben, ook voor het geval het kouder wordt. En bedenk daarbij dat vocht (zweet) op het lichaam altijd zoveel mogelijk voorkomen moet worden: bijvoorbeeld door te werken met een lagensysteem dat vocht sneller afvoert. En zorg ervoor dat je goed bent beschermd tegen weer en wind als je pauze neemt, want juist dan kan je lichaam een enorme optater krijgen als je even in de wind zit of juist geen schaduwrijk plekje hebt opgezocht.
Link:
Suunto t6 (conditietraining)
Bivakkunde (Robert Steenmeijer)
Joe Simpson
SNP Outdoor-school
Onderkoeling (Gezondheid.be)
Risico’s bij bergwandelen (I)
|