"Mijn eerste keer"
Daar sta ik dan, op een parkeerplaats aan het eind van de weg. Vanaf hier kun je alleen maar verder lopen. Ik eet en drink nog wat en kijk om me heen. Op de parkeerplaats staat nog een andere auto maar er is geen levende ziel te zien, ook niet in de enkele huisjes die hier staan. Vandaag ga ik een tocht maken door het Sånfjallet national park halverwege Zweden, met een rugzak met als inhoud mijn camera, een verrekijker, een stuk of wat boterhammen, een fles met aangelengde limonade, een simpel plaatkompas en een kaart van deze omgeving, schaal 1 op 25.000. In het touristen buro waar ik de kaart kocht werd me verteld -of was het een waarschuwing?- dat in het park de grootste populatie van beren in Zweden voorkwam. Daarnaast liepen er nog twee wolven rond. Als geruststelling werd er bij gezegd dat de kans om deze dieren tegen te komen erg klein was, daar ze nogal schuw zijn.
Desondanks begin ik vol goede moed met het volgen van de route die aangegeven word door palen met rode verf, boomstammen met rode verf of rode linten aan een tak gebonden. Het is half juni en hier ter hoogte van de boomgrens ( 800 a 900 m hoogte) liggen nog zat sneeuwresten wat natuurlijk mooie plaatjes oplevert voor het thuisfront. Al gouw zie ik overal sporen, vooral van rendieren maar ook van beren. Van de makers van de sporen echter heb ik niets gezien. Op een gegeven moment kom ik bij een sneeuwveldje aan waar ik zonder problemen overheen loop. Mede door mijn lage gewicht zak ik niet ver weg. Dit lukt me nog een paar keren totdat ik midden in een sneeuwveld opeens tot mijn kloten wegzak. Nu snap ik gelijk waarom ik nog geen sporen van andere mensen heb gezien, iemand met gezond verstand zou wachten totdat alle sneeuw gesmolten was. Het pad wordt ook een beetje moeilijker te volgen door al het smeltwater, en ik hou mijn voeten liever droog. Af en toe moet ik heel wat toeren uithalen om een beekje over te steken. Uiteindelijk bereik ik een schuilhut waar ik even uit kan blazen en van het uitzicht genieten.
Als ik de wegwijzers mag geloven heb ik nu 5 kilometer afgelegd en kijk op de kaart wat ik het beste kan doen. Hetzelfde pad teruglopen is maar 5 kilometer maar dan moet ik weer door de sneeuw. Het alternatief is een route die wat lager op de helling ligt en door het bos voert maar die een stuk langer is. Toch besluit ik de laatste te nemen en met een stevig tempo vervolg ik mijn weg.
Op een gegeven moment kom ik op een kaal stuk naast een meertje en begin ik te twijfelen of ik nog wel op het pad loop. Er is geen pad meer te zien en ik zie ook geen rode verf of een lint. Ik pak de kaart erbij en loop terug naar de laatste markering. Nu komt ook het kompas erbij en vervolg de route totdat ik weer het pad kwijt ben. Volgens de kaart gaat het pad rechtdoor maar daar is dus een meertje. Nu komt ook de verrekijker erbij. In de verte zie ik iets roods dus het pad is rechtdoor. Het meertje is flink buiten zijn oevers getreden blijkt nu en zal ik om de oever heen moeten lopen wat niet meevalt door de dichte begroeiing verderop. Zonder kleerscheuren vind ik het pad weer terug en denk dat het ergste nu wel voorbij is.
Fout! Er volgen nog twee beekjes die door het vele smeltwater ook wat breder dan normaal zijn. Ondertussen is de drinkfles ook leeg, mede door dat het in de bossen wat warmer is, maar er is genoeg water voorhanden. De eerste beek die ik moet oversteken vormt nog niet eens zo'n groot probleem, maar de tweede word knap lastig. Eerst moet ik een grote sprong maken om over een zij stroompje te springen, dan over een omgevallen boom klauteren en via een paar keien in de beek bereik ik de overkant. Dit is wel even wat anders dan de Holterberg! Mijn horloge komt voor de dag en ik zie dat het tijd wordt om een winkel op te zoeken omdat er anders niks te eten zal zijn vanavond. Vanaf nu hou ik mijn pauzes nog korter en probeer het tempo hoog te houden. Mijn beenspieren zijn het allang zat en ikzelf eigenlijk ook. Eindelijk bereik ik het beginpunt en met de auto in het zicht ( nog 50 meter) moet ik eerst op een grote kei gaan zitten want ik ben helemaal op, afgepeigerd en uitgeput.
Het heeft 3 dagen geduurd voordat ik weer helemaal hersteld was, maar dit tochtje zal ik in ieder geval nooit meer vergeten.
Gert Dijkstra magbollahdijk@wanadoo.nl
|