"Kano plezier?"
Tja, daar zit je dan, op een eilandje, omringt door kolkend water en met je handen in je haar omdat je niet weet hoe je hier ooit weer vanaf komt.
"Hoe redden we ons hier nu weer uit" was de gedachte die door mijn hoofd spookte "Moeilijkheidsgraad viel mee zei het papiertje, te doen door minder ervaren kanoërs". "Neen, je hebt geen kanowagentje nodig" zei de man van de kano verhuur.
Met een zucht ging ik zitten en dacht aan deze ochtend en aan hoe we hier nu weer terecht zijn gekomen.
We waren al een paar dagen aan het kanoen en lekker helemaal niemand tegen gekomen, alle dagen lekker weer maar helaas veel muggen.
Vandaag was de eerste dag dat het regende, wel jammer want het zou de laatste dag kanoen worden. Na het wakker worden eerst een paar muggen dood gemept, gegeten, de tent opruimen en alles weer in de kano stoppen. We hadden er weer zin in vandaag en lieten ons humeur niet verpesten door een beetje regen. Dus vol goede moed stapte we in de kano.
Vandaag zouden we ook de laatste stroom versnelling tegen komen, deze zou volgens het boekje makkelijker zijn dan die van de dag ervoor en die ging flitsend (was wel blij dat ik achterin zat en niet al dat koude water over me heen kreeg). Ik had er weer zin in en had er ook alle vertrouwen in.
Na een uurtje of twee gekanood te hebben hoorde we de stroomversnelling al. Toen we aan het begin waren zetten we de kano aan de kant om de beste route te bekijken, we konden helaas niet alles zien dus moest het maar vanaf daar op goed geluk. Toen we de juiste route gevonden hadden (dachten we) gingen we weer in de kano en gingen naar de andere oever waar het minder wild leek.
Na een meter of honderd werd het steeds wilder en kregen we steeds meer water binnen, waardoor we steeds meer moeite hadden om de kano recht te houden. Om niet om te slaan gingen we naar de dichtstbijzijnde oever om de kano weer leeg te hozen. Zo gezegd, zo gedaan, wij naar de kant. Na een hoop geworstel eindelijk die kano voor de kant. Hier kwam mijn vriendin met de mededeling dat ze liever niet verder wou, omdat ze het niet verantwoord vond voor onervaren kanoërs zoals wij. Hier moest ik haar helaas gelijk in geven, dus moesten we een andere oplossing vinden om aan het eind van de stroomversnelling te komen. Het beste idee was met de kano aan de hand langs de stroom versnelling te lopen en zo bij rustiger water weer in te stappen. Dus om te kijken wat we allemaal tegen zouden komen liep ik een stukje vooruit. Tot mijn grootte schrik kwam ik er achter dat er ca. 60 meter verder een waterval zat van 1,5 a 2 meter hoog meteen gevolgd door een tweede die net zo hoog was. We waren dus net op tijd naar de kant gegaan. We moesten dus opzoek naar een andere optie.
Het volgende idee was om de kano mee de wal op te nemen en een pad te zoeken om zo verder te kunnen.
Dus wij opzoek naar een pad, maar helaas. Na ca 20 meter door een dicht bos en kleine stroompjes geworstel te hebben kwamen we aan bij een andere stroom die iets milder leek. We zaten dus op een eiland met aan twee kanten wilde stromingen.
Hier ben ik even met de handen in het haar gaan zitten, niet wetend wat we nu moesten. We moesten van het eiland af, maar hoe? Na even denken kwamen we op twee opties: een helikopter bellen, of terug naar rustiger water en voor de stroom versnelling oversteken en dan een pad zoeken. Een helikopter leek ons wat duur en dus kozen we voor het laatste idee.
Omdat deze kant rustiger leek, zijn we terug gegaan naar de kano en de kano over het eiland heen gesleept naar wat rustiger water.
Ik in het water met de kano achter me aan op weg naar het begin, maar na de eerste bocht zagen we een waterval waar we nooit tegen op zouden komen.
Wat nu, dacht ik. Het volgende idee was om de kano over het eiland heen te slepen. Dit leek goed te gaan tot we op een rots stuiten die ongeveer 2 meter hoog en over de gehele breedte van het eiland liep.
Hier ben ik even vooruit gegaan om te kijken welke kant het rustigste was, dat bleek de kant te zijn waar we het dichtste bij waren en ook de kant waar we gekanood hadden.
Toen ik uit de bosjes kwam stond er, recht tegenover me op de andere oever(ca 30 meter breed) een visserman die verbaast keek dat er iemand op het eiland liep. Na een vriendelijke zwaai (te veel herrie om iets te zeggen) liep ik weer de bosjes in om mijn vriendin van mijn plannen op de hoogte te stellen en om haar te vragen of zij het er ook mee eens was. Zij zei dat ze het eerst wou zien en dus gingen we met z'n tweeën terug naar de waterkant. De visser keek nu echt vreemd naar ons. Na op het gemakje wat gegeten te hebben verdwenen we weer in de bosjes om er met kano en al weer uit te komen. De visser viel zowat van verbazing achterover.
Helaas kon ik de kano niet vanaf de kant meetrekken dus moest ik het water in.
Het water was ijskoud maar er was geen andere manier. Mijn vriendin liep over de kant waar ze glibberend en glijdend over de natte rotsen en losse stenen naar voor ging.
Ik zakte zo af en toe tot aan mijn middel weg in het water maar bleef redelijk droog door mijn regenbroek en jas met sneeuwvang (die dus redelijk waterdicht bleek te zijn) alleen voelde ik mijn voeten niet meer door de kou.
Bij wat rustiger water te zijn aangekomen stapte we weer in de kano en zijn gaan peddelen, alsof de duivel achter ons aan zat, om aan de overkant te komen.
Eindelijk waren we aan de goede kant en moesten we alleen nog maar een pad zoeken. Deze vonden we maar die was ongeveer 50 meter recht omhoog wat ons nooit zou lukken met de kano, wat nu?
Een stukje verder was een stroompje die parallel liep met de hoofdstroom. Ik met de kano naar dit stroompje en mijn vriendin over de oever waar ze af en toe tot aan haar knieën in de modder weg zakte. Na een meter of 30 gekanood te hebben liep het kleine stroompje in de hoofdstroom.
De visser die nu wel erg nieuwsgierig was geworden, kwam eens polshoogte nemen en bood aan te helpen. Eerst liet hij ons zien waar we heen moesten en dat was stroom afwaarts. Hij stelde voor dat hij samen met mij de kano door het water te loodsen en zo naar de wat verder gelegen shelter te gaan. De visser was al aardig op leeftijd en nam de gemakkelijkste weg. De moeilijkste weg was dus voor mij. Tot aan mijn borst in het water en zo af en toe springen van rots naar rots als een volleerde berggeit.
Eenmaal bij de shelter trokken we de kano aan de kant en kon ik eindelijk droge kleren en sokken aantrekken terwijl de visser een heerlijk warm vuurtje aan het maken was.
Zenno de Jong en Sandra Vial
|