Een rondje om het massief van de Posets in het hart van de Spaanse Pyreneeën.
Op basis van een route uit het boek van Ton Joosten, "In de ban van de Pyreneeën" heb ik, samen met Maxim, een goede vriend, in de zomer van 2002 een vierdaagse wandeling gemaakt om het massief van de Posets, de één na hoogste berg van de Pyreneeën. Het was mijn eerste wandelervaring in dit gebergte en ik kan je nu al zeggen dat het mijn hart veroverd heeft. Wat een schoonheid, de overweldigende bergen en uitzichten, de absolute stilte op sommige plekken, prachtige bloemenvelden en vele ijskoude beekjes en watervalletjes.
De Posets (3375 meter) ligt eigenlijk in het hart van de Pyreneeën, en als beginpunt wordt vaak Benasque gebruikt. Een mooi dorpje, wel wat commercieel geworden denk ik in de loop der jaren, maar met behoud van de oorspronkelijke bouwstijl. Er zijn nog prachtige kronkelstraatjes waar je doorheen kunt slenteren met allemaal lekkere restaurants waar je voor een redelijke prijs heerlijk kunt eten, vooral na drie dagen spaghetti of andere pasta!
De wandeling duurde 4 dagen, maar kan ook wel in drie dagen worden gedaan, maar dan voor de meer ervaren wandelaar. Als je echt wilt genieten raad ik je aan het gewoon in 4 dagen te doen. Overigens is deze tocht zowel te doen met de tent, als je zo weinig mogelijk andere mensen wilt tegenkomen, als zonder tent, het is prima mogelijk om drie nachten in een Refugio te slapen, maar dan is reserveren aan te raden.
Dag 1: Camping Aneto - Refugio de Estos
Een kilometer of twee boven Benasque ligt camping Aneto. Een camping voorzien van alle luxe, douches, zwembad en winkel, wat een goed beginpunt is voor de tocht. Langs de camping loopt de GR11, waarover de eerste twee dagen van de tocht gelopen wordt. Loop richting de parkeerplaats waarvandaan het echte pad begint. De eerste dag kan gezien worden als vrij eenvoudig en je kunt in een uur of 3,5 naar de Refugio lopen. Maar als het warm is en je loopt verkeerd, zoals wij deden dan is het toch een flinke inspanning. Dat wij verkeerd liepen op de GR11 is op zich al een hele prestatie, maar op zich niet erg, want waar je ook uitkomt het is overal mooi en je komt vanzelf wel op de plek waar je wil komen. We hebben een zijsprongetje naar links gemaakt naar een kleine Ibon (bergmeer) in de Valle de Batisielles, waar je heerlijk kan zitten eten met een prachtig uitzicht. Ook meteen een goede gelegenheid om de flessen bij te vullen. Overigens hebben we 4 dagen bergwater gedronken, altijd heerlijk koud en helder en nergens last van gehad, geen pilletjes of wat dan ook nodig. Na dit meertje zijn we de goede kant op gegaan en via een prachtige hoge route met uitzicht op de bergen die de grens vormen met Frankrijk.
Uiteindelijk kwamen we behoorlijk moe om een uur of vier bij de Refugio aan. We vroegen waar we ons tentje neer konden zetten, maar kregen van een niet erg aardig vrouwtje te horen dat dat nog 2 kilometer verder was en daar hadden we geen zin in. Bovendien waren we met het eten ervan uitgegaan dat we de eerste avond hier zouden eten, dus besloten we om hier ook maar de nacht door te brengen. Er was nog plaats, dus we hadden geluk.
Uiteindelijk kostte de overnachting, met avondeten en ontbijt 25 euro pp. Niet echt duur dus, maar als je op budget wilt en je houdt van meer rust dan is even doorlopen wel aan te raden, want inderdaad een half uurtje verder lopen was een prachtig kampeerplekje aan het riviertje de Estos. Maar op zich wel een leuke ervaring in zo'n Refugio, relaxte sfeer, 100 paar stinkende schoenen als je binnen komt en met 35 man!! op 1 kamer slapen. Dus oordopjes mee want er zitten gegarandeerd een paar snurkers bij.
Dag 2: Refugio Estos - een camping vlakbij Refugio Viados.
De eerste mensen stonden al om een uur of zes op, maar dat was toch echt te vroeg voor ons. Helemaal omdat we de avond ervoor met twee andere Nederlanders hadden zitten ouwehoeren, die een half litertje Drambuie bij hadden. Om 8 uur ontbeten we en om 10 uur waren we uiteindelijk op pad. De tweede dag is in totaal een uur of zes lopen denk ik, maar dat ligt er ook maar aan hoe lang en vaak je stopt om van het uitzicht te genieten. Om de 100 meter is het uitzicht weer anders en nooit raak je uitgekeken. De tocht gaat door de Valle de Estos, langzaam omhoog naar de Puerto de Gistain. In het begin loop je door het gras en ontelbare bloemen, maar langzaam wordt het kaler en uiteindelijk zijn het alleen nog maar kale losse stenen. Als je terugkijkt ontvouwt zich een steeds mooier wordend uitzicht van de Vallei, met links bergen als de Perdiguero en helemaal in de verte de vaak in wolken gehulde Aneto. Het laatste stukje is voor mij even zwaar, maar gewoon lekker langzaam lopen en er is niets aan de hand. Bovenaan even 10 minuutjes bij komen met een prachtig uitzicht.
Hierna gaat het langzaam en even later wat steiler naar beneden. Een prachtige vallei met schuine met gras begroeide wanden ligt voor je. Dit is echt lekker dalen. Na een uurtje ofzo kom je bij een punt waar drie bergstroompjes bij elkaar komen en overgaan in één. Een goede plaats om te lunchen, zo dachten wij. Crackers met leverpastei en smeerkaas en wat cuppasoup, dat is de combinatie die er altijd ingaat bij mij. Daarnaast ook lekker licht, maar toch vullend.
Hierna is het nog een uurtje of twee absoluut genieten. Een vlakke en soms zeer langzaam dalende wandeling dwars op een steile wand. Linksbeneden je het riviertje van zojuist en als je aan die kant omhoog kijkt verrijst langzaam de Posets voor je. Als je geluk hebt is hij helemaal te zien, maar vaak toch in wolken gehuld. Het was een zonnige dag en toen we steeds dichter bij het stroompje kwamen en daar een mooi bassin zagen konden we de verleiding niet weerstaan. Al uren waren we niemand tegengekomen en we zagen ook niemand aan komen. Dus…alle kleren uit en even doorzetten, want dit water is echt ijskoud. Na het uitten van verschillende oerkreten kwamen net vier andere wandelaars langs, waaronder een onschuldig meisje van hooguit 14 jaar, met ouders. Haha, die wisten niet hoe snel ze moesten doorlopen.
Uiteindelijk kom je dan uit bij Refugio Viados. In het boek van Joosten staat dat je hier je tent op mag zetten, maar dit is niet het geval. Je moet nog een minuut of 10 doorlopen, let op dat je het kleine paadje schuin naar beneden neemt en niet de weg voor auto's, en dan is daar een camping. Rara wie stonden er recht tegenover ons op die camping. Daarnaast ook een heerlijke warme douche, wat toch wel lekker is na twee dagen zweten.
Dag 3: een camping vlakbij Refugio Viados - een plek vlakbij Refugio Angel Orus.
De derde dag wordt bestempeld als de koninginnerit en dat is ook zo. Echt waar…prachtig. Even doorbikkelen, maar na 2 dagen inkomen is ook dit goed te doen. Je stijgt van de camping op ik dacht zo'n 1700 meter naar de Collado de Eriste op 2970 meter. Snachts had het keihard geregend op de camping, maar je zag dat er op de Posets verse sneeuw lag.
Het begint rustig door een idyllische weide met koeien. Je bevindt je nu niet meer in een nationaal park, dus. Plotseling is het gedaan met het geleidelijk klimmen en nu is het echt 2 a 3 uur stijl omhoog. Al zigzaggend, eerst nog door gras maar later weer door losliggende stenen. Er komen wat sneeuwvelden, de bomen liggen inmiddels al weer ver beneden. Deze dag hebben we echt veel geluk gehad met het weer, stralende zon en omdat we zo hoog gingen was het niet zo heet. Overigens sneeuwde het een week later op 1700 meter en dan was deze tocht onmogelijk geweest, tenminste als onervaren bergwandelaar. Vaak denk je dat als je omhoog kijkt dat daar de top is, maar dit is dus vaak niet zo. Zo ook een half uur voor de top. Je denk dat je boven bent, maar dat is niet zo. Wel een prachtig uitzicht naar achteren. Voor je ligt een soort van valleitje waar alle puin van drie verschillende bergen bijeenkomt. Geen stromend water, geen wind, dus absolute stilte. Voor mij het hoogtepunt van de tocht. Je gaat tegen een steen zitten, sluit je ogen, voelt de zon op je gezicht branden en geniet van de rust. Als je rondkijkt zie je af en toe een eenzame wolk die tegen de bergen wordt opgestuwd, maar het niet redt en langzaam oplost in het niets. Maar er moet ook voor de inwendige mens gezorgd worden dus is dit een mooi plekje om te eten en op te laden voor het laatste stukje.
Het laatste stukje naar boven is stijl, met wat sneeuwvelden. We gingen eind juli dus waren deze velden bijna op z'n kleinst, ik kan me voorstellen dat deze in juni nog veel groter zijn. Max had zo'n oprolbaar slaapmatje, dat ook uitstekend dienst deed als slee, dus zijn we een paar keer een meter of 30 naar beneden gesleed, ook leuk.
Dan uiteindelijk ben je boven. Nou ok, misschien was dit dan toch het hoogtepunt, wat een uitzicht! Wacht nog even ga niet zitten, maar loop zoals Ton Joosten al schreef een meter of 50 verder omhoog schuin naar rechts. Voor je een steile helling vol puin naar beneden die je straks moet afgaan. In de vallei een prachtig heldere Ibon. Maar in de verte een machtig panorama. Links niet goed zichtbaar de Posets, maar recht voor je het Maladetta Massief met de Aneto, in wolken gehuld. Geen woorden…..
Je moet een keer verder en dus gingen we weer. Eerst stijl naar beneden, langs het bergmeertje. De kans is groot dat je hier gemzen aantreft en ook een soort van bergmarmotten en in het meertje zitten ook vissen. Daarna weer verder dalen in de Valle de Eriste. Zorg dat je goed op het pad blijft letten, want de vallei splitst zich op in tweeën en dan is het wel makkelijk als je gewoon op het pad blijft. Je moet de rechterkant aanhouden. Na een flinke daling kom je bij het zeer moderne Refugio Angel Orus. Volgens mij net nieuw, maar wij hadden geen zin om weer in een refugio te slapen. Maar een koud colaatje is natuurlijk altijd lekker. De eerste mogelijke plek om langs te rivier wild te kamperen is een half uurtje verder lopen, maar dit is dan ook wel weer een toplocatie. Als het pad echt aan de rivier komt, zie je aan de overkant een vlak veldje, je ziet ook een vervallen hutje staan. Hier hebben we voor de derde nacht de tent opgezet. Het schijnt dat je dit pas na achten mag doen, maar ik betwijfel of hier controle op is.
Savonds wel heel veel muggen dus om een uurtje of negen het mandje in. S'ochtends lekker fris en vroeg op. Geen enkele haast want de laatste dag is eigenlijk een halve dag. Even je hart een rotschop geven door koppie onder te gaan in het riviertje…heerlijk, das pas wakker worden. Dan nog een uurtje of twee drie naar het dorpje Eriste waar ook de weg weer loopt naar de camping. We hebben toen gewoon gelift verder naar Camping Aneto en dat ging prima.
Dit was het dan. Voor mij een bijzondere ervaring en zeker voor herhaling vatbaar, voor iedereen die van plan is deze wandeling of iets dergelijks te gaan doen, geniet ervan!
Erik Gouw
|