Beginnen met wandelen

Veel lezers van deze artikelen zijn geen doorgewinterde wandelaars maar beginners die hun 'eerste stappen' nog maar net hebben gezet. Daarom een inleiding over wandelen in het algemeen.

Waarom wandelen?
Waarom zou je eigenlijk überhaupt gaan wandelen? Voor mij zelf zijn er eigenlijk 3 reden om te wandelen. Als eerste omdat het gewoon leuk is om te wandelen. Alleen of met een groep is het gewoon leuk om af en toe (of lekker vaak) de benen te strekken en op die manier jezelf te verplaatsen. Een tweede reden is omdat het gezond is. Door dagelijks of wekelijks enkele kilometers te lopen werk je aan je eigen conditie en daarmee aan het behoud van een gezond lichaam. En een derde reden is voor mij het feit dat je met wandelen veel nieuwe dingen kunt ontdekken. Niet alleen kleine paadjes die voor anderen met de auto of de fiets ontoegankelijk zijn, maar ook omdat je op bepaalde momenten ook juist met de kaart erbij op zoek gaat naar mooie gebieden om te wandelen en op die manier dus nog eens ergens komt.

Met een groep of individueel?
Als je begint met wandelen kun je jezelf afvragen of je dat in je eentje of juist met een groep gaat doen. Alleen heb je uiteraard alle vrijheid om te gaan en staan waar je wilt en kun je je route en tempo volledig aan je eigen wensen aanpassen. Maar met een groep heb je meer aanspraak, kun je soms de last van rugzak delen en kun je sneller leren van anderen over technieken, materialen en wandelgebieden. Er zijn legio wandelclubs in Nederland en België, dus het moet niet zo moeilijk zijn om een plaatselijke wandelvereniging te vinden. Ook via Internet is het makkelijk om een club te vinden omdat veel clubs een eigen site hebben opgezet om hun wandeltochten te promoten en hun ervaringen te delen met andere wandelaars op het net.

Welke materialen heb je nodig?
Als beginnend wandelaar heb je eigenlijk maar heel weinig nodig. Goede wandelschoenen zijn het belangrijkst, maar een kleine dagrugzak en regenjack kunnen helpen om de plezier van wandelen te vergroten. In deze rugzak neem je kaart, drinken en eten mee. Goede kaarten koop je buiten de reisboekhandel en als eten en drinken kun je er in het begin gewoon voor kiezen om een lunchtrommeltje met afsluitbare drinkbeker of fles mee te nemen. Heb je de smaak eenmaal te pakken en wil je meerdaagse tochten maken, dan is het handig om uit te kijken naar lichtgewicht materiaal dat nodig is voor de overnachting (tent, matje, slaapzak, brander, etc.). Een kompas is eigenlijk in het begin helemaal niet nodig. Zeker niet als je voornamelijk goed bewijzerde routes volgt in bijvoorbeeld de Nederlandse bossen of polders. Een kompas wordt pas handig als je bijvoorbeeld in de Ardennen op pad gaat en routes volgt die niet altijd even goed zijn te volgen (slechte bewegwijzering, te beknopte route-beschrijving, etc.). Maar in het begin is het dus vooral belangrijk om te kijken of je daadwerkelijk plezier beleeft aan het wandelen voordat het honderden euro's gaat uitgeven aan duur materiaal.

Hoe ver/lang wandel je?
Zeker in het begin kun je het beste beginnen met korte afstanden. (Halve) Dagwandelingen van 5 tot 10 kilometer zijn er genoeg en brengen je ook bij de mooiste plekjes. Krijg je tijdens het lopen geen blaren of last van je beenspieren, dan kun je er voor kiezen om de afstand op te voeren of te kiezen voor meerdaagse tochten. In Nederland zijn er bijzonder veel routes beschikbaar van bijvoorbeeld 2 of 3 dagen. Deze zijn vaak goed bewegwijzerd en uitgebreid beschreven in gidsen van de ANWB of de NS (de zogenaamde NS dagtochten). Belangrijk bij het uitkiezen van de lengte van de wandeling zijn je eigen capaciteit en de weersverwachting. Op een gewone lentedag zul je immers veel langer kunnen wandelen dan op een regenachtige herfstdag of ijskoude winterdag. Hou ook rekening met de kwaliteit van de beschrijving van een route: als je vaak zult moeten zoeken naar de juiste weg en soms terug zult moeten lopen, dan kan een dagtocht van 20 kilometer al snel uitlopen tot een vervelende tocht van meer dan 25 kilometer. Het is dan interessant om van te voren te weten waar je eventueel je route kunt afkappen en bijvoorbeeld de bus of trein kunt nemen om terug te keren naar het beginpunt.

Wanneer ga je wandelen?
Veel mensen zijn alleen zogenaamde 'zondagswandelaars': ze wandelen alleen op zondag-middag of -ochtend een rondje in het plaatselijke gemeentebos en doen de rest van de week alles met de auto. Behalve als het regent of koud is, want dan blijven ze liever binnen bij de centrale verwarming. Zonde! Korte routes (5-10 kilometer) zijn bijvoorbeeld ideaal om doordeweeks na het werk te wandelen. De kans dat je dan andere mensen tegenkomt is minimaal, terwijl de kans dat je bij de avondschemering wild aantreft juist vele malen groter is dan op zondagmiddag. Ook het wandelen tijdens of net na een fikse regenbui kan hele mooie momenten opleveren: bloemen en planten komen tot leven bij al dat vocht en zien er vaak heel anders uit dan gedurende een warme zondagmiddag. Hetzelfde geldt overigens voor een wandeling over vers gevallen sneeuw. Zeker in het begin van de winter wordt je pad dan nog al eens gekruist door sporen van (klein) wild als konijnen en vossen. Schitterend om te zien, zeker als de sneeuw vers is en er verder dus nog geen andere sporen zijn. Een leuke 'test' is het om dezelfde route bijvoorbeeld in elk seizoen een keer te lopen en te kijken naar de verschillen. Lentegroen, herfstbruin of winterwit: dezelfde route kan er op eens heel anders uitzien en daardoor steeds weer interessant zijn. Kortom: trek gewoon je (wandel)schoenen aan en ga!

Links
Tweevoeter: wandelen voor beginners
Nemo -vereniging van vrije wandelaars
Stichting Wandelplatform-LAW
Nederlandse Wandelsport Bond
Wandelschoenen