Een weekend bushcraft
Om meer te kunnen genieten van de natuur is het goed om te weten hoe je het beste kunt leven in en met die natuur. Een prima manier om dat te leren is een bushcraft-training van EXTRA survival van René Nauta in Vledder (Drenthe). Dit verslag betreft zo'n weekend-cursus in oktober 2007.
Introductie
Na een korte kennismaking bij de kerk van Vledder gaan we met een paar auto's richting het bos waar het weekend plaats zal vinden. René rijdt voorop en brengt ons naar het kamp dat hij voor dit doel reeds heeft opgebouwd. Het is laat in het jaar en dus om deze tijd (ongeveer half negen op een vrijdagavond) al pikdonker als we aankomen. René heeft echter een parachute als soort van tipi-tent opgehangen, met in het midden een mooi kampvuur waarboven water in een grote, zwart geblakerde ketel wordt gekookt voor een eerste bak koffie of thee als welkomstdrankje.
We doen een iets uitgebreidere kennismakingsronde en iedereen vertelt naast zijn naam onder andere ook waarom hij of zij gekozen heeft om deel te nemen aan de cursus. Opvallend is dat ieder wel zo'n beetje een andere reden heeft om hier te zijn, variërend van eindelijk eens die dingen doen waar je eerder nooit aan toe kwam tot gewoon meer leren over de natuur. Het is een gemixte groep van in totaal 14 personen (4 dames en 10 heren) en iedereen zit vol verwachting rond te kijken op wat komen gaat.
René begint met een korte uitleg over het programma van het weekend en legt ook de paar regels uit die gelden tijdens het weekend. Deze regels hebben vooral betrekking op veiligheid en hygiëne, waarbij de meesten eigenlijk al vanzelfsprekend zijn (handen wassen na het toiletteren), maar andere ook minder vanzelfsprekend lijken (messen liever niet gebruiken, want veilig gebruik van een mes vraagt om gedegen uitleg en oefening).

Onderkomen maken en een mini nachthike
Na deze introductie van zijn kant staat het eerste 'leermoment' op het programma en volgen we René in het donker naar een kleine donkere plek waar hij uitlegt hoe je het beste je onderkomen voor de nacht kunt maken. Nagenoeg iedereen slaapt gedurende het weekend namelijk onder een zeil, tarp of basha en dus moet eerst worden uitgelegd hoe deze opgehangen kan worden.
Het is al tijdens deze eerste korte instructie duidelijk dat iedere aanwezige zo 'eager' is om hier iets op te steken, dat het René geen enkele moeite kost om de aandacht vast te houden van iedereen. Hij laat zien waar je op moet letten bij het zoeken van een geschikte plaats om te slapen en legt onder andere uit hoe je gemakkelijk kunt meten of je zeil wel tussen twee bomen past.
Daarna mag een ieder een plekje gaan zoeken en kies ik er zelf bewust voor om redelijk ver van de centrale kampplaats mijn 'tentje' op te bouwen. Op die manier heb ik in ieder geval zeker geen last van mensen die eventueel nog laat op de avond bij het kampvuur blijven zitten of die juist vroeg op zijn en misschien wel luidruchtig ontbijten. Achteraf bleek dat allemaal overigens enorm mee te vallen en was het over het algemeen zeer rustig in het kamp.
Als iedereen zijn of haar onderkomen heeft opgebouwd, verzamelen we weer bij de parachute rond het kampvuur en praten nog even na. Op het moment dat enkelen hun slaapzak op willen zoeken stelt René voor om eerst nog een korte hike te maken in de directe omgeving om zo lekker warm de slaapzak in te kunnen kruipen. Daar is iedereen wel voor te porren en na een uurtje wandelen gaan de meesten naar bed om zich mentaal voor te bereiden op wat komen gaat. Zelf blijf ik nog even op en geniet van de rust die het knapperend kampvuur uitstraalt. Als ik echter merk dat ook mijn ogen zwaar worden, wens ik René welterusten en zoek ik mijn slaapzak op om te gaan slapen.
Ontbijt bij het kampvuur
Het is zaterdagochtend, kwart over zeven, als ik op mijn horloge kijk. En hoewel ik het eigenlijk nog wat vroeg vind en de slaapzak lekker warm is, moet ik er toch uit: de blaas is vol. Ik besluit om me daarna maar direct aan te kleden en loop vervolgens richting de centrale parachute om daar mijn ontbijt klaar te maken.
Het is echter nog stil in het bos en ik blijk dan ook de eerste te zijn die al wakker is. Met behulp van een Fire-steel en een stukje toiletpapier kan ik het kampvuur gelukkig al snel weer redelijk aan krijgen en binnen no time is het dan ook weer behaaglijk warm onder de parachute. En schijnbaar heeft het vuur een grote aantrekkingskracht, want het duurt niet lang of meer mensen verschijnen onder de parachute om de dag te beginnen met hun ontbijt.
Kamp inrichten
Iets na negenen is de groep helemaal compleet en begint de dag met het inrichten van het kamp. Een centrale parachute is immers wel leuk, maar bij lange na niet genoeg. Er moet een toilet worden aangelegd, hout worden gesprokkeld en een zeil worden gespannen om bij regen het materiaal eventueel onder te kunnen laten staan. René legt uit hoe deze verschillende taken moeten worden uitgevoerd, maar bemoeid zich daarna niet meer met de taakverdeling. Dit hoeft eigenlijk ook helemaal niet, want binnen de groep worden de taken als vanzelf verdeeld en gaat iedereen aan de slag. Zelf ga ik hout sprokkelen en ik zie dat onder andere Johan en Jeroen zich bezig houden met het uitgraven van een toiletgeul. Als ik even later met het hout bij de parachute kom, zijn andere mensen daar bezig zijn met het ophangen van het zeil en weer anderen met het gesprokkelde hout sorteren in een mini opslagplaats. Verbazingwekkend eigenlijk hoe snel de mensen zo snel op elkaar ingespeeld lijken te zijn als je bedenkt dat nagenoeg niemand van groep bekend was met de anderen vóór gisteravond.

Vuur maken
Als het kamp eenmaal volledig is ingericht en klaar is voor het weekend, gaan we verder met waarschijnlijk het belangrijkste thema van bushcraft: het zelf vuur maken in de natuur. René laat verschillende methodes zien, waaronder de vuursteen, de Fire-steel en de vuurboog. Het is vooral deze vuurboog die mijn interesse wekt, voornamelijk ook omdat dit mij de meest primitieve manier lijkt om geheel eigenhandig een vuur te starten. René doet het allemaal enkele keren voor en het lijkt allemaal zo eenvoudig. Daarbij zegt hij terloops echter één zin die ik me later dat weekend nog vaak zal herinneren: 'bij het maken van vuur met een vuurboog moet alles kloppen, van begin tot eind...'
Niets is minder waar, want als we allemaal zelf aan de slag mogen lukt het bijna niemand om daadwerkelijk vuur te maken met de vuurboog. Met een Fire-steel blijkt het makkelijkst te werken voor mij, zeker met een geprepareerde berkenschors. De vuursteen vind ik leuk, maar niet direct super boeiend. Het is echt de vuurboog waar ik door gegrepen raak. En samen met mij de rest van de groep lijkt het, want als ik me niet vergis zijn er uiteindelijk vier vuurbogen doorheen gegaan gedurende het weekend (waarvan de pezen gebroken waren). Tot ver in de lunchtijd gaan de meesten wel door om op allerlei manieren te proberen vuur te maken. En oefenen is hard nodig, want René had inmiddels al aangekondigd dat we op zondagmiddag geacht worden onze maaltijd op een zelf aangemaakt vuur op te kunnen warmen.

Planten en bomen
Na de lunch gaan we op pad om de verschillende bruikbare planten en bomen van dichtbij te bekijken. Welke planten kun je bijvoorbeeld gebruiken als antiseptisch middel? Of van welke boom kun je harsmannetjes halen om te gebruiken bij het aansteken van je kampvuur? Allemaal vragen die tijdens deze wandeltocht worden beantwoord door René en Lute, zijn collega die ons inmiddels ook gezelschap is komen houden. Zelf merk ik dat ik grote moeite heb om de verschillende planten uit elkaar te houden, maar ik neem aan dat het vooral een kwestie van ervaring is. Vaker zien, vaker opzoeken in een boekje en vaker gebruiken zal de parate kennis uiteindelijk wel vergroten. Hoop ik...
Een shelter van natuurlijk materiaal
Het is natuurlijk handig als je een zeil, basha of tarp bij je hebt als je een onderkomen wilt maken. Maar als we terug zijn van de 'plantenwandeling' gaan we toch echt een shelter maken van natuurlijke materialen, zoals takken, gras en humus. Door gebruik te maken van een pop kunnen René en Lute ons snel enkele modellen laten zien zonder deze eerst in het groot te hoeven maken. En gezien de tijdsdruk (het wordt vroeg donker in het bos), besluiten ze dat we als groep uiteindelijk één model in het groot gaan namaken.
Zelf ben ik op dit onderdeel een stuk minder actief en beperk mij eigenlijk vooral tot het filmen van de vorderingen van de groep. Het is mooi te zien hoe iedereen samen werkt om er een waterdicht, en warm onderkomen van te maken. En hoewel het de bedoeling was dat Pien er de nacht in zou gaan doorbrengen, staat zij haar plaats uiteindelijk graag af aan Matty, die op haar beurt erg blij is met deze kans.
De rest van de avond is gevuld met het avondeten dat ieder voor zich klaar maakt, een goed gesprek bij het kampvuur en opnieuw een nachtwandeling vóór het slapen gaan.
Het verschil tussen kijken en zien
De volgende ochtend, het is inmiddels al weer zondag, besluit ik om eerst mijn 'tentje' af te breken en daarna het ontbijt in alle rust en stilte van het bos op te eten in plaats van bij de centrale parachute. Even voor negen uur komt René nieuwsgierig kijken of ik überhaupt al wakker ben, maar hij is prettig verbaasd als hij ziet dat ik al bijna helemaal klaar ben. Hij heeft er schijnbaar alle begrip voor dat ik even voor de rust van het bos kies, dan de gezelligheid (en drukte) van de groep onder de parachute.
Het is echter tijd om verder te gaan met het programma en René vertelt dat hij twee 'tests' heft uitgezet aan de andere kant van het bos. De bedoeling van deze tests is het zien van dingen die opvallen in het bos. Dit doet hij onder andere door 'bosvreemde' attributen in het zicht te leggen en mensen te laten kijken of ze ze ook daadwerkelijk zien liggen of hangen. En het is juist tijdens deze tests dat de deelnemers duidelijk het verschil merken tussen kijken en zien. Want hoewel ze meerdere minuten naar een klein oppervlak van het bos kijken, zien te gewoonweg niet dat er bijvoorbeeld een groen touw om een boomstam is gewikkeld of er een nestje met (plastic) eitjes onder een varen ligt verstopt. Deze tests zijn een soort van inleiding op de volgende tocht die we gaan lopen, waarbij dierensporen en het vinden daarvan centraal staat.
Spoorzoeken en vallen zetten
De wandeling begint al direct met de ontdekking van enkele holen van bruine ratten en René legt onder andere uit hoe je kunt zien of een hol wel of niet meer actief wordt gebruikt. Als we daarna verder wandelen, staan we eerste rang bij een gevecht tussen twee grote roofvogels (buizerds als ik me niet vergis) en komen we nog later een plek tegen waar een roofvogel een houtduif heeft opgepeuzeld. Het bos blijkt echter veel meer sporen te bevatten dan we aanvankelijk zouden verwachten. Zo ruikt René dat er een stinkzwam in de buurt is (en vinden we niet veel later een bosje bij elkaar) en staan we even later verbaasd te kijken naar de schuurplekken die een gewei hebben achtergelaten op kleine boompjes. Het toppunt van de tocht wordt (voor mij) echter gevormd door de vondst van een grote dassenburcht, inclusief zeer duidelijke afdrukken in het zand. Daarbij krijgen we nog enkele tips hoe je de verschillende afdrukken uit elkaar kunt houden, waarna een korte inleiding volgt op het gebruik van de Billycan als tussendoortje.
Na de lunch die we hier midden in het bos nuttigen gaat de tocht verder om te laten zien waar en hoe je vallen kunnen zetten om je avondeten bij elkaar te vangen. René laat onder andere zien hoe je een konijn of haas kunt vangen met een strik en hoe je op een eenvoudige manier kunt vissen met meerdere haken tegelijkertijd.

Eten opwarmen met je eigen vuurtje
De rest van de tocht is bedoeld om hout en tondel bij elkaar te zoeken voor ons eigen vuurtje. Iedereen krijgt namelijk een Billycan om daarin water te koken op dat vuurtje. Pien en ik besluiten om het opnieuw met de vuurboog te proberen, maar voor de zekerheid stop ik toch ook maar mijn eigen Fire-steel in mijn broekzak.
Na verwoede pogingen lukt het ons maar niet om met de vuurboog überhaupt goed gloeiend kool te verkrijgen. En omdat er toch iets gedaan zal moeten worden om het vuur te starten kiezen we er uiteindelijk toch maar voor om het met de Fire-steel te proberen. Ook dat blijkt echter niet gemakkelijk en lukt de eerst tig keer dan ook absoluut niet. Des te groter is mijn vreugde dan ook als ik eindelijk vlammen weet te verkrijgen uit de weg springende vonken van mijn vuurstarter. De vlammen worden gevoed met wat droog gras, maar zodra we er ook kleine takjes op gooien is het vuur al weer uit. Ettelijke pogingen volgen, maar allemaal zonder het gewenste resultaat.
Onze redding komt echter net op tijd uit het bos wandelen, want op het moment dat we bijna in de verleiding komen om dan toch maar lucifers te gebruiken, komt René vragen of alles lukt. Hij kijkt daarbij eens rond naar onze vuurplaats en kan volgens mij een diepe zucht nog maar net binnenhouden. 'Alles moet kloppen' hoor ik hem nogmaals zeggen en hij legt uit wat we moeten doen om de kansen te vergroten op daadwerkelijk een goed brandend vuur. En dat helpt, want niet veel later hebben we een dusdanig groot vuur aan het branden dat zelfs Pien vraagt of ik niet beter kan stoppen met mijn constante aanvoer van stukjes brandhout. Het gekookte eitje smaakt echter prima en ook de warme chocolademelk is redelijk te drinken.

Afronden en opruimen
Dan is het eigenlijk al weer tijd om het weekend af te ronden en gaan ook de anderen hun tentjes afbreken. Ik had mijn tentje al eerder die ochtend afgebroken, dus heb daardoor tijd om nog even rustig te genieten van het gezelschap van Jeroen en Pien, twee mensen die ik al jaren lijk te kennen, maar toch maar pas 48 uur eerder op het station in Utrecht heb ontmoet.
René neemt nog even de tijd om wat uit te leggen over het gebruik van de handboog voor het jagen en daarna is het tijd om boel echt op te ruimen. Opnieuw helpt iedereen mee en binnen een paar minuten is het hele kamp geheel afgebroken en staat het netjes in de landrover van René. Tijd dus om afscheid te nemen en iedereen gedag te zeggen.
Terug naar huis
Op de terugweg naar Utrecht CS rijdt ook Thijs met ons mee. In de auto praten we na over het weekend en laten we het geleerde nog eens opborrelen. Natuurlijk praten we ook over de andere deelnemers: onder andere over Geert die 'hoofd porren' is geworden tijdens het weekend, over Joke die een wel heel leuke manier heeft gevonden om na haar zestigste te genieten en over Johan die door het 'hoofd porren' (zelf eigenlijk chemicus) tot 'mad scientist' is gebombardeerd. En eigenlijk zijn we het er wel over eens hoe bijzonder het is dat zoveel verschillende mensen, met zoveel verschillende achtergronden het zo goed kunnen vinden met elkaar in zo'n korte tijd.
Natuurlijk komt ook René ter sprake en dan met name de glans die hij in zijn ogen krijgt op het moment dat hij iets uitlegt en ziet hoe anderen zijn enthousiasme gaan delen en dingen zelf willen uit proberen. Zijn enthousiasme is namelijk erg aanstekelijk en het respect dat hij voor de natuur toont bewonderingswaardig. Ik zou er dan ook niet verbaasd van staan te kijken als ik enkele van de deelnemers van dit weekend op een volgende (vervolg-)cursus opnieuw tegen het lijf zou lopen.
Raymond Koome
Meer informatie:
EXTRA Survival
Foto's van het weekend
Bushcraft (eerder verschenen thema-artikel op deze site)
|