Home » Navigatie » Het kompas » Declinatie
Declinatie
Zoals je weet wijst de naald van het kompas altijd naar het noorden. Wat je wellicht nog niet wist is dat dit niet het echte noorden is. In de realiteit zijn er namelijk drie verschillende 'noorden':
- Geografische noorden
- Dit is het echte noorden zoals dat altijd is weergegeven op een wereldbol, namelijk het topje van de aardbol. Deze plek is een vaste plek en is ooit vastgesteld met behulp van complexe berekeningen. Nu zou je de geografische noordpool makkelijker kunnen vinden middels een GPS. Op een kaart wordt het geografische noorden meestal met een ster (*) aangegeven.
- Magnetische noorden
- Dit is het noorden waar je kompasnaald altijd naartoe wijst. Het is een plek ergens ten noorden van Canada waar er een dusdanig magnetisch krachtenveld bestaat dat het als het ware door de kompasnaald altijd wordt gevonden. In realiteit is het zo dat de kompasnaald met een bepaalde stroming van magnetische krachten meewijst en deze wijzen altijd in de richting van die plek: het magnetische noorden. Probleem van dit magnetisch noorden is dat het niet altijd op dezelfde plek is. Doordat de magnetische krachtenvelden altijd in beweging zijn, verplaatst het magnetisch noorden zich altijd een beetje. Vandaar dat je kompas dus altijd in een andere richting wijst (dit verschil is niet met het blote oog te zien omdat de verandering per jaar vaak slechts minder dan 1 graad bedraagt). Op kaarten wordt het magnetische noorden meestal met een (halve) pijlpunt aangegeven.
- Kaart noorden
- Ook dit is een veranderend noorden, namelijk datgeen dat de kaartenmaker als noorden heeft gekozen. Vaak valt dit samen met het geografische noorden, maar om technische redenen zijn er ook veel cartografen die ervoor kiezen om zelf een zogenaamd kaartnoorden in te stellen.
Het verschil tussen het geografische noorden (dus dat van de aardbol) en het magnetische noorden (dat wat het kompas aanwijst) noemen we declinatie. En omdat de verschillende magnetische krachtenvelden op de aardbol steeds in beweging zijn verandert dus ook de declinatie elk jaar een beetje. Deze verandering staat op een kaart altijd aangegeven bij de tekening van declinatie en miswijzing welke wordt uitgelegd op de pagina over miswijzing.
In de onderstaande tekening kun je zien hoe de declinatievelden er in 1996 uitzagen. Nederland lag bijna precies op de 5° lijn en daarom was de declinatie in Nederland in dat jaar ongeveer 5°.
Goede kompassen (zoals de wat duurdere kompassen van Suunto en Silva) geven je de mogelijkheid om de declinatie op te heffen door de gradenring aan te passen aan de grootte van de declinatie. Hierbij moet je dan rekening houden dat een westelijke declinatie vaak wordt weergegeven met een negatieve waarde, terwijl een oostelijke declinatie vaak met een positieve waarde wordt weergegeven.
Als je geen rekening houdt met de declinatie in een bepaald gebied kan dat tot gevolg hebben dat je maar liefst 45° uit koers kunt komen als je niet goed op let waar je kompas naartoe wijst. Het is dus altijd zaak om goed op de kaart te kijken wat het kaart noorden is, waar het geografische noorden ligt en waar deze beiden ten opzichte van het magnetische noorden liggen. Dit soort zaken wordt op een kaart meestal weergegeven met een speciale tekening die wordt uitgelegd in het stuk over miswijzing.